Afgelopen vrijdagmorgen was ik Juda aan het lesgeven in ons schoolappartement en Robin was aan het lesgeven op de peuterschool. Opeens ging mijn telefoon: het was Hanna, onze house helper. Ze vertelde dat ze met Zoë en Salomé buiten was gaan spelen en dat op de terugweg Zoë alleen vooruit was gerend naar huis. Toen ze bij ons huis aankwam en ze verwachtte dat Zoë bij de deur op de trap zou zitten, trof ze daar niemand aan. Vreemd: normaal zou Zoë daar altijd wachten. Ze liep weer naar beneden en trof daar een schoonmaakvrouwtje aan. Ze vroeg haar of ze misschien een blond meisje had gezien. Het schoonmaakvrouwtje had Zoë inderdaad gezien en ze vertelde hoe ze had gezien dat ze bij iemand op de scooter wegreed.
De nachtmerrie van elke ouder: je kind wordt meegenomen door een vreemde. Robin was intussen thuisgekomen en stapte meteen op de fiets om Zoë te gaan zoeken. Ook ik snelde naar huis, zodat Hanna ook kon gaan zoeken, terwijl ik bij Juda en Salomé bleef. Minuten leken uren te duren en ondertussen kon ik niks anders doen dan bidden voor ons meisje, terwijl een onbehaaglijk gevoel zich langzaam van me meester maakte. Wat als.....?
Mijn gedachten gingen terug naar drie jaar geleden in Beijing. Eén keer eerder had ik me zo onbehaaglijk en machteloos gevoeld. We waren in een klein supermarktje met twee verdiepingen en Juda was met mij boven, terwijl Robin met Zoë beneden was. Juda vroeg aan mij: "Mag ik naar papa toe gaan?" Ik vond het prima en ging ondertussen door met winkelen. Toen ik na een tijdje weer beneden kwam, trof ik daar alleen Robin en Zoë aan. "Is Juda niet naar jou toegekomen?' vroeg ik. "Nee," antwoordde Robin, "ik dacht dat hij boven bij jou was." "Ja, maar hij zou naar jou toe gaan." Ik weer naar boven gerend, maar daar was hij niet. Beneden was hij ook niet. Wij allebei naar buiten toe, de straat op, maar er was geen spoor van Juda te bekennen. Allerlei gedachten schieten op zo'n moment door je hoofd, zeker in zo'n grote, drukke, onbekende stad. Wat als....? En het ergste scenario speelt zich als een film af in je hoofd. Na een minuut of vijf zoeken liepen we toch maar weer de supermarkt in en toen hoorden we boven een bekend gehuil. Wat bleek? Juda was helemaal niet naar beneden gegaan, maar was een magazijn ingelopen. Eind goed, al goed. Maar het gevoel van zo'n moment is onbeschrijflijk: als je denkt dat je je kind echt kwijt bent.
Terug naar het verhaal van afgelopen vrijdag. Terwijl ik uit het raam stond te kijken, zag ik een bovenbuurvrouw op haar scooter thuiskomen, met haar dochtertje achterop. Misschien weet zij iets, dacht ik, dus ik deed de deur open voordat zij onze deur voorbij zou zijn. Lachend kwam ze op me af: "Ik had haar meegenomen! Jullie waren je zeker rotgeschrokken? Hoeft niet joh!" En ze had er de grootste lol om. Uit beleefdheid lachte ik mee, maar van binnen kookte ik van woede. Je neemt toch niet zomaar een kind mee? Ze vertelde daarna wat er was gebeurd: toen zij de trap afkwam, vond ze daar Zoë huilend op de trap omdat er niemand thuis was. Toen had ze gedacht hulpvaardig te zijn door haar mee te nemen op haar scooter om haar dochter van school op te halen. In totaal waren ze ongeveer 20 minuten weggeweest. Uiteindelijk was Robin ze op straat tegengekomen en die had Zoë toen van haar overgenomen. We lachten er nog een keer samen om (ik natuurlijk nog altijd niet van harte) en toen vervolgde ze haar weg naar boven. Even later kwam Robin ook met ons verloren schaapje aanfietsen. Opnieuw: eind goed, al goed. Maar het duurde wel een paar uur voordat de spanning uit onze lichamen was verdwenen. Zoveel stress is niet goed voor een mens!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
We vinden het leuk om zo nu en dan iets van onze lezers te horen. Je reactie wordt niet direct zichtbaar, maar pas nadat hij door ons gelezen is. Graag je naam erbij vermelden.