maandag 26 maart 2012

(weer) naar school

Als we het in Nederland over de Chinese school hadden, was Juda daar goed over te spreken. En na onze terugkomst in Vrede Stad vroeg Juda elke morgen "Mam, mag ik vandaag naar de Chinese school?" en Zoë was helemaal enthousiast dat ze naar dezelfde school zou gaan als haar grote broer.

Dus na 5 'school-loze' weken vonden we het toch wel tijd om weer eens een kijkje te gaan nemen bij de plaatselijke peuter-/kleuterschool Roodkapje. Niet alleen voor wat uitdaging en afwisseling voor de kinderen, maar ook zodat Robin en ik af en toe even onze handen vrij hebben. Want 24 uur per dag, 7 dagen per week drie kids in huis is toch wel druk, als je ondertussen ook nog bezig bent om je huis en je leven weer een beetje op orde te krijgen.

Dus afgelopen donderdag was de grote dag en ze hadden er allebei zin in.
Totdat.... we op school arriveerden en Juda zich leek te realiseren dat iedereen daar Chinees sprak (wat hij echt helemaal kwijt lijkt te zijn), dat hij niet meer in hetzelfde lokaal zou zitten en dat hij andere juffen zou hebben. Waarschijnlijk was hij in de weken ervoor ook even vergeten dat ze op school drie keer per dag rijst eten, geen speelgoed hebben en niet knutselen. Intussen hebben we hem al drie ochtenden gebracht en elke ochtend is het huilen geblazen (terwijl hij dat in Harderwijk nooit heeft gedaan). Gelukkig mag hij af en toe even bij zijn zusje kijken, die een verdieping lager zit. Ook hoeft hij maar naar de TV te wijzen en de juf zet voor hem (het zeer educatieve) Spongebob aan.

Het verschil in karakter tussen Juda en Zoë werd ook in deze situatie weer duidelijk. Juda is gevoelig en afwachtend, Zoë verwelkomt nieuwe situaties en nieuwe mensen met open armen en stapt elke ochtend moedig haar klas binnen, waar ze vervolgens natuurlijk de hele ochtend vertroeteld wordt door haar juffen.

Toen we de kinderen die eerste ochtend weggebracht hadden verliet ik wéér een school met tranen in mijn ogen. Voor de hoeveelste keer nu al, vroeg ik me af. Eerst toen we Juda voor het eerst naar school brachten in Lente Stad, vervolgens toen hij daar afscheid moest nemen. Daarna voor het eerst naar school in Vrede Stad en natuurlijk moest hij daar vorig jaar ook weer afscheid nemen. Voor het eerst naar school en peuterspeelzaal in Harderwijk, waar ze vorige maand na zes maanden afscheid moesten nemen van de zeer geliefde juffen Trudie en Rosalie. En nu dit weer...

Het is dus moeilijk, maar ik probeer ook steeds naar Juda toe te benadrukken dat we graag willen dat hij naar school gaat zodat hij Chinees kan leren. Hoe kan hij anders met de andere kinderen in de buurt spelen? Gisteren vroeg Juda aan me: "Mama, heb ik hier vriendjes?" Ik antwoordde: "Ja, je hebt toch Lauren?" Maar in gedachten zei ik tegen mezelf: "Tanja, dat is niet z'n vriend(innet)je, dat is toevallig het enige niet-chinese (maar toch half-chinese) leeftijdsgenootje in de stad." Wat is het pijnlijk voor een moeder om te zien dat je kind worstelt, terwijl je hebt gezien dat hij op een andere plek zo goed functioneerde. Maar goed, niemand zal ook beweren dat het moederschap makkelijk is....

maandag 19 maart 2012

Bezoek aan Lente Stad

En toen maakten we ons vorige week woensdag, twee weken na aankomst in Vrede Stad, ineens klaar om naar Lente Stad te vertrekken. Fijn dat we daar inkopen zouden kunnen doen, mooi dat de auto een grote beurt kon krijgen en leuk om weer eens wat vrienden te zien. Maar de belangrijkste reden om zo snel na aankomst in Vrede Stad alweer op pad te gaan was mijn gezondheid.

