maandag 28 april 2014

Te oud en te taai

De maat was vol. Ik had genoeg geduld gehad met haar. En dus werden haar poten en vleugels met een touwtje vastgebonden en ging ze levend mee naar de markt.

Ons kippenavontuur begon in maart 2013, toen Robin zelf een mooi kippenhok in elkaar timmerde en we via een vriendin drie kippen kochten. Geen idee hadden we waar we aan begonnen, we wisten nog niet eens wat ze moesten eten toen we de beesten al in huis hadden! Maar in een jaar tijd zijn we heel wat wijzer geworden. Bijvoorbeeld dat ze inderdaad op een stok slapen, dat een kip een andere kip dood kan pikken, dat ze veel poepen en hun hok zodoende enorm kan gaan stinken en dat ze hun eieren lekker vinden om op te eten.

Dit laatste is de reden waarom afgelopen week ook kip no. 3 aan haar einde is gekomen. We gaven haar elke dag trouw te eten en schepten elke morgen de poep uit het hok, maar als stank voor dank at ze direct de eieren op die ze legde. We hebben een paar weken genade met haar gehad, maar nu was ik het zat. Het probleem is: ik ben echt niet zo'n held als het om kippen gaat en al helemaal niet als het om het slachten van kippen gaat. Gelukkig is onze hulp Hanna niet anders gewend en terwijl ze met één hand de spartelende kip vasthield, draaide ze met haar andere hand handig de poten en vleugels aan elkaar vast en nam ze kip no. 3, door de kinderen ook wel Kippetjekip genoemd (uit een boek van Carry Slee), op haar scooter mee naar de markt om haar te laten slachten en plukken. En vertrouw me, dat gaat er heel anders aan toe dan dat je je hond of kat laat inslapen bij de dierenarts. Toegegeven, ik weet niet eens precies hoe het eraan toe gaat, maar het moet een bloederig gebeuren zijn, want de straat waaraan deze slachtplaatsen liggen is altijd bezaaid met bloed.

's Middags kwam Hanna bij ons terug met een zakje met daarin een kaalgeplukte kip. Niks bijzonders, zag eruit als elke andere kip die ik altijd op de markt koop. Maar om zomaar mijn gevoelens uit te schakelen? Nee, dat kon ik niet. We hadden deze kippen in eerste instantie niet voor de slacht gekocht, maar als huisdieren. En zoals dat in het Westen gaat, ga je je op de een of andere manier toch hechten aan je huisdier. Een jaar lang had ik dit dier met liefde en zorg omringd en dus voelde het als heel onnatuurlijk om haar die avond vol te stoppen met ui, knoflook en selderij, te bestrijken met boter en een uur lang in een hete oven te zetten. En weet je, ze was niet eens lekker, want ze was eigenlijk al te oud en dus heel taai. 's Avonds lag ik in bed en voordat ik in slaap viel dacht ik nog even: vanmorgen heb ik haar nog rijst gevoerd en nu zit ze in mijn buik. Hoe bizar. De volgende dag nog een bouillon gekookt van de overgebleven botten (die was gelukkig wel heerlijk) en dat was het einde van ons kippenavontuur.

Nu weet ik dat sommige mensen deze aversie tegen het slachten van dieren als argument gebruiken voor veganisme, maar voor mij laat het juist zien hoe ver we in het westen van de natuur verwijderd zijn geraakt. Denk maar niet dat de jagers en verzamelaars van vroeger dachten als ze een hertje of konijntje zagen: o wat schattig! Nee, ze dachten natuurlijk: snel mijn speer pakken, dat is mijn avondeten! En ook hier in China bestaat het idee van huisdieren eigenlijk nog nauwelijks (hoewel honden de laatste jaren wel in opkomst zijn). Ook hier is een dier nog steeds: eten (en hondenvlees is een lokale specialiteit).

Na ons verlof maar weer een poging wagen met nieuwe kippen!




 Hè hè, die koude winter is eindelijk voorbij

 Robin was een nachtje weg, dus een mooie gelegenheid voor een slaapfeestje. Eerst maar met z'n allen dumplings eten.

