dinsdag 25 oktober 2011

Nederlaag

Vanavond maar eens, voor het eerst sinds ons verblijf in Nederland, stamppot gemaakt. Lekker met blokjes kaas erdoor en rookworst en jus erbij. Oké ik zou er geen prijs mee hebben gewonnen, maar op zich vonden zowel Robin als ik het niet vies.

Normaal gesproken krijgen de kinderen de helft van hun vlees bij hun eten en als hun bord leeg is de andere helft. Maar Robin gooide het vanavond over een andere boeg en gaf ze allebei direct al hun vlees. "Het tweede stukje mag je pas opeten als je bord leeg is," zei hij er nog bij. Maar dat is natuurlijk de kat op het spek binden. Of beter gezegd: het kind op de worst. Natuurlijk aten ze allebei direct hun vlees op, om vervolgens zonder enige interesse naar het overgebleven hoopje stamppot rauwe andijvie met jus te blijven kijken. Nu is Juda altijd wel makkelijk te chanteren/manipuleren met een beloning (= waterijsje als toetje) en die had uiteindelijk redelijk rap zijn bord leeg. Maar Zoë hield haar kaken stijf op elkaar. Ik zei tegen Robin, die altijd naast Zoë zit: "Ga maar even aan de kant, dan zal ik haar wel even helpen." Robin nam plaats aan de andere kant van de tafel en sloeg het schouwspel geamuseerd gade.

"Oké Zoë, mondje open." Geen reactie. "Eén-nul voor Zoë," klinkt het vanuit het publiek.
"Zoë, ga je goed naar mama luisteren?" Nog geen reactie. "Twee-nul voor Zoë," vervolgt de commentator zijn verslag.
"Zoë, moet mama je even meenemen naar je kamer?" "Nee, ikke goed luisteren!"
Ja, nu komen we ergens! Maar nee hoor, het mondje blijft toch stijf dicht. Drie-nul.
Als ouder moet je natuurlijk consequent zijn en doen wat je zegt en dus sjor ik Zoë uit haar kinderstoel en neem haar mee naar haar kamer. Na een stevige vermaning zegt Zoë dat ze goed zal luisteren en goed zal gaan eten. Maar zodra ze weer in haar kinderstoel zit, bedenkt ze zich en kijkt zwijgend uit het raam. Dochterlief heeft intussen vier punten gescoord, terwijl het scorebord van moeders nog steeds op nul staat.
"Als je je bord leeg hebt, mag je ook een ijsje." Ook de herhaaldelijk noemen van het chantagemiddel maakt geen indruk. Vijf-nul.
"Juda, wat heb jij goed je bord leeggegeten!" (volgens Robin een niet-toegestane vergelijking, maar volgens mezelf gewoon een legitieme observatie). Hiermee komt de tussenstand op zes-nul.
Robin vindt het natuurlijk schitterend dat het mij ook niet lukt om er zelfs maar één hap in te krijgen bij onze puber-peuter.
Maar de strijd is wat mij betreft nog niet gestreden.
"Zoë, wil je nóg een keer mee naar je kamer?" En opnieuw til ik haar uit haar kinderstoel en spreek haar op haar kamer stevig toe, waarna ze beterschap belooft. Mooi niet dus. Zeven-nul.
Ik voel dat ik afsteven op een nederlaag.
"Oké Zoë, drie happen dan." Acht-nul.
"Nou, als het eten zó gaat, dan wordt er voortaan niet meer gesnoept." Negen-nul.
Hoe we uiteindelijk bij tien-nul zijn gekomen weet ik niet meer, maar natuurlijk moest ik het onderspit delven en bleef het prakje onaangeroerd.

Robin en ik kijken elkaar aan en schieten in de lach, terwijl ik toch ook wel tranen van frustratie in m'n ogen krijg. Als we de voorgaande 10 minuten hadden gefilmd, was het mooi materiaal geweest voor The Nanny of Schatjes, om te laten zien hoe het niet moet. Juda vraagt waarom papa en mama zo moeten lachen en Robin antwoordt: "Omdat papa en mama zo houden van opvoeden."

Robin kijkt Zoë serieus aan en zegt: "Jij, jongedame," er klinkt een dreigende stilte, "bent vanavond het onderwerp van mama's blog."


