Vier vriendinnen bij elkaar, pratend over dromen, verlangens, worstelingen en teleurstellingen. Allevier getrouwd, allevier hun moederland verlaten om te gaan wonen aan de andere kant van de wereld temidden van een vreemd volk.
Dat was een paar weken geleden. We praatten over hoe graag we een thuis zouden willen maken voor onze families, hoe graag we in een echt huis zouden wonen in plaats van in een appartement, hoe graag we een tuintje zouden hebben. Bijna wegkwijnend van zelfmedelijden (ja, er werden wat traantjes gelaten) kwamen we tot de conclusie: dat is toch wat iedere vrouw wil? Huisje, boompje, beestje. De boel goed voor mekaar voor jezelf en je gezin.
Maar met de levensstijl waartoe we ons geroepen voelen en waarvoor we ook zelf gekozen hebben, valt dat niet mee. Always on the move, nooit wetend of de huisbaas morgen voor de deur zal staan om zijn huis op te eisen, nooit wetend of de politie volgende week op de stoep zal staan om je het land uit te zetten. Om te investeren in het huurhuis waarin je woont is eigenlijk weggegooid geld.
Afgelopen week had ik het er weer over met een vriendin, hoe lastig ik het vond om te denken aan wat voor leven in ik Nederland gehad had kunnen hebben: rijtjeshuis, tuintje, schuurtje, zoldertje, gezellig koffie drinken bij vriendinnen met de kinders. Maar mijn vriendin antwoordde (terecht): “Tanja, we hebben Nederland achter ons gelaten. Als we continu ons leven nu vergelijken met wat we in Nederland hadden kunnen hebben, dan worden we alleen maar depressief.” Oja, dat is waar ook. We hebben een nieuwe start gemaakt en wonen nu hier. Niet dat we onze vrienden en familie in Nederland moeten vergeten, maar we zullen een levensstijl moeten opbouwen naar de maatstaven van dit land. En in dit land ben je bevoorrecht als je een appartement met drie slaapkamers hebt, als je een koelkast, een wasmachine én een computer hebt.
En met dat in ons achterhoofd gingen we vorige week op zoek naar een appartement. Toen we na vier dagen nog steeds slechts één optie hadden, een appartement dat we eigenlijk niet zo mooi vonden in een wijk die ons eigenlijk niet zo aanstond, zonk de moed ons een beetje in de schoenen. We hadden onze zinnen op een andere wijk gezet, met veel groen, een klein speelplaatsje en mooie appartementen. In uiterste wanhoop belden we onze teamleider om hem om advies te vragen. Zijn raad was om die mooie wijk uit ons hoofd te zetten, omdat daar al een aantal andere buitenlanders woonden en hij was van mening dat de buitenlanders zich meer moesten verspreiden over de stad. Hij kwam nog wel met een andere, voor ons nog onbekende wijk als tip. Toen we op weg gingen om daar te kijken dachten we: we nemen wel gewoon dat appartement dat we niet zo mooi vonden en gaan morgen weer terug naar Lente Stad. Maar toen we die voor ons nog onbekende wijk inreden, dachten we meteen: Wow! Wat een mooi aangelegd complex: veel groen, kinderspeelplaats, parkeerplekken, waterstroompjes.
En toen we een beschikbaar appartement bezichtigden dachten we allebei: ja, dit is het! De volgende dag meteen een contract voor twee jaar getekend en voor één jaar huur betaald. We ervoeren echt dat zodra we onze eigen dromen en verlangens opgaven, ons er iets nóg beters voor in de plaats werd gegeven. Het doet me denken aan de spreuk: als Hij ergens een deur sluit, opent Hij ergens anders een raam. Of aan dat verhaal over water en wijn: het beste werd tot het laatst bewaard, we moesten gewoon even geduld hebben en blijven vertrouwen.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's