Nee, dit stukje is geen aansporing om méér geld te geven. We zijn erg dankbaar dat we in de afgelopen twee jaar voldoende financiële middelen hebben ontvangen om hier te kunnen wonen en taalstudie te kunnen doen. We kunnen niet anders dan zeggen dat het een wonder is dat vrienden, familie en bekenden steeds opnieuw die duizenden Euro's bij elkaar brengen om ons hier in Azië in leven te houden, zeker in een tijd van economische crisis.
Misschien zijn er wel mensen die denken: lekker makkelijk, leven in Azië en tegelijkertijd teren op andermans portemonnee. Maar vanuit menselijk oogpunt bekeken is teren op andermans portemonnee echt niet zo makkelijk; ik zou veel liever zelf geld verdienen dan afhankelijk zijn van wat andere mensen ons geven.
Als je zelf je geld verdiend hebt, dan hoef je aan niemand verantwoording af te leggen over hoe je het uitgeeft. Of dat nu is aan een vakantie, een nieuw huis, een verbouwing, een auto, kleding, sporten of meubels: who cares?
Maar bij elk dubbeltje dat wij uitgeven denk ik in m'n achterhoofd: is dit wel waarvoor mensen in Nederland het hebben gegeven? Mensen geven tenslotte in eerste instantie voor 'het goede doel' en niet voor het levensonderhoud van Robin en Tanja.
Het leven van giften is voor ons absoluut één van de moeilijkere dingen van hier in Azië wonen. Robin en ik hebben het er regelmatig over in hoeverre wij verantwoording verschuldigd zijn aan onze supporters over het besteden van ons geld. Of zijn we alleen verantwoording verschuldigd aan Hem die voorziet in onze noden en ons door andere mensen heen zegent? Iedereen denkt er het zijne van en ik ben er zelf nog niet helemaal over uit.
Iets weggeven geeft een goed gevoel; ontvangen is veel moeilijker.
We zijn het liefst onafhankelijk en 'doppen onze eigen boontjes', maar jezelf afhankelijk opstellen vraagt veel meer van je.
maandag 29 maart 2010
maandag 22 maart 2010
Doelen
Ik ben zo iemand die altijd maar bezig is om zijn leven op orde te krijgen. Zo hang ik echt aan elkaar van schemaatjes, weekindelingen, planningen, to-do-lijstjes en notitieblokjes. Vorige week wilde ik eens voor mezelf op papier zetten wat eigenlijk mijn doelen voor onze kinderen zijn. Het lijstje werd langer dan ik in eerste instantie had gedacht.
Ik wil graag dat ze...
...weten wie hun Hemelse Vader is
...zich op sociaal vlak ontwikkelen
...zich op muzikaal vlak ontwikkelen
...zich op intellectueel vlak ontwikkelen
...zich op creatief vlak ontwikkelen
...een gezond zelfbeeld hebben
...voldoende lichaamsbeweging krijgen
...gezond eten
...weten dat ze onvoorwaardelijk geliefd zijn door hun ouders
Ik voelde bovenstaand lijstje als een juk op mijn schouders drukken, want in dit land is het niet zo eenvoudig om deze doelen te realiseren. En zeker wanneer je, zoals ik, van plan bent om in de toekomst thuisscholing te gaan geven, dan wordt de verantwoordelijkheid ineens wel heel erg groot.
Maar dat is wel hoe het in onze moeder-hersens werkt toch? We willen graag dat onze zoon/dochter een tweede Mozart wordt, maar ook een tweede Michael Jordan, daarnaast ook hoogbegaafd is, maar tegelijkertijd ook heel veel vriendjes heeft, maar ook goed kan tekenen, schilderen, koken, schrijven, een leuk koppie heeft, niet te dik is, maar ook niet te dun, enz.
In een babytijdschrift las ik over het boek "Exit Supermama, Hoe word ik een Goed Genoeg Moeder?". Hoewel ik het boek niet gelezen heb, denk ik dat dát is wat ik wil zijn: niet een perfecte moeder, maar een goed-genoeg-moeder.
Pff... daarmee valt een hele last van me af.
