Juist toen ik dacht dat ik wel redelijk aan mijn tax zat wat betreft verhuizing, visum-problemen, paspoortreizen, bezoeken van vrienden en familie en het wennen aan een nieuwe omgeving, gebeurde er afgelopen week iets wat al het voorgaande naar de achtergrond deed verdwijnen.
Afgelopen donderdag besloot ik om even een bezoekje te brengen aan het plaatselijke ziekenhuisje in Vrede Stad. Die avond zouden Robins ouders arriveren voor een bezoek van twee weken en voor die tijd wilde ik even laten checken of alles met de baby goed was. De avond van tevoren vroeg Robin me nog: "Beloof je me dat je niks zult geloven van wat de dokters je vertellen?" (aangezien de dokters hier mee lijken te dingen naar een prijs voor liegen, misdiagnose, overdrijven en corruptie). Ik kon het hem niet beloven. Toen ik de volgende morgen op de tafel voor de echo lag, mat de echoscopist eerst de schedel op. "16 weken en een paar dagen", meldde hij. Dat klopte precies, dus ik was opgelucht. Maar daarna bleef hij maar onrustig zoeken en zoeken, wel een kwartier lang. Een collega werd erbij gehaald en die schudde haar hoofd. Ik begreep niet precies wat er aan de hand was. Pas vlak voordat ik het kamertje weer verliet zei de echoscopist in zijn beste Engels: "Your baby has died." En met die mededeling moest ik het doen.
De uren daarna brachten we in grote onzekerheid door: zou het een misdiagnose zijn? En als het wél zo was, wat moesten we nu dan doen? 's Middags sprak ik met een bevriende verloskundige in Nederland en die vertelde me dat het eigenlijk niet voorkwam dat een hartslag met 16 weken niet werd gevonden. Ook vertelde ze me dat een bevalling absoluut in het buitenland zou moeten plaatsvinden, omdat achteraf vaak nog een operatie moet plaatsvinden en ook gezien mijn rhesus-negatieve bloed.
Die avond arriveerden Robins ouders na een busreis van 11 uur. Ze waren net een half uur binnen toen we ze het nieuws vertelden en meedeelden dat we de volgende ochtend vroeg met z'n allen naar Hong Kong zouden vertrekken. Lekkere binnenkomer als je elkaar anderhalf jaar niet gezien hebt...
Voor de verzekering hadden we nog een verklaring van het ziekenhuis nodig, dus om 10 uur 's avonds reden we nog naar het ziekenhuis om de hoofdzuster te ontmoeten. Zij zocht voor de zekerheid nog een tijdje met de doptone naar een hartslag, maar opnieuw was deze onvindbaar.
Tot 1 uur 's nachts waren we nog wel bezig met het regelen van verzekeringszaken en het inpakken van de koffers. En de volgende ochtend reden we met z'n zessen naar de dichtstbijzijnde grote stad NN, op vier uur rijden van Vrede Stad. Daar wachtten mijn schoonmoeder, Zoë en ik op het vliegtuig naar HK, terwijl Robin, mijn schoonvader en Juda hun reis per auto voortzetten.
Diezelfde avond waren we dus nog in HK en werd ik opgenomen in het ziekenhuis. Mijn schoonmoeder en Zoë overnachtten in een hotel in de buurt. Opnieuw werd er een echo gedaan, die bevestigde wat we eigenlijk al wisten (hoewel we stilletjes natuurlijk nog wel hadden gehoopt op een wonder). Na afloop keek de echoscopist me aan, zei niks, maar legde eventjes zijn hand op mijn hand. Dit teken van medeleven betekende zó veel voor me, dat ik spontaan begon te huilen. Niet omdat ons kindje was overleden, maar omdat deze hand op mijn hand een wereld van verschil was in vergelijking met hoe de echoscopist in Vrede Stad had gereageerd. Een gesprek met de gynaecoloog volgde en die legde me de hele procedure uit en stelde voor om de volgende ochtend te beginnen met het inleiden van de bevalling. Na nog een bloedonderzoek kon ik gelukkig op tijd naar bed en had ik een goede nachtrust.
