Tijdens ons verblijf in Thailand viel het me op dat je als gezin met twee kleine kinderen een spoor van vervuiling en vernieling achterlaat. Thuis valt dat minder op, omdat het dan om onze eigen spullen gaat en omdat ons huis intussen aardig kids-bestendig is. Maar als je vier weken lang in hotelkamers verblijft en in restaurants eet, dan vraag je je af of het voor deze twee niet beter zou zijn om een kind-werend beleid te hebben.
Zo leenden we de eerste avond op het eiland een paraplu van de eigenaar van het resort en Juda wilde hem graag vasthouden. Nog geen seconde later waaide de paraplu door de lucht en stuiterde vervolgens een paar keer op de grond, terwijl ik er achteraan rende. En dat voor het oog van de eigenaar. Einde paraplu.
Na het avondeten was de eigenaresse van het restaurant zo vriendelijk om ons terug te brengen naar het resort in haar peperdure Jeep. Terwijl we op de leren achterbank zaten dacht ik: hmm… wat een vreemde lucht, om bij het uitstappen te ontdekken dat Juda in z’n broek gepoept had. Sorry aardige mevrouw.
De volgende ochtend bij het ontbijt grijpt Juda als eerste naar het leuke tafelnummerbordje met een palmboompje erop. Hoppa… palmboompje eraf gebroken. Hoe doet ie dat toch? Eenmaal goed en wel in de kinderstoel ontdekt Juda dat je met je vork hele leuke gaatjes in de placemat kunt prikken. En ook heel veel. “Nee Juda, dat mag je niet kapot maken. Dat vindt die mevrouw niet leuk.” Maar het kwaad is al geschied.
We zijn dus al zes maanden bezig met zindelijkheidstraining. Meestal gaat het goed, maar zo nu en dan gebeurt er nog wel eens een ongelukje. Op vakantie helaas vaker dan thuis. Zo stond Juda op de mooie stoffen bank uit het raam van de bungalow te kijken en vond het uitzicht blijkbaar zo boeiend dat hij z’n plasje liet lopen. Snel een doekje erbij om de schade te beperken, maar natuurlijk was het vocht al in de bank getrokken.
Ook toen we gezellig aan het natafelen waren en vergaten om Juda tussendoor naar de WC te brengen, ontdekten we bij het verlaten van het restaurant dat Juda een mooie natte plek op de stoffen zitting van de kinderstoel had achtergelaten. Oeps…
Het winkelen in de supermarkt duurt soms langer dan dat Juda’s blaas aankan en onder het winkelkarretje ligt op een gegeven moment een plasje. Met een rood hoofd zoek ik een vakkenvuller op een licht haar in over water op de grond in het naburige winkelpad. “Heel gevaarlijk, je kunt er zo over uitglijden.” Naar mijn mening voegde het op dat moment niet zoveel toe om te vermelden dat het mijn zoon was die een plasje op de winkelvloer had gedaan. Water ruimt toch wat fijner op dan plas :-)
Genoeg over Juda; Zoë kan er ook wat van. In de badkamer van één van de bungalows stonden wat grappige keramieken beeldjes op de grond, gezellig tussen wat stenen. What was I thinking? om niet meteen die beeldjes weg te halen en op een veilige plek neer te zetten? De eerste paar dagen speelden de kinderen er lief mee, maar vroeg of laat moest zo’n beeldje natuurlijk op de badkamertegels kapot geslagen worden.
In het volgende hotel lag vloerbedekking op de grond. Hoe verzinnen ze het? Zoë was lekker op de grond aan het spelen en ik kwam er net te laat achter dat ze een poepluier had. Intussen had ze zich al een paar keer schuivend met haar billen over de vloer verplaatst. Nee, nee nee! Schiet het door m’n hoofd. En daarna: jakkes, jakkes, jakkes, als ik kijk naar het resultaat. Met water en zeep weet ik de vlek aardig weg te werken, maar je wilt er echt niet over nadenken wat je naast limonade, snot en tranen nog meer achterlaat in het tapijt van zo’n hotelkamer.