Al twee jaar geleden kreeg ik na een flinke verkoudheid last van mijn ademhaling en in eerste instantie dacht ik aan een probleem aan mijn longen. In Thailand heb ik er toen naar laten kijken, maar de dokter kon niks bijzonders vinden. De problemen bleven echter. Afgelopen zomer kwam daar toen ineens doofheid aan mijn rechteroor bij, die overigens na een paar weken weer wegtrok. Weer naar de dokter, die me een zoutoplossing voor mijn neus voorschreef. Tenslotte kreeg ik twee maanden geleden een raar gevoel in mijn hals en ontdekte ik een bobbel achter mijn oor. Weer naar de huisarts, maar die kon niks bijzonders vinden, dus die stuurde me weer naar huis. Op zo'n moment ga je echt aan jezelf twijfelen: ben ik gek? Voel ik dingen die er niet zijn? Of resulteren de stress en spanning misschien in lichamelijke klachten?
Niet fijn om op die manier op reis te gaan.

Helaas namen de klachten toe en kampte ik de afgelopen twee weken met hoofdpijn, duizeligheid en benauwdheid. Dat deed ons besluiten om naar Lente Stad af te reizen en een buitenlandse dokter op te zoeken. Dus vorige week woensdagochtend stapten we in de auto en elf uur later arriveerden we bij onze vrienden in Lente Stad, die zo lief waren om hun appartement voor ons open te stellen. De volgende ochtend meteen naar de internationale kliniek, waar ik een verwijsbrief kreeg voor allerlei bloedonderzoeken, voor een echo van mijn schildklier en voor een CT-scan. Ik was zó blij dat ik serieus werd genomen, ook al ontdekte de Amerikaanse arts zelf niks bijzonders. Dus meteen door naar een lokaal ziekenhuis waar ik de onderzoeken moest laten doen.

Nu ben ik nooit echt dol op de lokale ziekenhuizen, vooral omdat ze vies zijn en omdat het personeel vaak onbeleefd en weinig meewerkend is. Maar, ondanks dat, is de behandeling goedkoop en snel. We stapten om elf uur het ziekenhuis binnen, zonder van tevoren een afspraak gemaakt te hebben, en een uur later stonden we weer buiten, na een CT-scan, een echo, bloedafname en 40 Euro lichter.

Vanmorgen de resultaten weer meegenomen naar de dokter bij de internationale kliniek die maar bleef zeggen: "Excellent! Excellent!" Met andere woorden: alle uitslagen waren goed en hij vond dat ik met een gerust hart weer naar Vrede Stad kon vertrekken. Lastig om te zeggen of ik er blij mee ben. Aan de ene kant natuurlijk fijn dat de dokter me gezond verklaard heeft, aan de andere kant heel vervelend dat de oorzaak van mijn klachten nog steeds niet boven tafel zijn gekomen.

En dus stappen we morgenochtend weer in de auto en dalen weer af naar Vrede Stad, om daar het leven weer op te pakken. Helaas nog steeds met dezelfde klachten en nog geen steek wijzer...

maandag 12 maart 2012

Vertrouwen

Vorige week zaterdag zaten we met een aantal Maleisische vriendinnen te eten. Ik weet niet meer hoe het gesprek erop kwam, maar één van hen waarschuwde me dat ik een bepaald merk olie niet meer moest gebruiken. Oja, en melk van het merk MengNiu had ook problemen. Een andere vriendin viel haar bij en vertelde dat we geen pannen van het merk Supor konden gebruiken, want daar zat een kankerverwekkend laagje op. Dit is niet voor het eerst dat dit soort geruchten ons bereiken. Eerder hoorden we al horrorverhalen over het zout (slechts één merk zou deugen), het vlees (hormonen), rozijnen (chemicaliën), groenten en fruit (pesticiden) en restaurantvoedsel (bevat MSG = een smaakversterker). En zuivelproducten zijn natuurlijk al jarenlang uit den boze, na het melamineschandaal in 2008. Natuurlijk heel lief van al deze mensen die ons willen helpen door voor al deze zaken te waarschuwen, maar ik vraag me af of we er wel echt mee geholpen zijn. We moeten toch eten?! Als we geen vlees, groenten, fruit, zuivel en zout meer kunnen kopen/eten, dan kunnen we beter naar huis gaan.

Maar toch blijft er het wantrouwen. En niet alleen op het gebied van eten, maar bijvoorbeeld ook als je het hebt over verf, speelgoed en kleding. Gaat het niet om giftige stoffen, dan gaat het wel om slechte kwaliteit. En het gaat nóg verder, want ook de gezondheidszorg en het onderwijs vertrouw ik nauwelijks.