Gistermorgen werd ik om half zes wakker gemaakt en om zes uur werd de medicatie begonnen. Gelukkig arriveerde Robin om 10.30 uur; ik was al een beetje bang dat ik het zonder hem zou moeten doen! De weeën waren vrijwel pijnloos en totdat mijn vliezen om kwart voor één braken zat ik zelfs nog gewoon e-mailtjes te schrijven en mijn Facebook account te checken. Rond één uur werd, na 17 weken zwangerchap, ons kindje geboren en niet veel later de placenta. We mochten de baby zien en ook foto's maken. Het was een jongetje, 18 cm lang en 170 g zwaar. We besloten hem Mika te noemen. Alles zat erop en eraan: tien vingertjes, tien teentjes, oogjes, oortjes, enz. Het was een emotioneel moment, maar we zijn blij dat we toch nog zo afscheid konden nemen. Volgens de dokter was de doodsoorzaak heel waarschijnlijk de navelstreng die twee keer strak om het nekje gedraaid zat. Een ongelukje dus. Niet kort daarna werd ik nog onder narcose gebracht voor een korte operatie, die van tevoren al min of meer voorspeld was.
En dat was het. Vanmorgen (zondag) mocht ik het ziekenhuis verlaten en samen met Robin en Juda stapte ik in de metro op weg naar ons hotel. Voor omstanders zag ik er waarschijnlijk uit als de normaalste persoon van de wereld, maar het liefst had ik wel uit willen schreeuwen: "Weten jullie niet dat ik gisteren een kind heb verloren ofzo?!"
Nu kan het verwerken beginnen. Eerst nog een paar dagen in HK, dan terug naar Vrede Stad.
Hoewel we natuurlijk verdrietig zijn om het verlies van dit kind, hebben we door alles heen ontzettend veel rust en vrede ervaren en werd ik getroost door de tekst: "Aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één" (Ps. 139:16) Mika's leven was kort, maar wel compleet. En we geloven dat hij nu op een betere plaats is waar hij op ons wacht.
We zien echt dat een hand van boven de omstandigheden op een perfecte manier samengebracht heeft. Dat we het overlijden van dit kindje 'bij toeval' al zo snel ontdekten (waarschijnlijk was het kindje letterlijk nét overleden toen we de echo in Vrede Stad lieten maken). Als we er niet achter waren gekomen en de bevalling was spontaan op gang gekomen, had dit ernstige gevolgen kunnen hebben voor mijn gezondheid, aangezien de placenta niet goed loskwam en gezien mijn rhesus-negatieve bloed (wat niet in Azië voorkomt).
Dat Robins ouders 'toevallig' die avond arriveerden en de zorg voor de kinderen op zich konden nemen terwijl Robin en ik in het ziekenhuis waren. Ik zou weten wat we zonder hen gemoeten hadden.
Tenslotte zijn we ontzettend dankbaar voor zoveel blijken van medeleven en zoveel vrienden en familie die in deze moeilijke periode (biddend) achter ons staan.
zondag 31 oktober 2010
maandag 25 oktober 2010
De afgelopen week...
... hadden we twee vrienden uit Lente Stad op bezoek. We bezochten met hen indrukwekkende watervallen 1,5 uur rijden hiervandaan, op de grens met Vietnam. Juda reed voor het eerst in zijn leven op een pony, we zetten voet in Vietnam, genoten van het natuurspektakel en kochten voor het eerst een hele geroosterde kip aan de kant van de weg.
... werd mij door een buurtbewoner de vraag gesteld: "Heb je dé operatie al gehad?" Nadat ze de vraag vijf keer herhaald had, begreep ik eindelijk waar ze het over had: of mijn baarmoeder en toebehoren al buiten werking gesteld waren door de dokter. Over het algemeen geldt de één-kind-politiek, maar als je bereid bent een boete te betalen, dan wordt een tweede kind ook nog toegestaan. Maar na de geboorte van je tweede kind wordt meteen het hele zaakje 'onschadelijk' gemaakt (een tweede bevalling is dan ook altijd automatisch een keizersnee). Toen ik haar vertelde dat we nog een derde kindje hopen te krijgen, reageerde ze verbaasd: "Mag dat dan?"