En als laatste nog gistermiddag, toen we op bezoek waren bij vrienden. Vanuit mijn ooghoek zag ik dat Zoë lief aan het spelen was met een grote aardewerken vaas die op een stenen trapje stond. Steentjes erin gooien, steentjes eruit halen. Oké, je ziet wel risico’s, maar tegelijkertijd ben je blij dat ze lekker aan het spelen is en dat wij ongestoord een gesprek met onze vrienden kunnen hebben. En ja hoor: pats! Vaas aan gruzelementen. Balen, dat zag eruit als een dure vaas. Nu is onze vriendin zelf moeder van 14 kinderen en weet zij als geen ander dat je met kinderen in huis niet super-zuinig kunt zijn op je bank, tapijt en breekbare spullen. Dus ze slaat een arm om me heen en zegt: “Het geeft helemaal niks!” en vijf minuten later ben ik het incident alweer vergeten, omdat ik weet dat het ook inderdaad helemaal niks geeft.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
maandag 28 juni 2010
maandag 21 juni 2010
Mode
Toen we ruim twee jaar geleden net waren gaan wonen in Lente Stad, verbaasde ik me over de kleding die mensen droegen. Ouderwets, tuttig, of juist met heel veel glitters. Als ik in de winkels op zoek ging naar leuke kleding, lukte het maar niet om te slagen en met iets 'normaals' thuis te komen. Intussen heb ik gelukkig de exportwinkels ontdekt, waar ik kleding van merken als Esprit, Diesel, H&M, C&A en Levi's tegen spotprijzen kan kopen (alles wordt tenslotte hier gemaakt). Het fijne van kleding in export-winkels is ook dat ik weer eens met een gerust hart naar maatje M kan grijpen; in de lokale shops komen de winkelbediendes al gauw aan met maatje XL of XXL. Oké, de mensen hier zijn niet alleen dunner, maar ook veel kleiner, dus ik ben in dit land inderdaad niet medium-sized.
Maar de laatste maanden vind ik eigenlijk dat de mensen er hier helemaal niet meer zo verschrikkelijk bij lopen. Eigenlijk best normaal (met uitzondering van de zwangeren in pyjama's) en soms zelfs echt leuk.
Oh nee! Ik ben er toch niet aan gewend geraakt hè? Zijn mijn maatstaven soms veranderd? Ben ik één van hen geworden?
Voordat we uit Nederland vertrokken zeiden Robin en ik wel eens tegen elkaar: "Als we maar niet van die geiten-wollen-sokken-types worden!" Niet dat er iets mis is met geiten-wollen-sokken, maar je weet wat ik bedoel: zo iemand uit het jaar 0. Nee, we hebben nu eenmaal niet de invloed van TV en winkels, die ons laten zien wat de Nederlandse mode is. En ja, ongetwijfeld zullen we ons langzaam maar zeker aanpassen aan de standaard van Lente Stad.
En dus houd ik mijn hart vast voor als we volgend jaar weer in Nederland aankomen. Zal ik me erover verbazen hoe mensen zich kleden? Een vriendin die na één jaar Lente Stad weer voor twee weken in Nederland was, verbaasde zich erover hoe belangrijk kleding en uiterlijk zijn in Nederland. Kun je nagaan hoe snel je zoiets vergeet: één jaartje!
Misschien is een total make-over wel een goed idee. Dan schrijf ik van tevoren een brief naar een vrouwenblad als Eva of Kinderen en dan kunnen zij me weer op het rechte pad zetten. Of zijn er misschien vriendinnen of familieleden die me tegen die tijd in willen lichten?
Hoe dan ook, ik heb nog bijna een jaar voordat ik me druk moet gaan maken over dat soort zaken. Voorlopig geniet ik nog even van het onbezorgd zijn en draag ik geen make-up, ga ik niet naar de kapper, vergeet ik wel eens om mijn benen te scheren en loop ik lekker op mijn slippertjes naar de markt.
Maar de laatste maanden vind ik eigenlijk dat de mensen er hier helemaal niet meer zo verschrikkelijk bij lopen. Eigenlijk best normaal (met uitzondering van de zwangeren in pyjama's) en soms zelfs echt leuk.
Oh nee! Ik ben er toch niet aan gewend geraakt hè? Zijn mijn maatstaven soms veranderd? Ben ik één van hen geworden?
Voordat we uit Nederland vertrokken zeiden Robin en ik wel eens tegen elkaar: "Als we maar niet van die geiten-wollen-sokken-types worden!" Niet dat er iets mis is met geiten-wollen-sokken, maar je weet wat ik bedoel: zo iemand uit het jaar 0. Nee, we hebben nu eenmaal niet de invloed van TV en winkels, die ons laten zien wat de Nederlandse mode is. En ja, ongetwijfeld zullen we ons langzaam maar zeker aanpassen aan de standaard van Lente Stad.
En dus houd ik mijn hart vast voor als we volgend jaar weer in Nederland aankomen. Zal ik me erover verbazen hoe mensen zich kleden? Een vriendin die na één jaar Lente Stad weer voor twee weken in Nederland was, verbaasde zich erover hoe belangrijk kleding en uiterlijk zijn in Nederland. Kun je nagaan hoe snel je zoiets vergeet: één jaartje!
Misschien is een total make-over wel een goed idee. Dan schrijf ik van tevoren een brief naar een vrouwenblad als Eva of Kinderen en dan kunnen zij me weer op het rechte pad zetten. Of zijn er misschien vriendinnen of familieleden die me tegen die tijd in willen lichten?