Gelukkig maakte het (opnieuw) zien van dit youtube-filmpje mijn avond weer goed, want wat is er mooier dan het moederschap?

dinsdag 18 oktober 2011

Spitsuur met drie kinderen

"Oké jongens, papa gaat nu weg en dat betekent dat mama er alleen voor staat. Jullie moeten dus goed naar mama luisteren en mama goed helpen. Afgesproken?" Terwijl ik het mezelf hoor zeggen, denk ik: andere moeders in mijn vriendenkring zouden me eens moeten horen. Ze zouden zeggen: "Dus je staat er een dagje alleen voor met de kinderen? So what? Dat is voor mij dagelijkse realiteit!" of "Dus je moet twee kinderen naar bed brengen terwijl nummer drie op de achtergrond ligt te huilen? Ja en?"

Hoewel we qua opvoeding best een aantal dingen moeten opgeven door het 'beroep' dat we gekozen hebben, hebben we één ding mee: Robin is er vrijwel altijd tijdens de spitsuur-momenten. Toen Robin in Vrede Stad Engelse les gaf, ging hij pas na het ontbijt weg, was voor de lunch weer terug en aan het eind van de middag was hij ook weer terug voordat ik begon met koken. En ook nu in Nederland is Robin veel thuis en kookt hij vaak, neemt vaak de zorg voor Juda en Zoë op zich of loopt met een onrustige Salomé op zijn arm (die overigens de hele dag slaapt, alleen tussen 17.00 en 20.00 een paar onrustige uurtjes heeft). Een luxepositie dus. En regelmatig denk ik: hoe doen andere moeders dat dan? Als je een pasgeboren baby hebt en er zijn kinderen die naar school gebracht moeten worden? Of als er gekookt moet worden terwijl er een kind ligt te blèren? Of als je je kind zit te voeden en een peuter roept dat haar billen afgeveegd moeten worden? Het is me een raadsel. Dus ik heb wel makkelijk praten als ik zeg: "Zo'n derde doe je er effe bij," want in feite ben ik natuurlijk hartstikke verwend met zo'n man die vaak thuis is.

Zaterdag zat ik een beetje te mopperen op Robin die al voor de TWEEDE keer een basketbalwedstrijd tijdens het avond-spitsuur moest spelen. Moest ik alwéér (waarschijnlijk de derde keer sinds Salomé's geboorte) de kinderen alleen naar bed brengen terwijl Salomé lag te jammeren. Daar zat ik weer met m'n pity-party (zelfmedelijden-feestje). Volledig onterecht natuurlijk.
En voor de vrouwen van wie de mannen regelmatig laat thuis zijn of zelfs op reis zijn: ik heb diep respect en bewondering voor jullie. Het is geen makkie!

dinsdag 11 oktober 2011

Hoe het afliep

Eerder dit jaar schreef ik al twee keer over een vriendin van mij die in hetzelfde land woont als ons (zie de stukjes Gedeelde smart is halve smart en Het verhaal gaat verder). Onze oudste kinderen (allebei jongens) schelen drie weken, onze tweede kinderen (allebei meisjes) werden ook drie weken na elkaar geboren. Zelfs onze miskramen vonden bijna vier weken na elkaar plaats en nu werd haar zoontje Boaz drie weken na onze dochter Salomé geboren. Toen ze ons belden en ons vertelden dat ze hun kindje Boaz hadden genoemd, schoot ik in de lach en zei: "Het is maar goed dat wij geen jongetje hebben gekregen, anders hadden jullie op zoek gemoeten naar een andere naam, want wij hadden ook Boaz als jongensnaam!" Over toeval gesproken...