... praatte ik met Juda over mijn moedervlekken en vertelde hem dat papa ook veel moedervlekken had. Hij reageerde: "Neehee! Papa heeft mannenvlekken en mama heeft mevrouwenvlekken!"
... keken we de film Amish Grace. Wat een aangrijpend verhaal, maar wat een hoopbrengende boodschap. Ik heb nog nooit zó veel gehuild tijdens een film. Een absolute aanrader!
... wilde ik Juda wat warmere kleren aantrekken, maar ontdekte na het opentrekken van zijn kast dat zijn hele wintercollectie van vorig jaar nu te klein was. Ja, je weet dat kinderen groot worden, maar op dat soort momenten word je er wel even bij stil gezet dat ze groot zijn voor je er erg in hebt.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
... werd mij door een buurtbewoner de vraag gesteld: "Heb je dé operatie al gehad?" Nadat ze de vraag vijf keer herhaald had, begreep ik eindelijk waar ze het over had: of mijn baarmoeder en toebehoren al buiten werking gesteld waren door de dokter. Over het algemeen geldt de één-kind-politiek, maar als je bereid bent een boete te betalen, dan wordt een tweede kind ook nog toegestaan. Maar na de geboorte van je tweede kind wordt meteen het hele zaakje 'onschadelijk' gemaakt (een tweede bevalling is dan ook altijd automatisch een keizersnee). Toen ik haar vertelde dat we nog een derde kindje hopen te krijgen, reageerde ze verbaasd: "Mag dat dan?"
... praatte ik met Juda over mijn moedervlekken en vertelde hem dat papa ook veel moedervlekken had. Hij reageerde: "Neehee! Papa heeft mannenvlekken en mama heeft mevrouwenvlekken!"
... keken we de film Amish Grace. Wat een aangrijpend verhaal, maar wat een hoopbrengende boodschap. Ik heb nog nooit zó veel gehuild tijdens een film. Een absolute aanrader!
... wilde ik Juda wat warmere kleren aantrekken, maar ontdekte na het opentrekken van zijn kast dat zijn hele wintercollectie van vorig jaar nu te klein was. Ja, je weet dat kinderen groot worden, maar op dat soort momenten word je er wel even bij stil gezet dat ze groot zijn voor je er erg in hebt.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
maandag 18 oktober 2010
GPS
Moet ik nu wéér gaan schrijven over onze meest recente maandelijkse visa run naar het buitenland, die we vorige week maakten? Moet ik gaan schrijven dat de autoreis naar Hong Kong wel erg lang was (15 uur)? Dat het weer erg vermoeiend was met de kinderen (maar uiteraard ook voor de kinderen)? Moet ik weer gaan schrijven over douanes, ambassades, bussen en metro's? Ik geloof dat ik in de herhaling zou gaan vallen en bovendien vrees ik dat er lezers zouden zijn die vinden dat ik op mijn blog wel erg veel klaag over mijn leven hier.
Dus, een wat luchtiger stukje over onze GPS.
Ik persoonlijk ben meer van de kaarten. Als we op reis gaan dan zoek ik graag zelf uit welke route we rijden en waar de plaats van bestemming zich bevindt. Robin daarentegen is van het makkelijke en denkt: als een machientje het voor mij kan doen, waarom zou ik dan mijzelf er mee vermoeien?
En dus gingen we afgelopen woensdag op pad met slechts een straatnaam van ons overnachtingsadres op een briefje, zodat we dat konden intoetsen in de GPS. Eigenlijk ging de reis heel voorspoedig en tegen acht uur 's avonds arriveerden we in de straat waar het hotel vlakbij zou moeten liggen. Maar hoe we ook zochten, het hotel bleek onvindbaar. Na drie kwartier rondrijden vroegen we eindelijk aan iemand de weg. "Oh, maar dat ligt in de stad!" was zijn antwoord. Huh? In de stad? Waar zaten we nu dan? Tja, als we dat eens wisten. We hadden tenslotte blindelings de aanwijzingen van de GPS gevolgd en hadden dus geen idee waar we gestrand waren. Waarschijnlijk waren we in een voorstad van die grote stad beland, die toevallig óók een straat met die naam had (elke stad hier heeft tenslotte een Volks Straat). We bleken ons 20 km van de straat van bestemming te bevinden. Gelukkig, uiteindelijk wees onze trouwe, grijze vriend ons wél de goede weg, maar we hadden door zijn 'misleiding' wel een vertraging van anderhalf uur opgelopen.
