Wat vond ik het allemaal overweldigend: die eerste jaren van een jong gezin. Toevallig vielen de eerste jaren van ons gezin samen met de eerste jaren van ons wonen in Azië, dus dat zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan het achtbaangevoel.
Juda was vijf maanden oud toen we naar Azië vertrokken. Binnen een paar maanden was ik alweer zwanger en anderhalf jaar na Juda diende Zoë zich aan. Na een jaar borstvoeding was ik al gauw weer zwanger van de derde, een kind dat we helaas bijna halverwege de zwangerschap weer aan God terug moesten geven. Maar tien maanden later werden we verblijd met de komst van Salomé, geen vervanging van ons overleden kindje, maar wel een verzachting van het verdriet.
En toen.... was ik er HELEMAAL klaar mee. Voor mij geen zwangerschappen en baby’s meer, wist ik zeker. Dus ik gaf al mijn babyspullen en positiekleding weg en als we niet in zo’n afgelegen gebied hadden gewoond, dan was Robin intussen ongetwijfeld al ‘onschadelijk’ gemaakt.
Maar de gebroken nachten werden minder, het gesjouw met een kind op je arm hield op, er hoefden geen babyhapjes meer gemaakt te worden, er hoefde geen kind meer gevoerd te worden, er hoefden geen luiers meer verschoond te worden en ik verbaasde me erover dat er nog een andere wereld bestond buiten die oneindige oververmoeidheid.
En dus, na Salomé’s tweede verjaardag, realiseerde ik me: ik had de achtbaan achter me gelaten en was in rustiger vaarwater terechtgekomen.
Er was weer ruimte: in mijn hoofd, in mijn energievoorraad, in mijn tijd.
Deze hele inleiding was eigenlijk alleen maar bedoeld om jullie voor te bereiden op het nieuws dat we in januari opnieuw een kind in ons gezin hopen te verwelkomen. Natuurlijk heeft de ervaring uit het verleden ons geleerd dat we alleen maar kunnen zeggen ‘hopen’ en dat je ons niet zult horen zeggen: “In januari komt de baby.” Maar: ik ben nu 11 weken zwanger en: so far, so good (= tot nu toe alles goed).
Eerlijk gezegd had ik wel mijn twijfels over ruimte in ons budget. Onze manier van leven is uiteraard geen vetpot en natuurlijk brengt een extra kind ook extra kosten met zich mee. Zouden we nog wel rond kunnen komen? Maar ook hierin mocht ik al snel ‘ruimte’ ervaren: we zijn nog nooit iets tekort gekomen, God heeft altijd ruim voorzien in wat we nodig hadden! Zou God dan nu zeggen: “Tot drie kinderen zorg ik voor je, maar bij de vierde hou ik ermee op”. Gekheid natuurlijk! Zijn zorg is grenzeloos en zijn middelen zijn eindeloos. We hoeven niet te twijfelen aan zijn zorg voor ons, of we nu drie, vier of tien kinderen hebben!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
We vinden het leuk om zo nu en dan iets van onze lezers te horen. Je reactie wordt niet direct zichtbaar, maar pas nadat hij door ons gelezen is. Graag je naam erbij vermelden.