 Als toetje een beker melkthee voor iedereen

 En met de pyjama's aan Frozen kijken

 Het leuke van thuisscholing is dat je zelf je knutselprojecten kunt verzinnen. Juda en Zoë hadden veel lol met deze 'pruiken'

Ook dit jaar weer op pad met mensen naar het platteland om het Graf Veeg Festival te vieren.

 Salomé vindt de slingers, die aan de graven gehangen worden, wel erg mooi.

 Zoë alweer 5 jaar. Ze was helemaal in haar nopjes met haar Tangled-jurk en Frozen-pop.

 's Avonds kwamen Lauren en Mia pizza en taart eten.

 Juda maakte in een boze bui een niet-storen-bord en hing het aan zijn bed

 Juda, Zoë en Salomé mochten met Pasen mee komen doen met de activiteiten op de school waaraan Robin lesgeeft. Hier zijn ze eieren aan het versieren.

Afscheid van juf Anneke op 18 maart. Zoals je ziet: Juda houdt echt niet van foto's.

maandag 21 april 2014

Waar begint ze aan?!

Een half jaar geleden riep ik nog wel stoer op mijn blog "Misschien hebben we het niet persé bij het juiste eind als het om het huwelijk gaat," maar soms gaat het Chinese huwelijk er gewoon niet in bij mij. Zoals nu.

Al sinds het begin van onze vriendschap met Gele Pruim, onze voormalige Chinese lerares, is ze single. Ze is al een paar jaar voorbij de dertig, maar in onze ogen hoeft ze gaan haast te hebben. Die juiste persoon komt heus wel op de juiste tijd op haar pad. Haar ouders zijn echter overtuigd van het tegendeel; een ongehuwde zoon of dochter en geen nageslacht hebben lijkt het ergste te zijn wat je als ouders kan overkomen. Het is dan ook zaak om flink wat druk uit te oefenen op je zoon/dochter, voor het geval ze het belang van het tijdig vinden van een levenspartner zelf nog niet hadden ingezien.

En zo werd Gele Pruim dit jaar, tijdens de viering van het Chinese Nieuwjaar in februari, flink gekweld door zeurende ouders en andere familieleden, zodanig dat ze in de week erna zomaar een willekeurige man van de straat plukt en besluit dat dat haar levenspartner moet worden. Twee weken geleden hoorden we pas voor het eerst dat ze een relatie had met deze man, maar toen bleek ze al verloofd te zijn en de bruiloft voor volgende week gepland te hebben. "Ken je hem dan wel?" vroegen we, "Nee, eigenlijk helemaal niet," was haar antwoord. "Weet je wel wat zijn hobby's zijn dan?" "Hij heeft helemaal geen hobby's. Hij runt samen met een vriend een biertent en is elke nacht om drie a vier uur thuis." We proberen haar in te laten zien dat ze misschien nog wel vijftig jaar aan deze persoon 'vastzit' en dat vijftig jaren hééél lang kunnen duren met iemand van wie je niet houdt. Het huwelijk is al moeilijk genoeg wanneer je getrouwd bent met iemand van wie je zielsveel houdt, hoe moeilijk moet het dan zijn wanneer je getrouwd bent met iemand die je eigenlijk helemaal niet mag? En als ze dan dingen zegt als "Ik vind het eigenlijk veel fijner als hij niet thuis is, ik ben veel liever alleen" of "Ik heb nog geen vrede in mijn hart over mijn beslissing," dan hebben we weinig hoop. Welke hoop ze zelf heeft? "Misschien wordt mijn leven dan weer wat beter, want dan doen mijn ouders hopelijk weer normaal tegen me."

Sowieso vinden we het jammer dat ze niet iemand heeft uitgekozen die haar kan bemoedigen en bijstaan in haar nog jonge geloof, maar we zien ook wel dat gelovige single mannen niet voor het oprapen liggen in dit land, laat staan in deze stad (er is er welgeteld één). Maar om te zien dat ze deze keuze maakt om haar ouders tevreden te stellen en niet omdat dit is wat ze zelf wil, is frustrerend. Alsof je je eigen kind een domme keus ziet maken, maar er niets tegen kunt doen (ze is tenslotte ons 'geestelijk kind').

