De basisschool waar Juda op zit volgt het programma van De Vreedzame School, een programma dat kinderen wil opvoeden tot verantwoordelijke en actieve leden van de gemeenschap. Al na twee dagen school kwam Juda thuis met de termen opsteker en afbreker. Het was even doorvragen, maar al gauw concludeerden we dat een opsteker een compliment is en een afbreker, tja zoiets als een belediging of afkraker (wat is eigenlijk het tegenovergestelde van een compliment?). Intussen zijn deze twee woorden deel uit gaan maken van het algemeen vocabulaire bij ons thuis en proberen we met z'n allen te werken aan een vreedzaam gezin.
Vanavond woonde ik een lezing bij van een Amerikaan die zijn visie op identiteitsontwikkeling binnen de opvoeding gaf. Toen er na afloop gelegenheid was tot vragen stellen, kwam er eigenlijk meer kritiek op zijn verhaal dan dat er vragen kwamen. Zo van: "Dat kun je wel allemaal mooi zeggen, maar zo werkt dat helemaal niet in Nederland." Ik betrap mezelf er ook vaak op dat ik tijdens het luisteren naar een presentatie of preek al meteen zit te denken: klopt het wel wat hij/zij zegt? Op welke manier kan ik zijn/haar standpunt onderuit halen? Zo Nederlands!
Een veelgestelde vraag nu we op verlof zijn is: "Wat is er nou het meest veranderd in Nederland?" Nu weet ik niet of er echt zoveel veranderd is in de afgelopen 5 jaar, of dat dingen ons nu gewoon meer opvallen. Maar we verbazen ons in ieder geval over de scherpe en kritische uitingen die we overal om ons heen horen. En dan heb ik het niet alleen over meneer Wilders die regelmatig een stapje te ver gaat met zijn tact- en respectloze uitspraken. Dan heb ik het ook over grapjes tussen vrienden onderling met daarin een scherpte die ik niet (meer) gewend ben.
In Azië hebben wij veel contact met Amerikanen en die lijken helemaal geen moeite te hebben met het geven van opstekers. Als je een negatief zelfbeeld hebt moet je eens een tijdje met wat Amerikanen optrekken, want die vinden altijd alles he-le-maal fantastisch (tot in het overdrevene toe). Zo ben ik bijvoorbeeld helemaal geen keukenprinses, maar als ik zelf iets gebakken of gekookt heb, zijn onze Amerikaanse vrienden er altijd helemaal lyrisch over en willen meteen het recept van die soep, die taart of die broodjes hebben.
Wij Nederlanders hebben waarheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid hoog in het vaandel staan. Maar wat als dit ten koste gaat van liefde en respect? Ik heb geen pasklaar antwoord, maar het is in ieder geval iets om over na te denken.
dinsdag 29 november 2011
dinsdag 22 november 2011
Vriendschappen
Afgelopen vrijdag ging ik naar een reünie van mijn klas van de basisschool. Helaas kwam nog niet eens de helft opdagen, maar met diegenen die er wel waren, had ik een hele gezellige avond. Geen van de aanwezigen had ik na groep 8 ooit nog gezien, dus het was voor het eerst in ruim 17 jaar dat ik ze weer eens zag. Opmerkelijk was dat ik de enige van het gezelschap was die al kinderen had, terwijl de gemiddelde leeftijd waarop een Nederlandse vrouw een kind krijgt toch echt 29,4 jaar is (wat ik toevallig net ben).
Wat betreft mijn klasgenoten van de basisschool ging het gezegde "Uit het oog, uit het hart" absoluut op. Je trekt acht jaar lang met een groep kinderen op, je deelt lief en leed met elkaar, je schuifelt met elkaar op dansfeestjes, je verzint geheime clubjes, je schrijft elkaar brieven in geheimtaal, maar met het nieuwe begin van de middelbare school sloot ik blijkbaar ook heel resoluut mijn basisschooltijd af. Ach zo gaat dat in het leven; je kunt niet iedereen te vriend houden. Ik vind het dan ook prima dat het zo gelopen is.