Daarnaast realiseerde ik me dat het opstellen van een dergelijk doelen-lijstje een westerse luxe is. Dagelijks zie ik om me heen ouders die het zich helemaal niet kunnen permitteren om doelen op te stellen voor hun kinderen. Overleven is het enige wat telt. Aan het eind van de dag is het steeds weer de vraag: heb ik vandaag genoeg geld verdiend om eten te kunnen kopen voor mijn gezin? Je kind inschrijven voor muziekles of een sportclub is hier alleen weggelegd voor een enkele rijke. En dat geldt waarschijnlijk voor het overgrote deel van de ouders op deze aardbol. Welk percentage zou de mogelijkheid hebben om verder te kunnen kijken dan de basisbehoefte van kleding, voedsel en onderdak?
Met toch nog het doelen-lijstje in mijn hoofd ben ik de volgende dag eens gaan kijken bij de peuter-/kleuterschool in onze wijk. Zij zouden mij waarschijnlijk wel kunnen helpen om naar een aantal van mijn opgestelde doelen toe te werken. Juda vond het fantastisch, want ze hadden er een glijbaan en hij kreeg van de juf een lollie. Hij heeft waarschijnlijk nog niet door dat er de komende week een moment komt waarop we hem bij deze school gaan achterlaten (voor een paar uurtjes dan). Eens kijken hoe leuk hij die glijbaan dan nog vindt en of een lollie de pijn kan verzachten. We hopen in ieder geval dat het goed zal zijn voor zijn taal en voor zijn sociale ontwikkeling en dat hij zich er heel snel op zijn gemak zal voelen.
Ik wil graag dat ze...
...weten wie hun Hemelse Vader is
...zich op sociaal vlak ontwikkelen
...zich op muzikaal vlak ontwikkelen
...zich op intellectueel vlak ontwikkelen
...zich op creatief vlak ontwikkelen
...een gezond zelfbeeld hebben
...voldoende lichaamsbeweging krijgen
...gezond eten
...weten dat ze onvoorwaardelijk geliefd zijn door hun ouders
Ik voelde bovenstaand lijstje als een juk op mijn schouders drukken, want in dit land is het niet zo eenvoudig om deze doelen te realiseren. En zeker wanneer je, zoals ik, van plan bent om in de toekomst thuisscholing te gaan geven, dan wordt de verantwoordelijkheid ineens wel heel erg groot.
Maar dat is wel hoe het in onze moeder-hersens werkt toch? We willen graag dat onze zoon/dochter een tweede Mozart wordt, maar ook een tweede Michael Jordan, daarnaast ook hoogbegaafd is, maar tegelijkertijd ook heel veel vriendjes heeft, maar ook goed kan tekenen, schilderen, koken, schrijven, een leuk koppie heeft, niet te dik is, maar ook niet te dun, enz.
In een babytijdschrift las ik over het boek "Exit Supermama, Hoe word ik een Goed Genoeg Moeder?". Hoewel ik het boek niet gelezen heb, denk ik dat dát is wat ik wil zijn: niet een perfecte moeder, maar een goed-genoeg-moeder.
Pff... daarmee valt een hele last van me af.
Daarnaast realiseerde ik me dat het opstellen van een dergelijk doelen-lijstje een westerse luxe is. Dagelijks zie ik om me heen ouders die het zich helemaal niet kunnen permitteren om doelen op te stellen voor hun kinderen. Overleven is het enige wat telt. Aan het eind van de dag is het steeds weer de vraag: heb ik vandaag genoeg geld verdiend om eten te kunnen kopen voor mijn gezin? Je kind inschrijven voor muziekles of een sportclub is hier alleen weggelegd voor een enkele rijke. En dat geldt waarschijnlijk voor het overgrote deel van de ouders op deze aardbol. Welk percentage zou de mogelijkheid hebben om verder te kunnen kijken dan de basisbehoefte van kleding, voedsel en onderdak?
Met toch nog het doelen-lijstje in mijn hoofd ben ik de volgende dag eens gaan kijken bij de peuter-/kleuterschool in onze wijk. Zij zouden mij waarschijnlijk wel kunnen helpen om naar een aantal van mijn opgestelde doelen toe te werken. Juda vond het fantastisch, want ze hadden er een glijbaan en hij kreeg van de juf een lollie. Hij heeft waarschijnlijk nog niet door dat er de komende week een moment komt waarop we hem bij deze school gaan achterlaten (voor een paar uurtjes dan). Eens kijken hoe leuk hij die glijbaan dan nog vindt en of een lollie de pijn kan verzachten. We hopen in ieder geval dat het goed zal zijn voor zijn taal en voor zijn sociale ontwikkeling en dat hij zich er heel snel op zijn gemak zal voelen.
maandag 15 maart 2010
Met of zonder hoop
Oké, dit wordt een wat minder luchtig stukje, maar ik heb het gevoel dat ik het toch moet schrijven.