Hoezeer we ook ons best doen deze situatie door een Chinese 'bril' te bekijken, het lijkt onmogelijk om ons westerse wereldbeeld 'uit te zetten'.  Het maakt niet uit hoe vaak we tegen elkaar zeggen: "Maar dat is hoe ze dingen hier doen!" het gaat er gewoon niet in.


maandag 14 april 2014

Poep- en plasverhalen

Hieronder twee anekdotes van afgelopen week, beiden niet al te smakelijk, maar hopelijk toch het lezen waard.

Ik noemde het vorige week al: we zijn bezig met Salomé's zindelijkheidstraining. Het ging zó goed, dat ik afgelopen donderdag even was vergeten dat ze er nog niet helemaal is.

Robin is een nachtje weg, dus ik besluit met de kinderen 's avonds lekker jiaozi (=dumplings) te gaan eten bij één van onze favoriete restaurantjes. We gaan heen met de taxibrommer en na een gezellige maaltijd besluit ik met hen terug te lopen naar huis. Een tochtje van ongeveer drie kwartier; moet kunnen denk ik zo.

Wanneer we ongeveer halverwege zijn, valt me op dat Salomé moeilijk gaat lopen en ze kijkt er ook niet happy bij. Een snelle check bevestigt mijn vermoeden: in haar broek gepoept. Fijn, we moeten nog twintig minuten. Maar gewoon doorlopen, denk ik, en thuis de boel goed schoonmaken. Tientallen meters verder kijk ik nog eens naar beneden naar het peutertje dat daar alweer vrolijk voorthobbelt, en tot mijn grote schrik druipt er een donkerbruine drap onder haar rokje vandaan over haar benen haar schoenen in. Snel met een papieren zakdoekje proberen de ergste schade te herstellen, maar het is nog steeds werkelijk geen gezicht.

We moeten dus nog twintig minuten lopen en zoals altijd staan ook vanavond mensen uit hun hun luie stoel op om hun ogen even goed de kost te geven. Een moeder roept naar binnen: "Kinderen, kom gauw kijken, daar zijn de buitenlandse kinderen!" en vanuit alle winkels worden we gadegeslagen en nagestaard. Normaal gesproken irritant, maar acceptabel. Maar op deze bewuste avond zeer ongewenst en ik doe mijn best om Salomé aan hun gezichtsveld te onttrekken. Denk alsjeblieft dat ze in de modder is gevallen, smeek ik in gedachten. Ik probeer mezelf ervan te overtuigen dat dat een hele plausibele verklaring is voor zulke vieze benen en schoenen.

Zelden heeft thuiskomen zo'n opgelucht gevoel gegeven...

En toen gisteravond. Robin komt met een verontrust gezicht de badkamer uit en zegt: "Er zit een rat in de WC-pot." Vol ongeloof kijk ik hem aan: "Wat? Hoe kan dat nou?"

Nu moet ik er ter verduidelijking even bij vertellen dat het in onze wijk stikt van de ratten; overdag en 's avonds zie ik er regelmatig eentje voorbij schieten. Voor het vervolg van dit verhaal is het ook nog van belang om te weten dat wij in ons huis geen westerse toiletten, maar hurktoiletten hebben, waarin in het water ongeveer 30 cm onder het vloeroppervlak staat.

Ik herinner me dat ik een uur eerder mijn tanden stond te poetsen en dat ik achter me een zachte plons hoorde. Ik dacht nog: huh? Wat kan er nu in de WC geplonst zijn? Maar besteedde er verder geen aandacht aan.