Na drie dagen hadden we ons vertrouwen in de GPS weer hervonden en dus toetsten we voor de terugreis ons thuisadres in en met ons verstand op nul gingen we weer op weg. Het eerste uur ging goed, maar toen gaf het schermpje aan dat we van de snelweg af moesten. We dachten: hij zal de weg wel weten. En dus verlieten we de snelweg, om er al snel achter te komen dat we dwars door een mega-grote miljoenenstad geleid werden. Verkeerslichten, rotondes, fietsen, brommers; dit schoot echt niet op. Waarschijnlijk is er een instelling op ons machientje die je laat kiezen tussen 'snelste weg' en 'kortste weg' (maar dan in karakters). Het kan haast niet anders dan dat die instelling op 'kortste weg' weg staat, want geen normaal denkend mens zou ooit zo'n route dwars door zo'n grote stad kiezen. De overige aanwijzingen van Mr-I-Know-The-Way in de wind slaand baanden we ons zo snel mogelijk weer een weg naar de snelweg en vervolgden onze weg, dit keer mét kaart.
Het gebruik van zo'n apparaatje met een menu in een taal waarin je vloeiend bent zou ons waarschijnlijk minder problemen opleveren. Maar zeker het lokale schrift hier zijn we ons nog lang niet volledig eigen, en dus doen we er misschien verstandig aan om voorlopig nog even ons eigen verstand en inzicht te gebruiken wanneer we de weg op gaan.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
p.s. onze GPS hadden we gratis van iemand gekregen, ik geloof niet dat ik er akkoord mee zou gaan om daar geld aan uit te geven...
Dus, een wat luchtiger stukje over onze GPS.
Ik persoonlijk ben meer van de kaarten. Als we op reis gaan dan zoek ik graag zelf uit welke route we rijden en waar de plaats van bestemming zich bevindt. Robin daarentegen is van het makkelijke en denkt: als een machientje het voor mij kan doen, waarom zou ik dan mijzelf er mee vermoeien?
En dus gingen we afgelopen woensdag op pad met slechts een straatnaam van ons overnachtingsadres op een briefje, zodat we dat konden intoetsen in de GPS. Eigenlijk ging de reis heel voorspoedig en tegen acht uur 's avonds arriveerden we in de straat waar het hotel vlakbij zou moeten liggen. Maar hoe we ook zochten, het hotel bleek onvindbaar. Na drie kwartier rondrijden vroegen we eindelijk aan iemand de weg. "Oh, maar dat ligt in de stad!" was zijn antwoord. Huh? In de stad? Waar zaten we nu dan? Tja, als we dat eens wisten. We hadden tenslotte blindelings de aanwijzingen van de GPS gevolgd en hadden dus geen idee waar we gestrand waren. Waarschijnlijk waren we in een voorstad van die grote stad beland, die toevallig óók een straat met die naam had (elke stad hier heeft tenslotte een Volks Straat). We bleken ons 20 km van de straat van bestemming te bevinden. Gelukkig, uiteindelijk wees onze trouwe, grijze vriend ons wél de goede weg, maar we hadden door zijn 'misleiding' wel een vertraging van anderhalf uur opgelopen.
Na drie dagen hadden we ons vertrouwen in de GPS weer hervonden en dus toetsten we voor de terugreis ons thuisadres in en met ons verstand op nul gingen we weer op weg. Het eerste uur ging goed, maar toen gaf het schermpje aan dat we van de snelweg af moesten. We dachten: hij zal de weg wel weten. En dus verlieten we de snelweg, om er al snel achter te komen dat we dwars door een mega-grote miljoenenstad geleid werden. Verkeerslichten, rotondes, fietsen, brommers; dit schoot echt niet op. Waarschijnlijk is er een instelling op ons machientje die je laat kiezen tussen 'snelste weg' en 'kortste weg' (maar dan in karakters). Het kan haast niet anders dan dat die instelling op 'kortste weg' weg staat, want geen normaal denkend mens zou ooit zo'n route dwars door zo'n grote stad kiezen. De overige aanwijzingen van Mr-I-Know-The-Way in de wind slaand baanden we ons zo snel mogelijk weer een weg naar de snelweg en vervolgden onze weg, dit keer mét kaart.