Ziekte is er altijd al geweest, maar de laatste twee maanden lijken we er extra veel mee geconfronteerd te worden. Zo was er die e-mail van collega's in Taiwan, die hun 18-jarige zoon aan kanker verloren. Of die e-mail van een goede vriendin, bij wie een tumor in haar hoofd werd ontdekt. Of die e-mail van een tante, bij wie ook een tumor aan haar hersens werd ontdekt. En dan het bericht van een collega in het zuiden van deze provincie, die plotseling kanker in zijn hele lichaam bleek te hebben. Of de vriendin die me vertelde over haar 27-jarige vriend, die onlangs is gestorven aan kanker en een vrouw, een peuter en een baby achterliet. Of de vriendin die me vertelde dat bij haar vader kanker was geconstateerd. Of de vriendin die me een e-mail stuurde en me daarin wees op een weblog van een vader die schrijft over de kanker van zijn nog geen 2-jarige dochter. En dat alles in de laatste twee maanden.
In eerste instantie besloot ik om de weblog van die vader niet te lezen. Wat voegt het tenslotte toe om te lezen over het leed van iemand die je niet kent? Bovendien zou ik me alleen maar zorgen gaan maken over onze eigen kinderen. Toen ik na een week of twee nog eens onze inbox doorspitte, kwam ik weer die e-mail tegen en ik besloot om toch te gaan lezen. Wat een heftig en triest verhaal. En wat ontzettend moeilijk voor de ouders die hun dreumes door het hele circus van chemo's, bestralingen en operaties moeten zien gaan. Ik durf niet te citeren van zijn weblog, misschien kom ik wel in de knel met copyright, auteursrechten, enz., maar de woede, de angst, de hopeloosheid, de hulpeloosheid, de machteloosheid en de onzekerheid straalden ervan af. Ik kreeg een knoop in mijn maag tijdens het lezen en moest denken aan onze eigen peuter en hoe moeilijk ik het zou vinden om hem te verliezen.
De laatste in het rijtje is een vriend en collega van ons in Chiang Mai. Van hem kregen we afgelopen vrijdag een e-mail waarin hij ons informeerde ons over zijn 16-jarige zoon, bij wie onlangs Hodgkin lymfoom (een vorm van kanker die uitgaat van het lymfestelsel) was geconstateerd. Hieronder een vertaling van een deel van zijn e-mail:
Daarna vertelt onze vriend op welke manieren deze uitdaging een zegen is geworden voor verschillende mensen om hem heen. En hij eindigt zijn e-mail met de woorden: "even if it doesn't end in the way we expect, we are blessed beyond measure." (zelfs als dit niet de afloop heeft die we verwachten, dan nog zijn we ongekend gezegend)
Wow, ik werd van binnen warm vanwege zijn geloof, vertrouwen en dankbaarheid.
Begrijp me niet verkeerd, ik denk nog steeds dat kanker een verschrikkelijke ziekte is, maar als ons gezin ooit zoiets overkomt, dan hoop ik dat mij de genade gegeven zal worden om ook te kunnen zeggen "we are blessed beyond measure - we zijn ongekend gezegend."
PS1: Het is niet mijn bedoeling om de bloggende vader in een negatief daglicht te stellen, ik vind het fantastisch hoe eerlijk hij zijn gevoelens durft te delen met de rest van internettend Nederland.
PS2: Verder heb ik nog wat foto's geplaatst van de maand februari.
Ziekte is er altijd al geweest, maar de laatste twee maanden lijken we er extra veel mee geconfronteerd te worden. Zo was er die e-mail van collega's in Taiwan, die hun 18-jarige zoon aan kanker verloren. Of die e-mail van een goede vriendin, bij wie een tumor in haar hoofd werd ontdekt. Of die e-mail van een tante, bij wie ook een tumor aan haar hersens werd ontdekt. En dan het bericht van een collega in het zuiden van deze provincie, die plotseling kanker in zijn hele lichaam bleek te hebben. Of de vriendin die me vertelde over haar 27-jarige vriend, die onlangs is gestorven aan kanker en een vrouw, een peuter en een baby achterliet. Of de vriendin die me vertelde dat bij haar vader kanker was geconstateerd. Of de vriendin die me een e-mail stuurde en me daarin wees op een weblog van een vader die schrijft over de kanker van zijn nog geen 2-jarige dochter. En dat alles in de laatste twee maanden.