Intussen heeft Robin de deur van de badkamer dichtgedaan en staat te peinzen over een oplossing. "Dit is echt té ver buiten mijn comfort zone, ik ga terug naar Nederland," zegt hij. Maar ik zeg dat hij die rat NU dood moet maken, anders doe ik vannacht geen oog dicht. Niet alleen de gedachte aan een rat in je toiletpot is verschrikkelijk, maar de gedachte dat als er eentje in kan komen, er dan dus ook meer kunnen volgen, is bijna ondraaglijk. Robin haalt een dunne balk van het balkon en staat moed te verzamelen om dit mormel te lijf te gaan. Intussen zijn er al zeker 20 minuten voorbij gegaan sinds Robin in de twee zwarte kraaloogjes heeft gekeken van dit knaagdier diep daar beneden in het afvoerwater. Ineens krijg ik een ingeving: "Is het niet één van de hamsters?" Robin loopt naar de woonkamer en komt terug met één van de hamsterkooitjes, inderdaad zonder hamster. O, wat een opluchting! Wat kan mij die hele hamster schelen, we hebben tenminste geen rat in de toiletpot! Robin haalt een soeplepel, doet er een plastic zak om en bevrijdt het arme beestje uit zijn benarde positie. Koud en nat zit ze op de badkamervloer. Wat nu? Afspoelen onder de douche? In een badje zetten? We besluiten dat het dier waarschijnlijk al getraumatiseerd genoeg is en zetten haar gewoon terug in haar kooitje, er rekening mee houdend dat ze de nacht misschien niet eens zal overleven. Wat schetst mijn verbazing vanmorgen als ik achter mijn bureau zit: vanuit mijn ooghoeken zie ik iets wits over de grond bewegen. Weer die hamster! Ze is er blijkbaar handig in geworden om te ontsnappen uit haar kooitje, dus het deurtje zit nu met een ijzerdraadje dicht.

Een Britse vriend van ons zei ooit: "Every disaster makes a great story" (elke ramp zorgt voor een mooi verhaal) en ziehier: twee 'rampen' en twee verhalen op mijn blog!

Bevrijd!

maandag 7 april 2014

Ontwikkeling van een moeder

De allereerste keer dat je een zwangerschapstest doet. Waaaah! Wat spannend! Die test - de duurste variant - heb je natuurlijk van tevoren al in huis gehaald en op de ochtend van de eerste dag waarop die test een positief resultaat kán geven, doe je natuurlijk meteen die test. Als die positief blijkt te zijn, dan staat ineens je hele leven in het teken van dat kleine garnaaltje dat zich in je buik ontwikkelt. Al snel koop je de eerste rompertjes, je schrijft je in voor allerlei online nieuwsbrieven en updates, om de groei van het hummeltje per week en per centimeter bij te kunnen houden. Er hangt een zwangerschapskalender aan de muur, Veilig Zwanger en Veilig Bevallen liggen als huiswerk op je nachtkastje en het potje met foliumzuurpillen is al wekenlang je beste vriend. En natuurlijk komen daar nog andere zwangerschapsvitamines bij. Je schrijft je meteen in voor kraamzorg en je regelt een afspraak bij de verloskundige. Samen met haar stel je een geboorteplan op, want je hebt al helemaal in je hoofd hoe je bevalling gaat verlopen. Je brengt veel tijd door op het internet, verwoed op zoek naar dé perfecte babynaam. Trots sta je voor de spiegel en bewonder je je groter wordende lichaam. Vanaf het moment dat je baby geluiden van buitenaf kan opvangen, draai je klassieke muziek totdat je er tureluurs van wordt, want daar krijg je tenslotte een intelligent kind van.

Je zorgt dat je met 25 weken zwangerschap álles in huis hebt wat je mogelijk maar nodig zou kunnen hebben voor een baby en aan de babykamer wordt een klein fortuin uitgegeven, want stel je voor dat je kleintje er een traumatische ervaring aan over zou houden dat zijn dekbedje niet matcht met de hoes van het aankleedkussen. Naast dat aankleedkussen staat het hele assortiment van Zwitsal uitgestald en je hebt een goede voorraad spuugdoekjes aangeschaft. Natuurlijk volg je een zwangerschapscursus samen met je man en verliefd kijk je elkaar aan als je samen op de grond het puffen zit te oefenen.

