Toen we acht jaar geleden stopten met werken en van giften gingen leven, dachten we dat we het echte geloofsavontuur begonnen waren. Anderhalf jaar later werden we uitgezonden door een organisatie die zich kenmerkt door geloofszending, wat wil zeggen dat de werkers geloven dat God zal voorzien in hun noden. In de praktijk kwam het er echter op neer dat, zodra je groen licht had om naar het veld te vertrekken, de organisatie ervoor zou zorgen dat je op het veld voldoende had om van te leven. Mochten er echt onvoldoende giften binnenkomen, dan moest je natuurlijk wel terugkeren naar je thuisland om aan je achterban te werken. Voor ons is het gelukkig nooit zover gekomen: God heeft het altijd voldoende mensen op hun hart gelegd om ons financieel te ondersteunen.
Nu zou je denken: met onze terugkeer is ook het geloofsavontuur voorbij. Wisten wij veel dat het échte geloofsavontuur nu pas zou beginnen! De giften stoppen straks, we zijn tenslotte geen zendelingen meer. We komen niet in aanmerking voor bijstand, omdat we een paar jaar geleden dachten dat het een slimme zet was om ons pensioengeld op een spaarrekening te storten in plaats van te beleggen. Te veel spaargeld dus.
Mensen om ons heen herinneren ons er ondertussen aan dat door de crisis banen niet voor het oprapen liggen. Een 'tussenpauze' van 8 jaar zal dan vast niet helpen.
Dom genoeg hebben we ons in het verleden nooit ingeschreven voor sociale huur, waarvoor een wachtlijst van 6 jaar geldt, dus een sociale huurwoning zit er niet in voor ons. Nee, je krijgt geen urgentie als je terugkeert uit het buitenland. Wel als je gaat scheiden overigens, dus dat hebben we gekscherend wel als noodoplossing laten vallen :-) Zelfs voor huurwoningen in de vrije sector geldt dat de huurder een vast inkomen moet hebben dat ook nog eens minimaal 4 keer zoveel moet zijn als de huurprijs. Als je zóveel verdient, waarom zou je dan überhaupt nog huren?!
Eerlijk is eerlijk: menselijk gezien lijkt de situatie redelijk uitzichtloos en af en toe zakt ons de moed in de schoenen. Maar dan worden we weer herinnerd aan de woorden van Jezus in Matteüs 6, waarin Hij zegt dat we ons geen zorgen hoeven te maken over de dag van morgen, want God weet wat we nodig hebben (zie hieronder als je het hele gedeelte wilt lezen).
En dus ben ik aan een nieuw soort 'geestelijke oefening' begonnen. Telkens wanneer ik nadenk over de toekomst en even niet meer weet hoe we hieruit gaan komen, stel ik mezelf de vraag: Tanja, heb je VANDAAG een dak boven je hoofd? Heb je VANDAAG voldoende voedsel om te eten en voldoende kleding om aan te trekken? Ja? Nou, KAPPEN DAN MET ZORGEN MAKEN!
(Dit stukje zat al langer in mijn hoofd om te schrijven, dus ik heb het toch maar 'op papier' gezet zoals het al een tijdje in mijn hoofd zat. Het geval wil echter dat Robin afgelopen vrijdag al zijn eerste sollicitatiegesprek heeft gehad in Ermelo en dat hij er morgen eentje heeft in Barneveld, beiden voor functies als leraar Engels. De situatie lijkt al wat minder uitzichtloos!)
Matteus 6:25-34:
Maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken,
noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet
meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien
niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie
hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? En wat maken jullie je zorgen over kleding?
Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken
niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. Als God het groen dat vandaag nog op het
veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg
kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden,
kleingelovigen? Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. Maak je dus geen zorgen voor de dag van
morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft
genoeg aan zijn eigen last.
dinsdag 16 september 2014
dinsdag 9 september 2014
Even wennen
De stilte op mijn blog is dit keer niet te wijten aan een gebrek aan inspiratie, maar meer aan een gebrek aan energie. Ik weet niet of het komt door culture shock of door de zwangerschap of door een combinatie van beiden, maar wanneer 's avonds de kinderen op bed liggen kun je mij ook opdweilen.