Waar ik meer moeite mee heb, is dat onze jaren in het buitenland er ook toe hebben bijgedragen dat wij en sommige vrienden uit elkaar gegroeid zijn. Natuurlijk is het onvermijdelijk: ons leven is verdergegaan, we hebben honderden nieuwe mensen ontmoet en tientallen nieuwe vrienden gemaakt. En na ons vertrek ging hun leven ook gewoon door. Zonder ons. Maar nu we weer terug zijn in Nederland, doet het toch wel een beetje pijn om straal voorbijgelopen te worden door iemand die ik een paar jaar geleden een vriendin had genoemd. Of als ik een gesprek heb met iemand, maar merk dat het gesprek niet echt loopt, omdat de vroegere raakvlakken er niet meer zijn. Het lijkt een continu aftasten: hoe benaderen we elkaar? Hoe verhouden we ons tot elkaar? Bevinden we ons nog in de inner circle of zijn we verplaatst naar de outer circle? De lege plek die wij 5 jaar geleden achterlieten toen we naar Engeland vertrokken, is vanzelfsprekend opgevuld. En wij kunnen nu bij onze terugkomst niet verwachten dat we diezelfde plek weer kunnen innemen in de levens van mensen.
Dit is gewoon hoe dingen gaan en het is ook een tweezijdig proces. Want ja, tijdens het opbouwen van ons nieuwe leven in Azië, zijn de relaties met mensen in Nederland ook wat naar de achtergrond geraakt en hebben we daar niet voldoende tijd in geïnvesteerd. Maar, zoals gezegd, het is dus wel een beetje pijnlijk om hiermee geconfronteerd te worden nu we terug zijn. Al voordat we terugkwamen naar Nederland werden we ervoor gewaarschuwd: Azië zal nooit helemaal thuis worden, maar Nederland zal ook niet meer helemaal als thuis voelen. En de boeken voorspellen dan het volgende gevoel: Waar hoor ik nu eigenlijk thuis?
Heel herkenbaar.
Wat betreft mijn klasgenoten van de basisschool ging het gezegde "Uit het oog, uit het hart" absoluut op. Je trekt acht jaar lang met een groep kinderen op, je deelt lief en leed met elkaar, je schuifelt met elkaar op dansfeestjes, je verzint geheime clubjes, je schrijft elkaar brieven in geheimtaal, maar met het nieuwe begin van de middelbare school sloot ik blijkbaar ook heel resoluut mijn basisschooltijd af. Ach zo gaat dat in het leven; je kunt niet iedereen te vriend houden. Ik vind het dan ook prima dat het zo gelopen is.
Waar ik meer moeite mee heb, is dat onze jaren in het buitenland er ook toe hebben bijgedragen dat wij en sommige vrienden uit elkaar gegroeid zijn. Natuurlijk is het onvermijdelijk: ons leven is verdergegaan, we hebben honderden nieuwe mensen ontmoet en tientallen nieuwe vrienden gemaakt. En na ons vertrek ging hun leven ook gewoon door. Zonder ons. Maar nu we weer terug zijn in Nederland, doet het toch wel een beetje pijn om straal voorbijgelopen te worden door iemand die ik een paar jaar geleden een vriendin had genoemd. Of als ik een gesprek heb met iemand, maar merk dat het gesprek niet echt loopt, omdat de vroegere raakvlakken er niet meer zijn. Het lijkt een continu aftasten: hoe benaderen we elkaar? Hoe verhouden we ons tot elkaar? Bevinden we ons nog in de inner circle of zijn we verplaatst naar de outer circle? De lege plek die wij 5 jaar geleden achterlieten toen we naar Engeland vertrokken, is vanzelfsprekend opgevuld. En wij kunnen nu bij onze terugkomst niet verwachten dat we diezelfde plek weer kunnen innemen in de levens van mensen.
