De buurtkinderen hebben de weg naar onze voordeur gevonden. Eigenlijk hadden ze dat al vanaf dag één dat we hier woonden, maar in het begin durfden ze alleen maar op de deur te bonzen om vervolgens hard weg te rennen (soort van belletje lellen dus, maar we hebben geen bel). Een paar weken geleden bleven een aantal meiden zowaar voor de deur staan na het kloppen en vroegen of ze binnen mochten komen. Dat was om 10 uur 's avonds. Nou nee, dat zijn zeg maar bedtijden voor ons en onze kinderen lagen drie uur eerder al op bed. Dus ik vroeg ze om de volgende dag overdag terug te komen. "Nee, dan zitten we op school." Oja, da's waar ook: alle kinderen vanaf twee jaar zitten dagelijks tot vijf uur op school. Weekend dan maar? "We hebben zaterdag en zondag tot 5 uur bijles Engels, mogen we dan om 5 uur komen?" Nou ja, niet echt ideaal, want we eten meestal rond half zes, maar vooruit.
En sindsdien hebben we elke zaterdag- en zondagmiddag van vijf tot half zes een stel meiden van tussen de 10 en 12 jaar over de vloer. De eerste keer waren het er twee, laatst waren het er zes. Ze spelen een beetje met Juda en Zoë, maar ondertussen zijn ze ook wel héél nieuwsgierig naar alle kamers, spullen en gebruiken van die buitenlanders. Elke keer vragen ze: "Ayi (=tante), ga je hamburgers voor ons bakken?" Ja natuurlijk, buitenlanders eten tenslotte elke dag hamburgers! Nee, ik heb ze tot nu toe steeds teleur moeten stellen, maar misschien ga ik ze nog wel eens verblijden met een eigengebakken burgertje. Het brood uit de broodbakmachine was gelukkig ook interessant, dus daar heb ik ze allemaal een stukje van laten proeven. Ook lopen ze het huis rond en vragen bij alles wat ze zien "Ayi, waarvoor is dit?", "Ayi, wat staat hier?".
Iedere meid die voor het eerst binnenkomt zegt meteen "Oh, wat veel speelgoed!" en ze bestuderen ieder speelgoedje nauwkeurig. Bijvoorbeeld het baby-looprekje is al een aantal keren grondig onder de loep genomen, want zoiets hadden ze nog nooit gezien. Die opmerking over het vele speelgoed heeft me wel aan het denken gezet, want naar Nederlandse maatstaven hebben onze kinderen echt niet zoveel speelgoed (het appartement is niet zo groot, dus er is ook gewoon niet zoveel ruimte voor een overdaad aan speelgoed en we hebben hier natuurlijk geen Bart Smit of Intertoys). Ik ben voor mezelf tot de volgende conclusie gekomen: kinderen tot een jaar of anderhalf worden de hele dag door op de arm gedragen (meestal door oma); ik heb nog nooit een box of een speelkleed in een huis hier gezien. En kinderen vanaf twee jaar gaan van 's ochtends vroeg tot 's middags vijf uur naar school en spelen 's avonds nog wat buiten. Dus er is nauwelijks tijd om binnen met speelgoed te spelen. Daarnaast hecht men in deze cultuur veel waarde aan het opdoen van kennis, maar weinig waarde aan de ontwikkeling van de fantasie en creativiteit, dus spelen met speelgoed wordt waarschijnlijk ook niet als waardevol beschouwd.
Hoewel die nieuwsgierige en luidruchtige buurtkinderen best een beetje op mijn zenuwen werken, ben ik toch wel blij dat ze er zo nu en dan zijn. Hopelijk kunnen we zo niet alleen een relatie met hen opbouwen, maar op den duur ook met hun ouders. Tja, en relaties bouwen is op dit moment toch de kern van onze visie.