In eerste instantie besloot ik om de weblog van die vader niet te lezen. Wat voegt het tenslotte toe om te lezen over het leed van iemand die je niet kent? Bovendien zou ik me alleen maar zorgen gaan maken over onze eigen kinderen. Toen ik na een week of twee nog eens onze inbox doorspitte, kwam ik weer die e-mail tegen en ik besloot om toch te gaan lezen. Wat een heftig en triest verhaal. En wat ontzettend moeilijk voor de ouders die hun dreumes door het hele circus van chemo's, bestralingen en operaties moeten zien gaan. Ik durf niet te citeren van zijn weblog, misschien kom ik wel in de knel met copyright, auteursrechten, enz., maar de woede, de angst, de hopeloosheid, de hulpeloosheid, de machteloosheid en de onzekerheid straalden ervan af. Ik kreeg een knoop in mijn maag tijdens het lezen en moest denken aan onze eigen peuter en hoe moeilijk ik het zou vinden om hem te verliezen.
De laatste in het rijtje is een vriend en collega van ons in Chiang Mai. Van hem kregen we afgelopen vrijdag een e-mail waarin hij ons informeerde ons over zijn 16-jarige zoon, bij wie onlangs Hodgkin lymfoom (een vorm van kanker die uitgaat van het lymfestelsel) was geconstateerd. Hieronder een vertaling van een deel van zijn e-mail:
"Hij wil ons uitrekken tot nieuwe dimensies en diepten van vertrouwen in Hem. Ik geloof dat nieuwe uitdagingen voor ons klaarliggen." Dit is wat we in onze nieuwsbrief in januari schreven en kijk eens waar we nu zijn. Als we het over uitdagingen hebben, dan is kanker er zeker één van en Hem vertrouwen in een nieuwere diepte is zeker wat we moeten doen. Er zijn veel onzekerheden en dingen die we niet weten betreffende onze 16-jarige zoon die Hodgkin lymfoom heeft. De behandeling kan veel bij-effecten en complicaties hebben. We danken Hem dan Hij betrouwbaar is en we kiezen ervoor om Hem te vertrouwen. Waar kunnen we anders naartoe? Er is niemand anders en geen andere plek waar we naartoe zouden willen gaan. ... We zijn dankbaar dat ondanks deze uitdaging, Hij het gebruikt om er goede dingen uit voort te laten komen.
Daarna vertelt onze vriend op welke manieren deze uitdaging een zegen is geworden voor verschillende mensen om hem heen. En hij eindigt zijn e-mail met de woorden: "even if it doesn't end in the way we expect, we are blessed beyond measure." (zelfs als dit niet de afloop heeft die we verwachten, dan nog zijn we ongekend gezegend)
Wow, ik werd van binnen warm vanwege zijn geloof, vertrouwen en dankbaarheid.
Begrijp me niet verkeerd, ik denk nog steeds dat kanker een verschrikkelijke ziekte is, maar als ons gezin ooit zoiets overkomt, dan hoop ik dat mij de genade gegeven zal worden om ook te kunnen zeggen "we are blessed beyond measure - we zijn ongekend gezegend."
PS1: Het is niet mijn bedoeling om de bloggende vader in een negatief daglicht te stellen, ik vind het fantastisch hoe eerlijk hij zijn gevoelens durft te delen met de rest van internettend Nederland.
PS2: Verder heb ik nog wat foto's geplaatst van de maand februari.
dinsdag 9 maart 2010
De stad uit
Soms beloof je iets en voor je het weet moet je het nog waarmaken ook.
Zo hebben we hier in de stad vrienden die hier, net als wij, al twee jaar wonen. Eén van de verschillen tussen hen en ons is dat ze in die twee jaar tijd nog nooit de stad uitgeweest waren om iets van de rest van de provincie te zien. Dus wij beloofden ze dat we ze mee zouden nemen naar een stadje ongeveer 4 uur rijden hiervandaan.
Die belofte moest dus waargemaakt worden.
In de planning van een optimist wordt het altijd mooi weer als je op pad gaat, en dus stopten we allerlei zomerse kleding in onze koffer, want toen we vorige keer in dit stadje waren was het tenslotte ook mooi weer. De avond voordat we uit Lente Stad vertrokken constateerden we bij Juda 40 graden koorts en bovendien moest hij erg hoesten. Maar, optimistisch als we zijn, dit mocht de pret natuurlijk niet drukken. De volgende ochtend, de ochtend dat we op pad zouden gaan, was de koorts gelukkig al wat gezakt (38,6) en aan Juda was verder niks bijzonders te merken.