Dit is gewoon hoe dingen gaan en het is ook een tweezijdig proces. Want ja, tijdens het opbouwen van ons nieuwe leven in Azië, zijn de relaties met mensen in Nederland ook wat naar de achtergrond geraakt en hebben we daar niet voldoende tijd in geïnvesteerd. Maar, zoals gezegd, het is dus wel een beetje pijnlijk om hiermee geconfronteerd te worden nu we terug zijn. Al voordat we terugkwamen naar Nederland werden we ervoor gewaarschuwd: Azië zal nooit helemaal thuis worden, maar Nederland zal ook niet meer helemaal als thuis voelen. En de boeken voorspellen dan het volgende gevoel: Waar hoor ik nu eigenlijk thuis?
Heel herkenbaar.
dinsdag 15 november 2011
Herinneringen maken
Ik was eens op een workshop die ging over Third Culture Kids. Dit zijn kinderen die opgroeien in twee verschillende culturen en daardoor hun eigen derde cultuur creëren. Ik was toen zwanger van Juda, maar ik was er al best veel mee bezig wat voor toekomst we ons kind zouden geven door naar het buitenland te verhuizen. Tenminste één ding is me bijgebleven van die workshop: we moeten herinneringen maken voor ons kind (to create memories). Ik weet niet eens meer of dit nu specifiek ging over TCK's of over kinderen in het algemeen, maar volgens ervaringsdeskundigen was dit in elk geval erg belangrijk.
Nu, 4½ jaar later, krijgt dit begrip pas echt betekenis voor mij. Waarom rijden we in de zomervakantie voor een paar uurtjes Parijs in en parkeren we bijna ónder de Eiffeltoren? Omdat ik weet dat het Juda bij zal blijven. Waarom reed ik afgelopen vrijdagavond met drie kinderen naar de kop van Noord-Holland om Sint-Maarten te lopen? Omdat ik weet dat Juda het er nog máánden over zal hebben. Ponyrijden, Sinterklaas, Aviodrome, Ouwehands Dierenpark, Franse kastelen, de stoomtrein, het indianenbos, schat zoeken: het zijn allemaal dingen die zó speciaal zijn voor Juda, dat ik hoop dat hij een voorraadje herinneringen zal aanleggen waarop hij de komende jaren in Azië kan teren.
Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me opnieuw dat kinderen een belangrijke plek innemen in de Nederlandse samenleving. In Vrede Stad moeten we veel meer ons best doen om leuke uitjes te verzinnen voor de kinderen. Veel verder dan vliegeren en picknicken komen we eigenlijk niet. Tja, als ze eenmaal oud genoeg zijn om bergen te beklimmen of om te raften, dan wordt het echt interessant voor ze.
Het is dan ook niet raar dat ik volop geniet van deze weken voorafgaand aan Sinterklaas. Juda maakt het allemaal voor het eerst mee en kijkt zijn ogen uit. En ik heb het gevoel dat ik mijn eigen jeugd een beetje herleef. Ik heb tenslotte al 22 jaar niet meer serieus meegedaan aan Sinterklaas. Juda snapt het nog niet helemaal; hij dacht bijvoorbeeld dat het zetten van zijn schoen afgelopen zaterdag het hoogtepunt van het Sinterklaasfeest was. Hij maakte een mooie tekening van een raket en liet mij opschrijven: "Lieve Sinterklaas, dank u wel dat ik een playmobil-raket krijg." Toen hij de volgende morgen zijn pakje openmaakte en ontdekte dat er slechts een tiental Toy Story-figuurtjes in zat, reageerde hij verontwaardigd (bijna boos): "Maar dit had ik niet gevraagd!"
Volgend verlof (2014) zal Juda al zeven zijn en waarschijnlijk niet meer zo opgaan in het hele gebeuren. Nu maar extra genieten dus, want in ons geval kan het maar één keer.