Na de bevalling, die toch niet helemaal volgens plan verliep en op z'n zachtst gezegd zwáááár tegenviel, loop je dag en nacht met de nieuw aangeschafte spiegelreflexcamera om je hals. Alles moet op de gevoelige plaat worden vastgelegd, geen moment mag worden gemist. Op je nachtkastje ligt nu Oei, ik groei als huiswerk, want stel je voor dat je baby niet met vijf, maar pas met zes weken zijn eerste lachje vertoont, dan moet er meteen bij het consultatiebureau aan de bel getrokken worden. Sowieso zijn die bezoekjes aan het consultatiebureau reuzespannend, het voelt als een soort Cito-toets voor baby's: doorstaat hij de test?

Thuis lees je je baby zo veel mogelijk verhaaltjes voor, want dat is goed voor de taalontwikkeling. Je schrikt je rot als je baby ineens gaat rollen en een voorkeur voor buikligging blijkt te hebben. Meteen gaan er allerlei bellen in je hoofd rinkelen - wiegendood!-  en je checkt 's nachts nog maar een keertje extra of alles nog goed gaat. Zodra het haar op het hoofd van je kind (als het een meisje is) sprietjes gaat vertonen, ga je aan de slag met staartjes, speldjes en vlechtjes; hoe kunstzinniger, hoe beter.

Zorgelijk kijk je naar je kind als het met twaalf maanden nog geen interesse toont in lopen of nog niet voor het eerst "papa" of "mama" heeft gezegd. Er zal toch niks mis met hem zijn?! Toch maar eens aankaarten bij het consultatiebureau. Ondertussen probeer je een zo gevarieerd mogelijk aanbod van educatief speelgoed voorhanden te hebben, je knutselt samen, vingerverven staat wekelijks op het programma, je doet spelletjes, bakt koekjes. Je zorgt ervoor dat niks de ontwikkeling van je kind in de weg kan staan.

Als je kind net twee is, denk je: hoe eerder hij zindelijk is, hoe beter. Dus je schaft een potje aan en dwingt je kind om voortaan zonder luier door het leven te gaan. Veel frustratie, natte broeken en volgepoepte onderbroeken verder kom te tot de conclusie dat je misschien beter nog even had kunnen wachten.

~ SPRONG IN DE TIJD ~

Je menstruatie blijft uit en je bent alweer flink misselijk; je vermoedt dat je voor de derde keer zwanger bent. Na een week of zeven besluit je om toch even zo'n goedkoop stripje te halen bij de drogist, gewoon om je vermoeden te bevestigen. Tijd om veel aandacht te besteden aan het wurmpje vanbinnen heb je niet, want je hebt een kleuter en peuter rondlopen die schrikbarend veel aandacht vragen. Wanneer je zestien weken zwanger bent, bedenk je je ineens dat je je had moeten inschrijven voor kraamzorg. Snel schrijf je een e-mail en je krijgt het bericht terug dat ze zullen proberen om je nog ergens tussen te passen. Ook rond die tijd schiet er door je hoofd: foliumzuur! Maar dan realiseer je je dat het geen zin meer heeft om dat te slikken, want de kritieke periode is al voorbij. Je leest geen boeken, maakt geen geboorteplan, woont geen zwangerschapscursus bij, want je weet intussen uit ervaring: een bevalling verloopt toch niet volgens plan. En wat maakt het eigenlijk uit? Als die baby er maar heelhuids uitkomt, dan is alles best. Of dat nu thuis, in het ziekenhuis, liggend of op de baarkruk gebeurt.

Je vermijdt de spiegel, want je weet dat de pondjes die er nu aanvliegen je de komende jaren zullen blijven vergezellen en dat het verhaal van gewichtsverlies door borstvoeding een mythe is. Als je 35 weken zwanger bent, dringt plotseling de realiteit tot je door: er komt een baby! Even checken of de rompers en eerste babypakjes nog in redelijke staat verkeren (ach, die verkleurde randjes bij de hals en de billen ziet toch niemand), een pak luiers wordt gekocht, het wiegje wordt van zolder gehaald en that's it. Hetzelfde Zwitsal-assortiment van een paar jaar geleden staat nog ergens in een kastje en je vraagt jezelf af: hoe lang blijft dat spul eigenlijk goed? Ach, het ruikt nog prima en je gebruikt het toch vrijwel niet.

