Soms beloof je iets en voor je het weet moet je het nog waarmaken ook.
Zo hebben we hier in de stad vrienden die hier, net als wij, al twee jaar wonen. Eén van de verschillen tussen hen en ons is dat ze in die twee jaar tijd nog nooit de stad uitgeweest waren om iets van de rest van de provincie te zien. Dus wij beloofden ze dat we ze mee zouden nemen naar een stadje ongeveer 4 uur rijden hiervandaan.
Die belofte moest dus waargemaakt worden.
In de planning van een optimist wordt het altijd mooi weer als je op pad gaat, en dus stopten we allerlei zomerse kleding in onze koffer, want toen we vorige keer in dit stadje waren was het tenslotte ook mooi weer. De avond voordat we uit Lente Stad vertrokken constateerden we bij Juda 40 graden koorts en bovendien moest hij erg hoesten. Maar, optimistisch als we zijn, dit mocht de pret natuurlijk niet drukken. De volgende ochtend, de ochtend dat we op pad zouden gaan, was de koorts gelukkig al wat gezakt (38,6) en aan Juda was verder niks bijzonders te merken.
Het oorspronkelijke plan was om met z'n allen met de auto te gaan. 4 volwassenen, 5 kinderen: in de ogen van een optimist (ik noem verder geen namen) geen probleem. Wat dus praktisch gezien in zou houden dat de twee mannen voorin zouden zitten en de twee vrouwen met 5 kinderen op de achterbank. 4 uur lang.
Gelukkig veranderde de optimist op tijd in een realist en besloten we dat de vrouwen met de twee babies met de bus zouden gaan en de mannen met de andere drie jongens met de auto. Een veel beter idee en dus kwamen we afgelopen zaterdagmiddag allemaal goedgehumeurd in het stadje aan.
De optimist denkt ook dat een kind in een vreemde omgeving vast net zo goed zal slapen als thuis. Gelukkig was dit voor Juda ook het geval, maar Zoë werd 's nachts een paar keer wakker en wilde pas weer slapen na een voeding.
Voor dag twee van ons uitje stond beklimming van de bergen op het programma. Eitje toch met 5 kinderen tussen de 0 en 4 jaar? Ik zal niet zeggen wiens idee dit was, maar het kwam in ieder geval van een optimist. We keken 's ochtends vanuit ons hostel omhoog naar de bergen en zagen erboven zware, donkere wolken hangen. Ondertussen vielen er een paar spatjes regen en moesten we naar binnen verkassen om te ontbijten.
Het er toch maar op wagen, dachten we. Oké, bergbeklimmen is een groot woord: we konden een stoeltjeslift pakken, die ons mee zou nemen de berg op. Bovengekomen moesten we nog een minuut of vijf een steile trap oplopen om bij ons doel te komen: een guesthouse waar we konden uitrusten en lunchen. Terwijl vijf kinderen onophoudelijk jammerden en huilden, vroeg ik me af waarom we aan deze onderneming begonnen waren. Dan kunnen vijf minuten traplopen hééél erg lang lijken. Toen we eenmaal warm en droog in het guesthouse zaten, prezen onze vrienden ons voor het feit dat we hen meenamen op zo'n geweldig avontuur. Pffff... gelukkig... ze waren de jammerklacht van hun drie kinderen alweer vergeten.
Ondertussen brak een flinke regenbui los, en terwijl wij ons tegoed deden aan véél te pittig eten, kletterde de regen op het dak van de keet waarin we ons bevonden en waren we toch eigenlijk ook wel dankbaar voor de eerste regenbui in ruim een half jaar tijd. Maar goed, de kinderen werden hoe langer hoe vermoeider en het moment brak aan dat we toch écht terug moesten naar ons hostel voor de middagslaapjes van de peuters. Dus in de stromende regen waagden we ons aan de afdaling. Opnieuw maar 5 minuten, maar opnieuw niet de leukste 5 minuten van mijn leven. Juda blafte onophoudelijk als een zeehondje in zijn zomerse kleertjes (terwijl de kinderen van onze vrienden handschoenen, mutsen en jassen aanhadden). Arme jongen.... Gelukkig viel hij in de stoeltjeslift in slaap.
(Voor de lezers die intussen denken: waarom ga je niet gewoon naar Center Parcs, of naar Landal Green Parks, of naar een gezinscamping met vooringerichte tenten, of naar een hotel met Kidsclub, kindermenu en tropisch zwemparadijs? Nee, dat soort dingen kennen ze hier niet.)
De rest van ons uitje was gelukkig niet zo 'avontuurlijk', hoewel de terugreis in de bus gisteren ook geen pretje was. Als Zoë niet sliep, dan huilde ze: van vermoeidheid, van verveling, van het stilzitten, van het verkouden zijn (ja, zij had intussen ook de hoest goed te pakken). Best vermoeiend, 4 uur lang. Maar goed, ik kan het haar ook niet kwalijk nemen, dit uitje was tenslotte niet haar idee. Om acht uur 's avonds waren we weer thuis. Uitgeput, moe en snotverkouden.....
Nu zou je misschien denken dat ik terugkijk op een heel vervelend weekend, maar het tegendeel is waar. Ondanks de kou, de regen, de wind, de matige nachtrust, het gejammer, gehuil en gehoest, hebben we een fantastische tijd met onze vrienden gehad en hebben we veel gelachen, gepraat, spelletjes gespeeld, heerlijk gegeten, films gekeken en gewinkeld.
Klik hier voor de foto's
p.s. ondanks alles ben ik erg blij met en dankbaar voor mijn optimistische echtgenoot, die van ons leven altijd een avontuur weet te maken.