Het is wel even wennen voor me, terug zijn in Nederland. Elke dag zijn er weer situaties die ik voor het eerst meemaak en plekken waar ik voor het eerst kom. Elke dag zijn er weer nieuwe dingen te leren: hoe werkt dit? Wat wordt er hier van me verwacht? Wat voor regels gelden hier? Dit soort vragen spelen in het verkeer, op school, in winkels, in het ziekenhuis, in de kerk. Misschien ben ik daardoor wel zo moe.
Daarnaast is het ook min of meer nieuw voor me om huismoeder te zijn. In China hadden we een househelper die hielp met schoonmaken, wassen, strijken, koken en ook vooral met de zorg voor de kinderen (met name Salomé). Daardoor had ik tijd om me bezig te houden met thuisscholing, taalstudie of lokale contacten. Op dit moment ben ik nog bezig met het uitzoeken hoe ik mijn tijd ga invullen. Huishouden, boodschappen, kinderen wegbrengen en ophalen, ontspanning: ineens moet ik een nieuwe invulling van mijn dagen gaan bepalen. Ook het zoeken naar een nieuwe routine kost (mentale) energie!
Tenslotte ben ik er in mijn hoofd ook veel mee bezig hoe de kinderen deze tijd ervaren. Salomé voor het eerst naar de peuterspeelzaal, Zoë voor het eerst naar school (groep 2) en Juda voor het eerst serieus aan de slag op een Nederlandse school. Juda had tijdens ons vorige verlof wel de eerste helft van groep 1 meegemaakt, maar dat is natuurlijk een heel ander verhaal dan groep 4. Hoewel we met de thuisscholing in China alles deden wat we volgens het Nederlandse curriculum moesten doen, was ik redelijk vrij in de manier waarop we door de lesstof heen gingen. Als Juda een rustige omgeving nodig had om goed te kunnen werken, dan gaf ik hem die. Als hij halverwege een taak even zijn benen wilde strekken, dan gaf ik hem die vrijheid. Als hij een opdracht te lang vond, dan liet ik hem 's ochtends de helft doen en 's middags de andere helft. Met andere woorden: ik probeerde te zorgen voor een leeromgeving waardoor hij optimaal tot zijn recht kwam. Hier in Nederland is het andersom: niemand die de leeromgeving aanpast opdat Juda goed functioneert, maar Juda heeft zich aan te passen aan hoe de juf en de klas functioneren. Je zult begrijpen dat dat niet makkelijk is voor Juda en hij klaagt dan ook dat hij het veel te luidruchtig vindt in de klas. Hopen voor hem dat het snel went!
Zoë heeft het erg naar haar zin in groep 2. Natuurlijk is het sowieso veel makkelijker om in te stromen in groep 2 dan in groep 4, maar daarnaast staat Zoë ook meer open voor nieuwe ervaringen en onbekende mensen. Zoë is niet zo'n denker en piekeraar, maar laat alles gewoon over zich heenkomen.
Nu ik fulltime huismoeder ben, breng ik ineens veel meer tijd met Salomé door. Pas nu realiseer ik me dat ik de afgelopen jaren maar weinig tijd voor haar heb gehad. En dus geniet ik extra van haar praatjes, grapjes, spelletjes, van haar lach, haar eigenwijsheid en haar knuffels. En tegelijkertijd geniet zij zichtbaar van de onverdeelde aandacht die zij ineens van papa en mama krijgt. Dat is natuurlijk nieuw voor haar en misschien had ze dat wel heel hard nodig.