Het oorspronkelijke plan was om met z'n allen met de auto te gaan. 4 volwassenen, 5 kinderen: in de ogen van een optimist (ik noem verder geen namen) geen probleem. Wat dus praktisch gezien in zou houden dat de twee mannen voorin zouden zitten en de twee vrouwen met 5 kinderen op de achterbank. 4 uur lang.
Gelukkig veranderde de optimist op tijd in een realist en besloten we dat de vrouwen met de twee babies met de bus zouden gaan en de mannen met de andere drie jongens met de auto. Een veel beter idee en dus kwamen we afgelopen zaterdagmiddag allemaal goedgehumeurd in het stadje aan.
De optimist denkt ook dat een kind in een vreemde omgeving vast net zo goed zal slapen als thuis. Gelukkig was dit voor Juda ook het geval, maar Zoë werd 's nachts een paar keer wakker en wilde pas weer slapen na een voeding.
Voor dag twee van ons uitje stond beklimming van de bergen op het programma. Eitje toch met 5 kinderen tussen de 0 en 4 jaar? Ik zal niet zeggen wiens idee dit was, maar het kwam in ieder geval van een optimist. We keken 's ochtends vanuit ons hostel omhoog naar de bergen en zagen erboven zware, donkere wolken hangen. Ondertussen vielen er een paar spatjes regen en moesten we naar binnen verkassen om te ontbijten.
Het er toch maar op wagen, dachten we. Oké, bergbeklimmen is een groot woord: we konden een stoeltjeslift pakken, die ons mee zou nemen de berg op. Bovengekomen moesten we nog een minuut of vijf een steile trap oplopen om bij ons doel te komen: een guesthouse waar we konden uitrusten en lunchen. Terwijl vijf kinderen onophoudelijk jammerden en huilden, vroeg ik me af waarom we aan deze onderneming begonnen waren. Dan kunnen vijf minuten traplopen hééél erg lang lijken. Toen we eenmaal warm en droog in het guesthouse zaten, prezen onze vrienden ons voor het feit dat we hen meenamen op zo'n geweldig avontuur. Pffff... gelukkig... ze waren de jammerklacht van hun drie kinderen alweer vergeten.
Ondertussen brak een flinke regenbui los, en terwijl wij ons tegoed deden aan véél te pittig eten, kletterde de regen op het dak van de keet waarin we ons bevonden en waren we toch eigenlijk ook wel dankbaar voor de eerste regenbui in ruim een half jaar tijd. Maar goed, de kinderen werden hoe langer hoe vermoeider en het moment brak aan dat we toch écht terug moesten naar ons hostel voor de middagslaapjes van de peuters. Dus in de stromende regen waagden we ons aan de afdaling. Opnieuw maar 5 minuten, maar opnieuw niet de leukste 5 minuten van mijn leven. Juda blafte onophoudelijk als een zeehondje in zijn zomerse kleertjes (terwijl de kinderen van onze vrienden handschoenen, mutsen en jassen aanhadden). Arme jongen.... Gelukkig viel hij in de stoeltjeslift in slaap.
(Voor de lezers die intussen denken: waarom ga je niet gewoon naar Center Parcs, of naar Landal Green Parks, of naar een gezinscamping met vooringerichte tenten, of naar een hotel met Kidsclub, kindermenu en tropisch zwemparadijs? Nee, dat soort dingen kennen ze hier niet.)
De rest van ons uitje was gelukkig niet zo 'avontuurlijk', hoewel de terugreis in de bus gisteren ook geen pretje was. Als Zoë niet sliep, dan huilde ze: van vermoeidheid, van verveling, van het stilzitten, van het verkouden zijn (ja, zij had intussen ook de hoest goed te pakken). Best vermoeiend, 4 uur lang. Maar goed, ik kan het haar ook niet kwalijk nemen, dit uitje was tenslotte niet haar idee. Om acht uur 's avonds waren we weer thuis. Uitgeput, moe en snotverkouden.....
Nu zou je misschien denken dat ik terugkijk op een heel vervelend weekend, maar het tegendeel is waar. Ondanks de kou, de regen, de wind, de matige nachtrust, het gejammer, gehuil en gehoest, hebben we een fantastische tijd met onze vrienden gehad en hebben we veel gelachen, gepraat, spelletjes gespeeld, heerlijk gegeten, films gekeken en gewinkeld.