Het gebruik van zo'n apparaatje met een menu in een taal waarin je vloeiend bent zou ons waarschijnlijk minder problemen opleveren. Maar zeker het lokale schrift hier zijn we ons nog lang niet volledig eigen, en dus doen we er misschien verstandig aan om voorlopig nog even ons eigen verstand en inzicht te gebruiken wanneer we de weg op gaan.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
p.s. onze GPS hadden we gratis van iemand gekregen, ik geloof niet dat ik er akkoord mee zou gaan om daar geld aan uit te geven...
maandag 11 oktober 2010
Niet per definitie vriendjes
Een half jaar geleden zat ik met een vriendin, moeder van drie jongens, in de bus en ze waarschuwde me dat vanaf nu ik de hele dag door politie-agentje zou spelen tussen de kinderen. Zoë was toen 10 maanden oud, kroop nog niet eens en vermaakte zich met rammelaars, bijtringen en zachte knuffeltjes. Zoë was Juda's kleine knuffelpopje en er was geen spoortje jaloezie te bekennen. Dus ik wuifde mijn vriendins waarschuwing weg en zei nog: "Misschien valt het bij ons wel mee, omdat het om een jongen en een meisje gaat." Niet veel later, zodra Zoë ging kruipen, begon Juda's kijk op zijn kleine zusje te veranderen: van schattig knuffelpopje naar bedreiging. Nu kon ze zijn speelgoed pakken en dat was natuurlijk onwenselijk.
Een paar maanden geleden sprak ik met een andere vriendin over de telefoon en ik deelde over de jaloezie, het afpakken, geruzie, enz., maar ik zei erbij: "Het zal allemaal wel bij de leeftijd horen." Haar reactie daarop houdt me sindsdien bezig: "Er is geen garantie dat ze elkaar over een paar jaar wel leuk zullen vinden hoor." Ineens realiseerde ik me (eigenlijk voor het eerst sinds het begin van mijn moederschap): ja, broertjes en zusjes zijn niet per definitie beste vriendjes. In Nederland zou ik me daar niet zo druk over gemaakt hebben, maar juist hier, waar vriendjes maken met lokale kinderen niet zo gemakkelijk is/zal zijn voor onze kinderen, had me dat wel ideaal geleken. Eigenlijk vond ik het ook wel leuk dat er maar anderhalf jaar tussen Juda en Zoë zat, want dan konden ze leuk met elkaar spelen. Niet per definitie dus.
De tijd zal het leren...
Klik hier voor een aantal foto's uit september
Een paar maanden geleden sprak ik met een andere vriendin over de telefoon en ik deelde over de jaloezie, het afpakken, geruzie, enz., maar ik zei erbij: "Het zal allemaal wel bij de leeftijd horen." Haar reactie daarop houdt me sindsdien bezig: "Er is geen garantie dat ze elkaar over een paar jaar wel leuk zullen vinden hoor." Ineens realiseerde ik me (eigenlijk voor het eerst sinds het begin van mijn moederschap): ja, broertjes en zusjes zijn niet per definitie beste vriendjes. In Nederland zou ik me daar niet zo druk over gemaakt hebben, maar juist hier, waar vriendjes maken met lokale kinderen niet zo gemakkelijk is/zal zijn voor onze kinderen, had me dat wel ideaal geleken. Eigenlijk vond ik het ook wel leuk dat er maar anderhalf jaar tussen Juda en Zoë zat, want dan konden ze leuk met elkaar spelen. Niet per definitie dus.
De tijd zal het leren...