Dan nog even een update over ons wel-en-wee. Op dit moment zijn de drie meest-gestelde vragen: "Hoe gaat het met Salomé?", "Kom je 's nachts nog een beetje aan je rust toe?" en "Hoe vindt Juda het op school?"
Dan nu de antwoorden.
Salomé is een heerlijk rustig kind. Soms denk ik echt van: is dit wel normaal? Want met de andere twee had ik heel andere ervaringen. Ze slaapt veel, huilt weinig en kan prima alleen in de box liggen. Geen kind aan dus. Ook 's nachts slaapt ze als een blok. Ze komt halverwege de nacht nog wel een keer om een voeding, maar daarna kan ik haar weer zo terugleggen en slaapt ze weer verder. Op die manier word ik zelf ook nog wel redelijk uitgerust wakker 's ochtends.
En dan Juda. Die bloeit helemaal op op school en zit daar echt op z'n plek. Hij is veel socialer en vrolijker geworden sinds hij naar school gaat. Ook voor ons genieten dus.
Nou ja, als ik het toch over Salomé en Juda heb, dan ook nog maar even over Zoë. Een eigenwijze, dwarse peuterpuber, maar toch ook heel lief en schattig. Wat betreft zindelijkheid heb ik inderdaad te vroeg gejuicht: na de geboorte van Salomé is ze weer in haar broek gaan plassen. Ik had het ook wel kunnen weten, want dat soort terugvallen hebben we ook vaak bij Juda gezien. Geduld, geduld, geduld. Als ze achttien is zal ze vast niet meer in haar broek plassen.
Tenslotte dan nog Robin. Die is weer begonnen met basketballen en kon zich zo weer aansluiten bij zijn oude team. Dus die traint twee avonden in de week en speelt in het weekend vaak een wedstrijd.
En ik? Ik ben druk met voeden, huishouden, boodschappen en hoop in de loop van deze week eindelijk weer eens een nieuwsbrief de (elektronische) deur uit te doen. Maar voor de trouwe lezers van mijn blog zal daar helaas weinig nieuws in staan...

dinsdag 4 oktober 2011

Schoolplein

Had ik al eens geschreven dat ik een introvert ben? Volgens mij wel, maar misschien ook wel niet. Anyway, zo ben ik geboren en zo zal ik waarschijnlijk ook dood gaan. Hoe vaak heb ik in het verleden wel niet gewild dat dit anders was, heb ik gebeden dat ik wat meer extravert mocht worden. Want op school gold: de meisjes die het hardst schreeuwden, waren het populairst. Ik dacht: extraverte mensen hebben de toekomst, als introvert kom je nergens. Gelukkig heb ik ermee leren leven en heb ik het geaccepteerd. Sterker nog, ik heb het leren zien als toch wel een hele waardevolle eigenschap. Introverte mensen hebben niet mindere kwaliteiten dan extraverten, maar andere.

Maar het belangrijkste is dat ik weet dat God me zo gemaakt heeft en dat Hij daarmee een doel had. Niet om ermee te leren leven, maar om ermee tot bloei te komen. Hij wil dat ik het onderste uit de pan haal van deze eigenschap, dat ik het ten volle benut en dat ik anderen ermee tot zegen ben. Hoe? Misschien wel door mensen een luisterend oor te bieden, misschien wel door mensen een moment van rust en stilte te bieden, misschien wel door het schrijven van deze blog (want in mijn eentje achter de computer zitten gaat me nu eenmaal makkelijker af dan me onder de mensen begeven), misschien wel door voor mensen te bidden, misschien wel door het schrijven van e-mails en waarschijnlijk op nog heel veel meer manieren die ik nu niet zie.

Waarom ik dit stukje nou 'schoolplein' genoemd heb? Nou, omdat ik het schoolplein op het moment een best wel vervelende plaats vind. Regelmatig haal ik Juda op van school, deels om Robin te ontzien, deels om de extra pondjes rond mijn buik en heupen eraf te fietsen, maar vooral om die superblije blik van Juda te zien zodra hij me op het schoolplein gespot heeft en om te zien hoe enthousiast hij dan op me afrent. That makes my day. Maar de minuten die daaraan voorafgaan vind ik echt zenuwslopend. Ik ken nog geen van de andere moeders en weet ook niet welke moeders een kind in Juda's klas hebben. Om me heen zie ik overal groepjes moeders kletsen en gezellig doen, terwijl ik daar sta en mezelf onzichtbaar probeer te maken. Bah, bah, bah. Ik weet dat deze periode tijdelijk is en dat zodra ik wat vaker m'n gezicht laat zien op school, ik ook meer mensen zal leren kennen en binnen de kortste keren ook gezellig mee sta te kletsen. Maar vooralsnog sta ik nog even in gedachten op mezelf te schelden: stomme introvert.

Onee, niet stom , waardevol.