Klik hier voor de foto's
p.s. ondanks alles ben ik erg blij met en dankbaar voor mijn optimistische echtgenoot, die van ons leven altijd een avontuur weet te maken.
Zo hebben we hier in de stad vrienden die hier, net als wij, al twee jaar wonen. Eén van de verschillen tussen hen en ons is dat ze in die twee jaar tijd nog nooit de stad uitgeweest waren om iets van de rest van de provincie te zien. Dus wij beloofden ze dat we ze mee zouden nemen naar een stadje ongeveer 4 uur rijden hiervandaan.
Die belofte moest dus waargemaakt worden.
In de planning van een optimist wordt het altijd mooi weer als je op pad gaat, en dus stopten we allerlei zomerse kleding in onze koffer, want toen we vorige keer in dit stadje waren was het tenslotte ook mooi weer. De avond voordat we uit Lente Stad vertrokken constateerden we bij Juda 40 graden koorts en bovendien moest hij erg hoesten. Maar, optimistisch als we zijn, dit mocht de pret natuurlijk niet drukken. De volgende ochtend, de ochtend dat we op pad zouden gaan, was de koorts gelukkig al wat gezakt (38,6) en aan Juda was verder niks bijzonders te merken.
Het oorspronkelijke plan was om met z'n allen met de auto te gaan. 4 volwassenen, 5 kinderen: in de ogen van een optimist (ik noem verder geen namen) geen probleem. Wat dus praktisch gezien in zou houden dat de twee mannen voorin zouden zitten en de twee vrouwen met 5 kinderen op de achterbank. 4 uur lang.
Gelukkig veranderde de optimist op tijd in een realist en besloten we dat de vrouwen met de twee babies met de bus zouden gaan en de mannen met de andere drie jongens met de auto. Een veel beter idee en dus kwamen we afgelopen zaterdagmiddag allemaal goedgehumeurd in het stadje aan.
De optimist denkt ook dat een kind in een vreemde omgeving vast net zo goed zal slapen als thuis. Gelukkig was dit voor Juda ook het geval, maar Zoë werd 's nachts een paar keer wakker en wilde pas weer slapen na een voeding.
Voor dag twee van ons uitje stond beklimming van de bergen op het programma. Eitje toch met 5 kinderen tussen de 0 en 4 jaar? Ik zal niet zeggen wiens idee dit was, maar het kwam in ieder geval van een optimist. We keken 's ochtends vanuit ons hostel omhoog naar de bergen en zagen erboven zware, donkere wolken hangen. Ondertussen vielen er een paar spatjes regen en moesten we naar binnen verkassen om te ontbijten.
Het er toch maar op wagen, dachten we. Oké, bergbeklimmen is een groot woord: we konden een stoeltjeslift pakken, die ons mee zou nemen de berg op. Bovengekomen moesten we nog een minuut of vijf een steile trap oplopen om bij ons doel te komen: een guesthouse waar we konden uitrusten en lunchen. Terwijl vijf kinderen onophoudelijk jammerden en huilden, vroeg ik me af waarom we aan deze onderneming begonnen waren. Dan kunnen vijf minuten traplopen hééél erg lang lijken. Toen we eenmaal warm en droog in het guesthouse zaten, prezen onze vrienden ons voor het feit dat we hen meenamen op zo'n geweldig avontuur. Pffff... gelukkig... ze waren de jammerklacht van hun drie kinderen alweer vergeten.
Ondertussen brak een flinke regenbui los, en terwijl wij ons tegoed deden aan véél te pittig eten, kletterde de regen op het dak van de keet waarin we ons bevonden en waren we toch eigenlijk ook wel dankbaar voor de eerste regenbui in ruim een half jaar tijd. Maar goed, de kinderen werden hoe langer hoe vermoeider en het moment brak aan dat we toch écht terug moesten naar ons hostel voor de middagslaapjes van de peuters. Dus in de stromende regen waagden we ons aan de afdaling. Opnieuw maar 5 minuten, maar opnieuw niet de leukste 5 minuten van mijn leven. Juda blafte onophoudelijk als een zeehondje in zijn zomerse kleertjes (terwijl de kinderen van onze vrienden handschoenen, mutsen en jassen aanhadden). Arme jongen.... Gelukkig viel hij in de stoeltjeslift in slaap.