Nu, 4½ jaar later, krijgt dit begrip pas echt betekenis voor mij. Waarom rijden we in de zomervakantie voor een paar uurtjes Parijs in en parkeren we bijna ónder de Eiffeltoren? Omdat ik weet dat het Juda bij zal blijven. Waarom reed ik afgelopen vrijdagavond met drie kinderen naar de kop van Noord-Holland om Sint-Maarten te lopen? Omdat ik weet dat Juda het er nog máánden over zal hebben. Ponyrijden, Sinterklaas, Aviodrome, Ouwehands Dierenpark, Franse kastelen, de stoomtrein, het indianenbos, schat zoeken: het zijn allemaal dingen die zó speciaal zijn voor Juda, dat ik hoop dat hij een voorraadje herinneringen zal aanleggen waarop hij de komende jaren in Azië kan teren.
Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me opnieuw dat kinderen een belangrijke plek innemen in de Nederlandse samenleving. In Vrede Stad moeten we veel meer ons best doen om leuke uitjes te verzinnen voor de kinderen. Veel verder dan vliegeren en picknicken komen we eigenlijk niet. Tja, als ze eenmaal oud genoeg zijn om bergen te beklimmen of om te raften, dan wordt het echt interessant voor ze.
Het is dan ook niet raar dat ik volop geniet van deze weken voorafgaand aan Sinterklaas. Juda maakt het allemaal voor het eerst mee en kijkt zijn ogen uit. En ik heb het gevoel dat ik mijn eigen jeugd een beetje herleef. Ik heb tenslotte al 22 jaar niet meer serieus meegedaan aan Sinterklaas. Juda snapt het nog niet helemaal; hij dacht bijvoorbeeld dat het zetten van zijn schoen afgelopen zaterdag het hoogtepunt van het Sinterklaasfeest was. Hij maakte een mooie tekening van een raket en liet mij opschrijven: "Lieve Sinterklaas, dank u wel dat ik een playmobil-raket krijg." Toen hij de volgende morgen zijn pakje openmaakte en ontdekte dat er slechts een tiental Toy Story-figuurtjes in zat, reageerde hij verontwaardigd (bijna boos): "Maar dit had ik niet gevraagd!"
Volgend verlof (2014) zal Juda al zeven zijn en waarschijnlijk niet meer zo opgaan in het hele gebeuren. Nu maar extra genieten dus, want in ons geval kan het maar één keer.
dinsdag 8 november 2011
Infobesitas
Zondagavond. Ik neem mezelf voor om even snel twee e-mailtjes te tikken en dan direct de computer weer uit te zetten. Het is tenslotte zondag en Robin heeft deze dag bestempeld als zijn computer-vrije dag en eigenlijk vind ik dat wel een mooi principe. Maar ik kan me tóch niet beheersen: als de twee berichtjes de deur uit zijn, even snel op Facebook kijken. Nou ja, en dan ook nog maar even op NU.nl. O, ik zie dat de nieuwe (digitale) Kruidvat-folder uit is; eventjes het maar liefst 84 pagina's tellende reclameboekwerk doorkijken, want ik wil natuurlijk niet een goede aanbieding mislopen. Oja, en een vriendin zou nog een update over haar zieke zoontje op haar blog plaatsen. Ook nog maar even snel lezen.
Hoppa, we zijn zo anderhalf uur verder. Even snel twee e-mailtjes tikken. Ja ja...
Als ik mezelf de vraag stel waarom ik eigenlijk van mijn 300+ Facebookvrienden wil weten wat ze die dag gedaan hebben en of ze vanavond wel of geen appelmoes bij hun aardappels gegeten hebben, dan moet ik mezelf het antwoord schuldig blijven. Kijk, als het nu ging om goede vrienden, vooruit. Maar ik kan niet beweren dat ik 327 goede vrienden heb. Sterker nog: sommige van mijn beste vrienden zitten niet eens op Facebook!
Toen ik nog bij Kodak werkte en de hele dag achter de computer zat, checkte ik meerdere malen per dag NU.nl, want stel je voor dat ik niet helemaal op de hoogte was van het wereldnieuws!
En elke avond klik ik even op het tabblad Blogs in mijn browser, waarna ik de melding krijg "You are about to open 20 tabs. ..." Ja, ik check vrijwel elke avond of mijn 20 bloggende vrienden iets nieuws te melden hebben.