Hoe dan ook, ik heb nog bijna een jaar voordat ik me druk moet gaan maken over dat soort zaken. Voorlopig geniet ik nog even van het onbezorgd zijn en draag ik geen make-up, ga ik niet naar de kapper, vergeet ik wel eens om mijn benen te scheren en loop ik lekker op mijn slippertjes naar de markt.
maandag 14 juni 2010
Na 4 weken Thailand
Na 6 dagen conferentie en daarna nog een nachtje in Bangkok zijn we sinds vanmiddag weer terug in Lente Stad. Zoë pikte op de laatste dag van de conferentie nog even lekker een virusje op en kampte tijdens het reizen dus met hoge koorts (en wij met een huilend kind). Onze laatste nacht brachten we door in hetzelfde hotel, ja zelfs in dezelfde kamer, als waar onze reis vier weken geleden begon.
Van tevoren had ik me afgevraagd: zou 4 weken genoeg zijn om echt terug te gaan verlangen naar Lente Stad? Ja dus. We waren weer helemaal klaar met Thailand: de warmte, de luchtvochtigheid, de muggen, de airco, de paar vierkante meters die we met z'n viertjes deelden, de worstjes en eieren als ontbijt...
In de afgelopen vier weken...
... heeft Juda zijn teken-hobby verder uitgediept en tekent (naar eigen zeggen) poppetjes, engelen, vuur uit de hemel, olifanten, konijntjes, appelbomen, geheimpjes en verrassingen
... heeft Juda zich ontpopt als een gewiekste wegloper. Als je hem een paar seconden niet in de gaten houdt, kan hij zomaar onvindbaar zijn.
... is Zoë (eindelijk) voor het eerst gaan staan.
... zijn we lichamelijk niet echt tot rust gekomen, maar voelen we ons toch opgeladen omdat we er even helemaal tussenuit zijn geweest
En nu...
... moeten de kinderen weer wennen aan havermoutpap voor ontbijt en aan het slapen in hun eigen bedjes
... gaan we weer verder met de taalstudie
... proberen we het verloop van het WK-voetbal te volgen
... gaan we ons voorbereiden op de verhuizing eind augustus
Van tevoren had ik me afgevraagd: zou 4 weken genoeg zijn om echt terug te gaan verlangen naar Lente Stad? Ja dus. We waren weer helemaal klaar met Thailand: de warmte, de luchtvochtigheid, de muggen, de airco, de paar vierkante meters die we met z'n viertjes deelden, de worstjes en eieren als ontbijt...
In de afgelopen vier weken...
... heeft Juda zijn teken-hobby verder uitgediept en tekent (naar eigen zeggen) poppetjes, engelen, vuur uit de hemel, olifanten, konijntjes, appelbomen, geheimpjes en verrassingen
... heeft Juda zich ontpopt als een gewiekste wegloper. Als je hem een paar seconden niet in de gaten houdt, kan hij zomaar onvindbaar zijn.
... is Zoë (eindelijk) voor het eerst gaan staan.
... zijn we lichamelijk niet echt tot rust gekomen, maar voelen we ons toch opgeladen omdat we er even helemaal tussenuit zijn geweest
En nu...
... moeten de kinderen weer wennen aan havermoutpap voor ontbijt en aan het slapen in hun eigen bedjes
... gaan we weer verder met de taalstudie
... proberen we het verloop van het WK-voetbal te volgen
... gaan we ons voorbereiden op de verhuizing eind augustus
maandag 7 juni 2010
28
Vorige week schreef ik dat onze tijd op Koh Chang erop zat, maar dat betekent niet dat we al terug zijn in Lente Stad. Vorige week maandag pakten we de nachttrein van Bangkok naar Chiang Mai. Het was niet de eerste keer dat we als gezin de nachttrein namen en na alle vorige keren had ik tegen mezelf gezegd: “Dit nooit meer”, want je mist gewoon een nacht slaap. Maar gedreven door Nederlandse zuinigheid (de trein is nu eenmaal goedkoper dan het vliegtuig) zwichten we iedere keer weer voor deze optie. En dus deelde Robin opnieuw een 70 cm breed bed met Juda en ik een net zo breed bed met Zoë. Voor de kinderen geen probleem, maar wij slapen allebei slecht als we op het randje liggen en ons niet kunnen omdraaien.
En zo werd op dinsdag 1 juni mijn 28e levensjaar ingeluid. Ik had weinig verwachtingen van deze dag, alweer de vierde verjaardag op rij in het buitenland. Vorige week op Koh Chang had ik van Robin al een verjaardagscadeau gehad: een cursus Thais koken. Geweldig! Niet alleen houd ik van koken, maar ook van de Thaise keuken. Een perfecte combi dus.