(Voor de lezers die intussen denken: waarom ga je niet gewoon naar Center Parcs, of naar Landal Green Parks, of naar een gezinscamping met vooringerichte tenten, of naar een hotel met Kidsclub, kindermenu en tropisch zwemparadijs? Nee, dat soort dingen kennen ze hier niet.)
De rest van ons uitje was gelukkig niet zo 'avontuurlijk', hoewel de terugreis in de bus gisteren ook geen pretje was. Als Zoë niet sliep, dan huilde ze: van vermoeidheid, van verveling, van het stilzitten, van het verkouden zijn (ja, zij had intussen ook de hoest goed te pakken). Best vermoeiend, 4 uur lang. Maar goed, ik kan het haar ook niet kwalijk nemen, dit uitje was tenslotte niet haar idee. Om acht uur 's avonds waren we weer thuis. Uitgeput, moe en snotverkouden.....
Nu zou je misschien denken dat ik terugkijk op een heel vervelend weekend, maar het tegendeel is waar. Ondanks de kou, de regen, de wind, de matige nachtrust, het gejammer, gehuil en gehoest, hebben we een fantastische tijd met onze vrienden gehad en hebben we veel gelachen, gepraat, spelletjes gespeeld, heerlijk gegeten, films gekeken en gewinkeld.
Klik hier voor de foto's
p.s. ondanks alles ben ik erg blij met en dankbaar voor mijn optimistische echtgenoot, die van ons leven altijd een avontuur weet te maken.
maandag 1 maart 2010
Hoe het verder ging met...
... het voeden van Zoë:
De eerste maanden na haar geboorte was Zoë echt een lastige drinker. Omdat ik blij was met ieder slokje melk dat ze binnenkreeg, was ik zo'n beetje de hele dag bezig met voeden. Na zes maanden besloot ik om te stoppen met de borstvoeding en over te stappen op flesvoeding. Maar de buikkrampen die volgden waren ook geen pretje en bovendien dronk ze ook uit de fles veel te weinig (max. 100 cc per voeding). Dus toen we in november onze lange reis naar Vrede Stad ondernamen en ik niet wist hoe ik het in de trein aan moest pakken met flesjes enzo, besloot ik om toch maar weer terug te gaan naar volledige borstvoeding. En, wonder boven wonder, sinds dat weekend drinkt ze een stuk beter en voed ik haar met veel meer plezier. Nog even het jaar volmaken en dan is het mooi geweest.
... het slapen van Zoë:
Misschien gerelateerd aan haar slechte drinkgedrag waren Zoë's onrustige nachten. Toen ze met 9 maanden nog steeds elke nacht om 3 uur wakker werd, besloten we om Zoë op Juda's kamer te leggen en sindsdien slaapt Juda bij ons op de kamer. En ja hoor, meteen maakte Zoë lekkere nachten van 7 tot 7. Ongelooflijk, dat een makkelijke oplossing zo'n impact kan hebben en dat het soms zó lang duurt voordat je zo'n eenvoudige stap maakt.
... de zindelijkheidstraining van Juda:
Ik schreef in november over Juda's 3-daagse intensieve zindelijkheidstrainig. Al na één dag had Juda heel goed door waar dat potje voor was en liep hij netjes naar het potje voor elk plasje. Maar we waren er nog láááááááng niet! Hoewel we intussen heel veel geld op luiers hebben bespaard, is het eind van de zindelijkheidstraining nog niet in zicht. Soms ging het een weekje goed en hield hij zijn broek droog, om vervolgens weer een paar dagen lang elke tien minuten in zijn broek te plassen. Ons geduld is flink op de proef gesteld: wéér een schoon broekje aan, wéér een plasplek van de bank afschrobben, wéér dweilen, en dat alles zonder geïrriteerd of moedeloos te worden. Gelukkig gaat het de afgelopen weken heel erg goed en hebben we al drie weken lang geen natte broeken meer gehad.
... de taalstudie:
we kunnen ons intussen prima redden op straat. Het is echt fijn om eindelijk een normaal gesprek te kunnen voeren met de mensen hier en naast het beleefd knikken en glimlachen ook echt te kunnen verstaan wát mensen zeggen. Nog een maand of vijf, dan ronden we onze officiële taalstudie af. Maar ook daarna valt er nog heel veel te leren.
... de sportschool:
ik ga nog altijd trouw naar de sportschool, nog altijd zonder resultaat. Ongetwijfeld ben ik nu fitter dan voorheen, maar de weegschaal geeft nog altijd 10 kilo meer aan dan voordat ik zwanger werd van Zoë. Is het misschien omdat ik te dicht bij de 30 kom en ik voorgoed mijn jeugdige figuur vaarwel moet zeggen?