Gisteren las ik in een tijdschrift dat 80% van de mensen geen weerstand kan bieden aan het piepje dat een mailprogramma geeft wanneer er een nieuwe e-mail binnenkomt. Je móet gewoon direct kijken.
Laatst kwam ik ergens de term infobesitas tegen en ik realiseerde me dat dat mijn probleem misschien wel is. En waarschijnlijk niet alleen mijn probleem, maar ook het probleem van een heel aantal mede-landgenoten. Mijn hoofd zit vol met informatie. Té vol. Ik wil van té veel dingen op de hoogte blijven, ik ben té bang om ook maar iets te missen. Infobesitas; ik had zelf geen mooier woord kunnen verzinnen.
Ik heb wel eens nagedacht over de aanschaf van een iPhone. Niet dat we daar geld voor zouden hebben, maar dat terzijde. Maar zou ik daarmee niet die hunkering naar directe, altijd en overal beschikbare informatie alleen maar voeden?
Als ik ons leven hier vergelijk met het leven van onze Aziatische vrienden, dan kom ik tot de conclusie dat het in hun hoofd een stuk rustiger is, omdat hun wereldje veel kleiner is. Ze weten niet wat er buiten de dorpsgrenzen gebeurt en zijn alleen geïnteresseerd in het wel-en-wee van hun naaste familieleden. Geen computers, geen internet, geen iPhones. Nóg niet....
Hoppa, we zijn zo anderhalf uur verder. Even snel twee e-mailtjes tikken. Ja ja...
Als ik mezelf de vraag stel waarom ik eigenlijk van mijn 300+ Facebookvrienden wil weten wat ze die dag gedaan hebben en of ze vanavond wel of geen appelmoes bij hun aardappels gegeten hebben, dan moet ik mezelf het antwoord schuldig blijven. Kijk, als het nu ging om goede vrienden, vooruit. Maar ik kan niet beweren dat ik 327 goede vrienden heb. Sterker nog: sommige van mijn beste vrienden zitten niet eens op Facebook!
Toen ik nog bij Kodak werkte en de hele dag achter de computer zat, checkte ik meerdere malen per dag NU.nl, want stel je voor dat ik niet helemaal op de hoogte was van het wereldnieuws!
En elke avond klik ik even op het tabblad Blogs in mijn browser, waarna ik de melding krijg "You are about to open 20 tabs. ..." Ja, ik check vrijwel elke avond of mijn 20 bloggende vrienden iets nieuws te melden hebben.
Gisteren las ik in een tijdschrift dat 80% van de mensen geen weerstand kan bieden aan het piepje dat een mailprogramma geeft wanneer er een nieuwe e-mail binnenkomt. Je móet gewoon direct kijken.
Laatst kwam ik ergens de term infobesitas tegen en ik realiseerde me dat dat mijn probleem misschien wel is. En waarschijnlijk niet alleen mijn probleem, maar ook het probleem van een heel aantal mede-landgenoten. Mijn hoofd zit vol met informatie. Té vol. Ik wil van té veel dingen op de hoogte blijven, ik ben té bang om ook maar iets te missen. Infobesitas; ik had zelf geen mooier woord kunnen verzinnen.
Ik heb wel eens nagedacht over de aanschaf van een iPhone. Niet dat we daar geld voor zouden hebben, maar dat terzijde. Maar zou ik daarmee niet die hunkering naar directe, altijd en overal beschikbare informatie alleen maar voeden?
Als ik ons leven hier vergelijk met het leven van onze Aziatische vrienden, dan kom ik tot de conclusie dat het in hun hoofd een stuk rustiger is, omdat hun wereldje veel kleiner is. Ze weten niet wat er buiten de dorpsgrenzen gebeurt en zijn alleen geïnteresseerd in het wel-en-wee van hun naaste familieleden. Geen computers, geen internet, geen iPhones. Nóg niet....
dinsdag 1 november 2011
De kwast
Gistermorgen, zondagmorgen, stonden wij als gezin In Focus, zoals dat zo mooi heet. Op alle stoelen lagen foldertjes met daarop een foto van ons gezin en met grote letters onze namen. Heel erg goed bedoeld natuurlijk, maar ik stoorde me er eerlijk gezegd aan. Alsof het om ons zou gaan. Alsof het geld waarmee deze groep mensen ons ondersteunt als einddoel ons gezin zou hebben.
