Tijdens mijn opleiding Taalwetenschap vond ik het al interessant om te lezen over meertaligheid, omdat ik toen al wist dat áls we kinderen zouden krijgen, ze dan van jongs-af-aan meerdere talen zouden spreken.
Hoe gaat dat nu in de praktijk? Nou, Juda hoort dagelijks drie talen, maar ik denk niet dat hij onder de officiele definitie van meertaligheid valt, want zijn moedertaal is toch echt Nederlands. In de taal van dit land kan hij een 6-tal woorden zeggen (hallo, bedankt, tot ziens, neus, hand en konijn) en in het Engels komt hij nog niet veel verder dan 'bye bye'. Ongetwijfeld begrijpt hij al wel meer dan dat, aangezien onze lokale oppas elke ochtend met hem communiceert en de zondagsschool voornamelijk onder leiding van Amerikanen staat.
Zijn Nederlandse woordenschat groeit echter met de dag. Veel gehoorde uitingen zijn:
"Ayi, niet doen!" (tegen de oppas, die geen idee heeft wat het betekent en het interpreteert als "Ayi, dingdong") (Ayi = tante)
"Stil maar meisje" of "Niet huilen" (tegen Zoë)
"Au zeer!" (veel stoten en vallen hoort nou eenmaal bij een peuter die houdt van experimenteren, klimmen en de clown uithangen)
"Doekje pakken, schoonmaken" (om de haverklap gaat er een beker drinken om...)
"Boekje lezen", "Ander boekje pakken" en "Seelpoedje pakken" (tijdens het spelen)
"Nog meer melk" (Juda is gek op melk en drinkt tijdens een maaltijd zo een paar bekers weg. Gelukkig weet hij niet hoe lekker Nederlandse melk is, want daarmee vergeleken is de melk hier echt vies)
"Ou van pou" (= ik hou van jou)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
We vinden het leuk om zo nu en dan iets van onze lezers te horen. Je reactie wordt niet direct zichtbaar, maar pas nadat hij door ons gelezen is. Graag je naam erbij vermelden.