Dus als je me de komende tijd tegen het lijf loopt en eigenlijk wilde vragen: "Al een beetje geland?" (dat vraagt namelijk 90% van de mensen die ik spreek), dan heb je hierboven het antwoord. Misschien is het een idee om nu alvast na te denken over een alternatieve vraag :-)
Het is wel even wennen voor me, terug zijn in Nederland. Elke dag zijn er weer situaties die ik voor het eerst meemaak en plekken waar ik voor het eerst kom. Elke dag zijn er weer nieuwe dingen te leren: hoe werkt dit? Wat wordt er hier van me verwacht? Wat voor regels gelden hier? Dit soort vragen spelen in het verkeer, op school, in winkels, in het ziekenhuis, in de kerk. Misschien ben ik daardoor wel zo moe.
Daarnaast is het ook min of meer nieuw voor me om huismoeder te zijn. In China hadden we een househelper die hielp met schoonmaken, wassen, strijken, koken en ook vooral met de zorg voor de kinderen (met name Salomé). Daardoor had ik tijd om me bezig te houden met thuisscholing, taalstudie of lokale contacten. Op dit moment ben ik nog bezig met het uitzoeken hoe ik mijn tijd ga invullen. Huishouden, boodschappen, kinderen wegbrengen en ophalen, ontspanning: ineens moet ik een nieuwe invulling van mijn dagen gaan bepalen. Ook het zoeken naar een nieuwe routine kost (mentale) energie!
Tenslotte ben ik er in mijn hoofd ook veel mee bezig hoe de kinderen deze tijd ervaren. Salomé voor het eerst naar de peuterspeelzaal, Zoë voor het eerst naar school (groep 2) en Juda voor het eerst serieus aan de slag op een Nederlandse school. Juda had tijdens ons vorige verlof wel de eerste helft van groep 1 meegemaakt, maar dat is natuurlijk een heel ander verhaal dan groep 4. Hoewel we met de thuisscholing in China alles deden wat we volgens het Nederlandse curriculum moesten doen, was ik redelijk vrij in de manier waarop we door de lesstof heen gingen. Als Juda een rustige omgeving nodig had om goed te kunnen werken, dan gaf ik hem die. Als hij halverwege een taak even zijn benen wilde strekken, dan gaf ik hem die vrijheid. Als hij een opdracht te lang vond, dan liet ik hem 's ochtends de helft doen en 's middags de andere helft. Met andere woorden: ik probeerde te zorgen voor een leeromgeving waardoor hij optimaal tot zijn recht kwam. Hier in Nederland is het andersom: niemand die de leeromgeving aanpast opdat Juda goed functioneert, maar Juda heeft zich aan te passen aan hoe de juf en de klas functioneren. Je zult begrijpen dat dat niet makkelijk is voor Juda en hij klaagt dan ook dat hij het veel te luidruchtig vindt in de klas. Hopen voor hem dat het snel went!
Zoë heeft het erg naar haar zin in groep 2. Natuurlijk is het sowieso veel makkelijker om in te stromen in groep 2 dan in groep 4, maar daarnaast staat Zoë ook meer open voor nieuwe ervaringen en onbekende mensen. Zoë is niet zo'n denker en piekeraar, maar laat alles gewoon over zich heenkomen.
Nu ik fulltime huismoeder ben, breng ik ineens veel meer tijd met Salomé door. Pas nu realiseer ik me dat ik de afgelopen jaren maar weinig tijd voor haar heb gehad. En dus geniet ik extra van haar praatjes, grapjes, spelletjes, van haar lach, haar eigenwijsheid en haar knuffels. En tegelijkertijd geniet zij zichtbaar van de onverdeelde aandacht die zij ineens van papa en mama krijgt. Dat is natuurlijk nieuw voor haar en misschien had ze dat wel heel hard nodig.
Dus als je me de komende tijd tegen het lijf loopt en eigenlijk wilde vragen: "Al een beetje geland?" (dat vraagt namelijk 90% van de mensen die ik spreek), dan heb je hierboven het antwoord. Misschien is het een idee om nu alvast na te denken over een alternatieve vraag :-)
Abonneren op:
Posts (Atom)