Klik hier voor een aantal foto's uit september
maandag 4 oktober 2010
Wennen
"Hoe komt het dat hij/zij zulk wit haar heeft?" Deze vraag werd in Lente Stad zo nu en dan gesteld als ik met Juda of Zoë over straat ging, maar dan wel door kinderen. Hier in Vrede Stad is mij die vraag al een paar keer gesteld door een volwassene. Die zouden toch beter moeten weten, denk ik dan. Maar nee, hier in Vrede Stad heeft het merendeel van de bevolking nog nooit een blond kind gezien. "Daar is hij/zij mee geboren," is altijd mijn antwoord, waarna een ongelovig "Echt waar?" klinkt.
De lokale bevolking moet aan ons wennen. De eerste avonden hadden we kinderen die buiten bij ons raam stonden te schreeuwen: "Buitenlander! Buitenlander!" en op straat horen we om ons heen geroezemoes "Kijk, een Amerikaan!". De wereld is voor de meeste mensen hier niet groter dan hun eigen stad of provincie. Een enkeling is wel eens in de hoofdstad geweest, maar vrijwel niemand heeft wel eens het buitenland bezocht. Het buitenland staat voor het merendeel gelijk aan Amerika en een blanke dus aan een Amerikaan.
Meestal stoot men elkaar aan en fluistert men wat als we voorbijlopen. Maar een enkele keer breekt een luid gegil uit (meestal door tienermeiden) alsof een beroemde popster op straat gespot wordt en worden mobieltjes tevoorschijn gehaald om dit fenomeen met een digitaal cameraatje vast te leggen.
Maar het is wennen van twee kanten. Wij moeten wennen aan de vreemde taal die mensen onderling praten (een compleet andere taal dan die wij de afgelopen twee jaar bestudeerd hebben), aan de beestjes (voornamelijk muggen en spinnen) die ons huis binnendringen (die hadden we niet op de 10e), aan het gebrek aan westerse levensmiddelen en aan de markt, waar naast kippen, ganzen, vissen, geiten, varkens en koeien ook kooitjes met honden en konijnen uitgestald staan, mocht je daar trek in hebben.
Komend weekend arriveert de laatste verhuisvracht uit Lente Stad, met daarin onder andere onze eettafel, kledingkast, voorraadkast en fietsen. Hopen dat hier in huis dan ook dingen eindelijk een definitieve plek kunnen krijgen, wat het thuis-gevoel hopelijk zal vergroten.
De lokale bevolking moet aan ons wennen. De eerste avonden hadden we kinderen die buiten bij ons raam stonden te schreeuwen: "Buitenlander! Buitenlander!" en op straat horen we om ons heen geroezemoes "Kijk, een Amerikaan!". De wereld is voor de meeste mensen hier niet groter dan hun eigen stad of provincie. Een enkeling is wel eens in de hoofdstad geweest, maar vrijwel niemand heeft wel eens het buitenland bezocht. Het buitenland staat voor het merendeel gelijk aan Amerika en een blanke dus aan een Amerikaan.
Meestal stoot men elkaar aan en fluistert men wat als we voorbijlopen. Maar een enkele keer breekt een luid gegil uit (meestal door tienermeiden) alsof een beroemde popster op straat gespot wordt en worden mobieltjes tevoorschijn gehaald om dit fenomeen met een digitaal cameraatje vast te leggen.
Maar het is wennen van twee kanten. Wij moeten wennen aan de vreemde taal die mensen onderling praten (een compleet andere taal dan die wij de afgelopen twee jaar bestudeerd hebben), aan de beestjes (voornamelijk muggen en spinnen) die ons huis binnendringen (die hadden we niet op de 10e), aan het gebrek aan westerse levensmiddelen en aan de markt, waar naast kippen, ganzen, vissen, geiten, varkens en koeien ook kooitjes met honden en konijnen uitgestald staan, mocht je daar trek in hebben.
Komend weekend arriveert de laatste verhuisvracht uit Lente Stad, met daarin onder andere onze eettafel, kledingkast, voorraadkast en fietsen. Hopen dat hier in huis dan ook dingen eindelijk een definitieve plek kunnen krijgen, wat het thuis-gevoel hopelijk zal vergroten.
Abonneren op:
Posts (Atom)