Ik hoop dat mensen verder kunnen kijken. Dat ze niet achter ons staan uit liefde voor ons, maar uit liefde voor Hem en uit bewogenheid voor het verlorene. Als mensen hun hoop op ons stellen, dan zullen ze absoluut teleurgesteld raken. Wij zijn geen fantastische mensen. Ook wij maken fouten, ook wij hebben te maken met gevoelens van trots, onzekerheid, twijfel, hebberigheid en jaloezie. Ook wij doen wel eens dingen met verkeerde motieven. Tja, we blijven tenslotte mens.
Later tijdens de dienst moest ik denken aan een schilder die een schilderij schildert. Wat komt er uiteindelijk in het museum terecht? Juist ja, het schilderij met daarbij een bordje met de naam van de schilder. De kwast? Die wordt vergeten. Zelfs weggegooid waarschijnlijk. Ik heb nog nooit een kwast naast een schilderij zien hangen met daarbij de tekst 'En met deze kwast werd dit kunstwerk geschilderd'. Wij zijn slechts het instrument, de kwast, maar het gaat uiteindelijk om de Artiest en om het kunstwerk dat Hij aan het maken is.
Járen geleden hoopte ik wel eens dat er ooit een boek over ons geschreven zou worden, zoiets als De Dappere Heldendaden van Robin en Tanja in Azië. Maar nu realiseer ik me dat dat een heel saai en oninteressant boek zou worden. Nu hoop ik dat er ooit een boek zal verschijnen met als titel De wonderbaarlijke werken van Hem in Azië. En dat dit boek vol zal staan met verhalen over wonderen, tekenen, genezingen en bekeringen. En dat op iedere bladzij door zal klinken dat het Zijn werk was en dat ook alleen Hem alle eer daarvoor toekomt.
Ik hoop dat mensen verder kunnen kijken. Dat ze niet achter ons staan uit liefde voor ons, maar uit liefde voor Hem en uit bewogenheid voor het verlorene. Als mensen hun hoop op ons stellen, dan zullen ze absoluut teleurgesteld raken. Wij zijn geen fantastische mensen. Ook wij maken fouten, ook wij hebben te maken met gevoelens van trots, onzekerheid, twijfel, hebberigheid en jaloezie. Ook wij doen wel eens dingen met verkeerde motieven. Tja, we blijven tenslotte mens.
Later tijdens de dienst moest ik denken aan een schilder die een schilderij schildert. Wat komt er uiteindelijk in het museum terecht? Juist ja, het schilderij met daarbij een bordje met de naam van de schilder. De kwast? Die wordt vergeten. Zelfs weggegooid waarschijnlijk. Ik heb nog nooit een kwast naast een schilderij zien hangen met daarbij de tekst 'En met deze kwast werd dit kunstwerk geschilderd'. Wij zijn slechts het instrument, de kwast, maar het gaat uiteindelijk om de Artiest en om het kunstwerk dat Hij aan het maken is.
Járen geleden hoopte ik wel eens dat er ooit een boek over ons geschreven zou worden, zoiets als De Dappere Heldendaden van Robin en Tanja in Azië. Maar nu realiseer ik me dat dat een heel saai en oninteressant boek zou worden. Nu hoop ik dat er ooit een boek zal verschijnen met als titel De wonderbaarlijke werken van Hem in Azië. En dat dit boek vol zal staan met verhalen over wonderen, tekenen, genezingen en bekeringen. En dat op iedere bladzij door zal klinken dat het Zijn werk was en dat ook alleen Hem alle eer daarvoor toekomt.
Abonneren op:
Posts (Atom)