En dan de mensen. Vorige week waren we de autopapieren kwijt. Robin dacht dat hij ze misschien onderweg was verloren en we vroegen ons af of we naar de politie zouden gaan om te vragen of ze misschien gevonden waren. Maar allebei kwamen we al snel tot de conclusie: een local zou nooit een gevonden voorwerp naar de politie brengen. Zo werkt het hier gewoon niet. Geen idee waarom niet, want de mensen zijn echt niet onaardig of gemeen, maar soms missen ze (naar westerse maatstaven) wel een stukje inlevingsvermogen en hulpvaardigheid.
En omdat we hier in een eercultuur leven en niet een rechtvaardigheidscultuur, is liegen heel gewoon. Het is belangrijker om de eer van jezelf of van een ander hoog te houden, dan om de waarheid te spreken.

Nu schrijf ik dit allemaal niet om even lekker negatief te doen over het land waarin we wonen, maar om aan te geven dat ik hier best mee worstel. Als wij ons hier willen settelen, hier ons thuis willen maken, een leven en relaties op willen bouwen, dan moet de basis toch vertrouwen zijn? We kunnen toch niet eindeloos westers speelgoed, westers eten en westerse kleding blijven kopen? Nou ja, het kán wel, want er zijn genoeg expats (vooral in de grote steden) die in een soort expat-bubble leven. Maar dat kan toch niet de bedoeling zijn? In ieder geval niet voor ons, want dan missen we ons doel van het hier zijn. Maar hoe we er dan toch op een goede manier mee om moeten gaan? Ik weet het (nog) niet.

maandag 5 maart 2012

Bocht in de weg

Vanavond gelezen:
"Change: A bend in the road is not the end of the road, unless you fail to make the turn"
(Verandering: een bocht in de weg is niet het einde van de weg, tenzij je de bocht niet neemt)

Afgelopen week zat er weer een 'bocht' in onze weg, sterker nog: ik heb het idee dat we nog midden in die periode van overgang en verandering zitten. Maar laten we bij het begin beginnen.

Vorige week maandagochtend om 8.45 uur namen we afscheid van ons fijne plekje in Ermelo en gingen met 150 kg bagage op weg naar het vliegveld. Hoewel onze vlucht pas om 12.30 uur vertrok, moesten we uiteindelijk toch nog rennen naar de gate en waren we de laatsten die het vliegtuig in gingen. De reis van ruim 11 uur ging heel erg goed: geen van de drie kinderen heeft ook maar een kik gegeven. Maar bij aankomst werd het lastiger, want toen was het NL-tijd 23.30 uur, maar oosterse tijd alweer 6.30 uur en begon een nieuwe dag. Dus met maar twee uurtjes slaap achter de kiezen moesten de kinderen overstappen, nog een korte vlucht ondergaan, een stukje in een klein busje, viereneenhalf uur in een grote bus en tenslotte nog 10 minuten in een drie-wiel-taxi. Dus 27 uur na ons vertrek uit Ermelo zetten we weer voet in ons huis in Vrede Stad.

Het eerste wat ik dacht toen we binnenstapten was: even de thermostaat omhoog draaien, want het was ijskoud in huis (waarschijnlijk een graad of 10). O nee, zo werkt dat hier niet. En dus hebben we tot gisteren zitten bibberen in huis en zitten smachten naar het voorjaar. En ja hoor: vandaag scheen de zon voor het eerst en was het meteen 22 graden. Zo ziet het leven er ook meteen een stuk zonniger uit, niet in de laatste plaats omdat met het warmere weer ook meteen de luchtvochtigheid daalde van 90% naar 50%.

De eerste grote meevaller was dat onze kinderen het heerlijk lijken te vinden om weer hier te zijn. Ze genieten van hun speelgoed, hun knutselspullen, het eten (zelfs de havermoutpap!), het balkon, de ruimte. Alleen Juda heeft al wel een paar keer gezegd dat hij de school in Nederland toch wel heel erg leuk vond.
Tweede meevaller is dat we de taal zo weer oppikken en maar heel weinig vergeten lijken te zijn. Blijkbaar zit het toch wel aardig diep.

Een aantal dingen zijn wel weer wennen:
- zelf elke dag brood bakken
- het aangestaard worden
- geen water uit de kraan drinken
- het tijdsverschil van 7 uur met Nederland (jet-lag!)
- geen toiletpapier in het toilet gooien
- een hurktoilet gebruiken
- een koud huis
- luchtvochtigheid van 90%
- geen verkeersregels op straat
- koken op twee gaspitten
- creatief zijn met koken (met beperkte ingrediënten)

Ik zou nog veel meer kunnen vertellen over afgelopen week, maar dan wordt dit stuk er niet interessanter op. Tenslotte nog een aantal foto's van de afgelopen maand.