Bevallen blijkt er niet makkelijker op te worden naarmate ervaring toeneemt en opnieuw beloof je jezelf: DIT NOOIT MEER! (maar dat had je jezelf ook al tijdens de eerste en tweede bevalling beloofd). Je verbaast je erover dat er nog steeds ruimte over is in je hart om weer net zoveel van zo'n klein mensje te houden als van je eerste kind, maar helaas heb je niet meer de tijd om urenlang naast te box te zitten zwijmelen terwijl je kind daar ligt te spelen.

Zo nu en dan denk je eraan om een plaatje te schieten met je mobieltje, maar het aantal foto's tijdens de kraamperiode is nog niet eens 10% van wat je tijdens de kraamperiode van je eerste kind schoot. De spuugdoekjes liggen wel in het kastje, maar je bent er gewend aan geraakt om te gebruiken wat voorhanden is: de mouw van je trui, een vaatdoek, een lakentje. En de spuugdoekjes blijven dus onaangeroerd in de kast liggen.

Oei, ik groei heb je een paar jaar geleden in een boze bui het raam uit gegooid, want het bleek dat je kind nooit voldeed aan de norm en het maakte je alleen maar onzeker. Bij een bezoek aan het consultatiebureau luister je maar met een half oor naar wat de dokter zegt, want je weet intussen dat je haar woorden met een korreltje zout moet nemen.

Ook dit kind blijkt liever op zijn buik dan op zijn rug te slapen en je komt voor jezelf tot de conclusie dat het dan wel de meest natuurlijke houding voor een kind zal zijn. En daarnaast: wat maakt het uit hoe het slaapt, als het maar slaapt, want je eigen nachtrust is zeer kostbaar goed geworden.

Omdat de ochtendspits al druk genoeg is, neem je niet de moeite om het haar van Nummer Drie ook tot een kunstzinnig kapsel om te toveren en zelfs de oudste dochter krijgt niet meer dagelijks een kam door haar haren, want de ervaring heeft geleerd dat als je die vlecht maar strak genoeg maakt, dat hij op dag twee en drie ook nog wel redelijk zit (en hey, wat losse, uitstekende plukken staan toch juist heel natuurlijk en nonchalant?)

Je maakt je niet meer druk over de ontwikkeling van je kind. Je motto is geworden: op z'n achttiende kan ie dat echt wel (lopen, praten, rits dichtdoen, veters strikken) en je laat dingen meer op hun beloop, want je weet dat een kind echt wel zelf de dingen gaat doen als hij daaraan toe is. Stiften en verf zijn uit het huis verbannen, want je hebt niet meer de tijd om continu een oogje in het zeil te houden en voor je het weet heeft je kind anders een extra decoratie aan de muur toegevoegd. Je bent van mening dat filmpjes óók heel goed zijn voor de taalontwikkeling van je kind, dus dat is een mooie vervanging van de kartonnen peuterboekjes.

Soms denk je wel: ik wilde dat ik net zoveel tijd had voor Nummer Drie als ik had voor Nummer Eén, maar je troost jezelf met de gedachte: All you need is love. En daar heb je gelukkig meer dan genoeg van....


(Uiteraard is het bovenstaande deels karikatuur, maar ook deels autobiografisch. Ik kwam op het idee voor dit stuk toen we afgelopen week eindelijk begonnen met Salomé's zindelijkheidstraining (met twee jaar en zeven maanden). Ik was verbaasd over hoe snel en hoe goed ze het doorhad en ik dacht: misschien wilden we het allemaal een beetje té graag met Juda en hadden we onszelf heel veel frustratie kunnen besparen als we wat relaxter waren geweest.)