Om 9 uur ’s ochtends arriveerde de trein in Chiang Mai, om 10 uur hadden Robin en ik een afspraak bij de tandarts (hoezo strakke planning?). Snel dus naar het hotel, koffers in de kamer zetten, brommertje huren, campingbedje opzetten, onze vrienden (die in hetzelfde hotel verbleven) instructies geven voor de kinderen. Om vijf voor tien zaten Robin en ik samen op de brommer op weg naar de tandarts. ‘s Middags haalden we een cadeaupakket en wat post op van ons postadres en ’s avonds gingen we met z’n allen uit eten bij mijn favoriete restaurant: Jerusalem Falafel, waar de Joodse eigenaresse ons nog herkende van vorig jaar. Toen de kinderen eenmaal op bed lagen, vertelde Robin dat hij een verrassing voor me had en nam me mee naar de bioscoop, waar we de film Robin Hood keken. Om half één ’s nachts waren we weer thuis. Ondanks de vermoeiende treinreis en het tandartsbezoek, was het toch nog een feestelijke dag geworden!
De rest van de week stond voornamelijk in het teken van medische zaken, zoals twee bezoekjes aan de tandarts en een aantal ritjes naar het ziekenhuis en de dokter voor routine-onderzoeken en vaccinaties. We zijn erg te spreken over de Thaise gezondheidszorg: de service is goed, de prijzen zijn laag (erg belangrijk aangezien we geen verzekering hebben) en de doktoren spreken goed Engels. Wachtlijsten of afspraken bestaan niet: je loopt gewoon het ziekenhuis in en zegt wat je wilt. Je bent meteen aan de beurt en op de uitslag van een onderzoek kun je gewoon wachten.
Gelukkig had Robin nog wel de mogelijkheid om twee keer zijn golf-hobby te beoefenen. Deze hobby is alleen in Thailand voor ons betaalbaar, waar je 5 Euro betaalt voor 9 holes. Dus één keer per jaar kan Robin samen met vrienden een balletje slaan.
Morgen begint een 6-daagse conferentie van onze organisatie en volgende week maandag vliegen we dan eindelijk terug naar Lente Stad.
En zo werd op dinsdag 1 juni mijn 28e levensjaar ingeluid. Ik had weinig verwachtingen van deze dag, alweer de vierde verjaardag op rij in het buitenland. Vorige week op Koh Chang had ik van Robin al een verjaardagscadeau gehad: een cursus Thais koken. Geweldig! Niet alleen houd ik van koken, maar ook van de Thaise keuken. Een perfecte combi dus.
Om 9 uur ’s ochtends arriveerde de trein in Chiang Mai, om 10 uur hadden Robin en ik een afspraak bij de tandarts (hoezo strakke planning?). Snel dus naar het hotel, koffers in de kamer zetten, brommertje huren, campingbedje opzetten, onze vrienden (die in hetzelfde hotel verbleven) instructies geven voor de kinderen. Om vijf voor tien zaten Robin en ik samen op de brommer op weg naar de tandarts. ‘s Middags haalden we een cadeaupakket en wat post op van ons postadres en ’s avonds gingen we met z’n allen uit eten bij mijn favoriete restaurant: Jerusalem Falafel, waar de Joodse eigenaresse ons nog herkende van vorig jaar. Toen de kinderen eenmaal op bed lagen, vertelde Robin dat hij een verrassing voor me had en nam me mee naar de bioscoop, waar we de film Robin Hood keken. Om half één ’s nachts waren we weer thuis. Ondanks de vermoeiende treinreis en het tandartsbezoek, was het toch nog een feestelijke dag geworden!
De rest van de week stond voornamelijk in het teken van medische zaken, zoals twee bezoekjes aan de tandarts en een aantal ritjes naar het ziekenhuis en de dokter voor routine-onderzoeken en vaccinaties. We zijn erg te spreken over de Thaise gezondheidszorg: de service is goed, de prijzen zijn laag (erg belangrijk aangezien we geen verzekering hebben) en de doktoren spreken goed Engels. Wachtlijsten of afspraken bestaan niet: je loopt gewoon het ziekenhuis in en zegt wat je wilt. Je bent meteen aan de beurt en op de uitslag van een onderzoek kun je gewoon wachten.
Gelukkig had Robin nog wel de mogelijkheid om twee keer zijn golf-hobby te beoefenen. Deze hobby is alleen in Thailand voor ons betaalbaar, waar je 5 Euro betaalt voor 9 holes. Dus één keer per jaar kan Robin samen met vrienden een balletje slaan.
Morgen begint een 6-daagse conferentie van onze organisatie en volgende week maandag vliegen we dan eindelijk terug naar Lente Stad.
Abonneren op:
Posts (Atom)