... de kefir:
het gezondheidsdrankje uit de Kaukasus, dat ik maandenlang met veel liefde en zorg onderhouden heb, en dat mijn spijsverteringskanaal ongetwijfeld heeft voorzien van heel veel goede prebiotica, heb ik vanavond in de prullenbak gegooid. Ondanks alle fantastische eigenschappen van dit gistachtige yoghurtplantje, vond ik de verzorging te bewerkelijk en de smaak vies en te zuur. Dus vanaf morgen trekken we weer als vanouds een flesje gezoete yoghurt open.
De eerste maanden na haar geboorte was Zoë echt een lastige drinker. Omdat ik blij was met ieder slokje melk dat ze binnenkreeg, was ik zo'n beetje de hele dag bezig met voeden. Na zes maanden besloot ik om te stoppen met de borstvoeding en over te stappen op flesvoeding. Maar de buikkrampen die volgden waren ook geen pretje en bovendien dronk ze ook uit de fles veel te weinig (max. 100 cc per voeding). Dus toen we in november onze lange reis naar Vrede Stad ondernamen en ik niet wist hoe ik het in de trein aan moest pakken met flesjes enzo, besloot ik om toch maar weer terug te gaan naar volledige borstvoeding. En, wonder boven wonder, sinds dat weekend drinkt ze een stuk beter en voed ik haar met veel meer plezier. Nog even het jaar volmaken en dan is het mooi geweest.
... het slapen van Zoë:
Misschien gerelateerd aan haar slechte drinkgedrag waren Zoë's onrustige nachten. Toen ze met 9 maanden nog steeds elke nacht om 3 uur wakker werd, besloten we om Zoë op Juda's kamer te leggen en sindsdien slaapt Juda bij ons op de kamer. En ja hoor, meteen maakte Zoë lekkere nachten van 7 tot 7. Ongelooflijk, dat een makkelijke oplossing zo'n impact kan hebben en dat het soms zó lang duurt voordat je zo'n eenvoudige stap maakt.
... de zindelijkheidstraining van Juda:
Ik schreef in november over Juda's 3-daagse intensieve zindelijkheidstrainig. Al na één dag had Juda heel goed door waar dat potje voor was en liep hij netjes naar het potje voor elk plasje. Maar we waren er nog láááááááng niet! Hoewel we intussen heel veel geld op luiers hebben bespaard, is het eind van de zindelijkheidstraining nog niet in zicht. Soms ging het een weekje goed en hield hij zijn broek droog, om vervolgens weer een paar dagen lang elke tien minuten in zijn broek te plassen. Ons geduld is flink op de proef gesteld: wéér een schoon broekje aan, wéér een plasplek van de bank afschrobben, wéér dweilen, en dat alles zonder geïrriteerd of moedeloos te worden. Gelukkig gaat het de afgelopen weken heel erg goed en hebben we al drie weken lang geen natte broeken meer gehad.
... de taalstudie:
we kunnen ons intussen prima redden op straat. Het is echt fijn om eindelijk een normaal gesprek te kunnen voeren met de mensen hier en naast het beleefd knikken en glimlachen ook echt te kunnen verstaan wát mensen zeggen. Nog een maand of vijf, dan ronden we onze officiële taalstudie af. Maar ook daarna valt er nog heel veel te leren.
... de sportschool:
ik ga nog altijd trouw naar de sportschool, nog altijd zonder resultaat. Ongetwijfeld ben ik nu fitter dan voorheen, maar de weegschaal geeft nog altijd 10 kilo meer aan dan voordat ik zwanger werd van Zoë. Is het misschien omdat ik te dicht bij de 30 kom en ik voorgoed mijn jeugdige figuur vaarwel moet zeggen?
... de kefir:
het gezondheidsdrankje uit de Kaukasus, dat ik maandenlang met veel liefde en zorg onderhouden heb, en dat mijn spijsverteringskanaal ongetwijfeld heeft voorzien van heel veel goede prebiotica, heb ik vanavond in de prullenbak gegooid. Ondanks alle fantastische eigenschappen van dit gistachtige yoghurtplantje, vond ik de verzorging te bewerkelijk en de smaak vies en te zuur. Dus vanaf morgen trekken we weer als vanouds een flesje gezoete yoghurt open.
Abonneren op:
Posts (Atom)