Reversed culture-shock (omgekeerde cultuur-schok): ik dacht eigenlijk dat het aan me voorbij was gegaan. Ja, de eerste twee weken in Nederland waren wel vreemd en heel erg wennen, maar al gauw voelden we ons alweer helemaal thuis in Nederland en draaiden we weer gewoon mee in de Nederlandse samenleving. Bijna alsof we nooit waren weggeweest.
Nadat Robin mijn stukje van vorige week had gelezen, zei ik tegen hem: "Wel weer een beetje kritisch hè?" En eerlijk gezegd stonden er nog een aantal scherpe onderwerpen op mijn lijstje om over te bloggen.Geen idee waarom ik een aantal confronterende, kritische onderwerpen op mijn hart had, maar ik had gewoon het idee dat ik ze kwijt moest. Af en toe dacht ik zelfs: ik kan wel een boek gaan schrijven met als titel Mijn kijk op Nederland.
En toen ontvingen we een e-mail van en vriendin, die schreef dat ze aan mijn blog kon merken dat we door een flinke reversed culture shock heengingen. Wie?! Ik?! In eerste instantie ontkende ik dat in alle toonaarden, maar in de daaropvolgende dagen ging ik me beseffen dat ze misschien toch gelijk had. Waarschijnlijk zat ik er middenin zonder er zelf bewust van te zijn. Ik kwam erachter dat ik het leven in Nederland zwaar geromantiseerd had en nu ontdekte ik: het leven in Nederland is toch ook niet alles. Aan de ene kant genoot ik volop van Nederland, maar tegelijkertijd zat ik me vaak te ergeren aan de Nederlandse samenleving (o.a. aan de oppervlakkigheid, het materialisme, het secularisme, de drukte). En afgelopen week werd daar nog een ergernis aan toegevoegd: Kerst.
Het begon eigenlijk op woensdagochtend op de peuterspeelzaal van Zoë, waar we samen een kerstsamenzang zouden hebben. In totaal zongen we (leidsters, ouders en kinderen) tien liedjes:
lied 1: oh wat een boom
lied 2: ik, zei de piek, ben de baas in de kerstboom
lied 3: het klokje in de kerstboom
lied 4: jingle bell, jingle bell
lied 5: twinkel twinkel gouden ster
lied 6: klink klokje klingelingeling
lied 7: oh dennenboom
lied 8: daar is Jeroen op de grote wagen
lied 9: Rudolph dat leuke rendier
lied 10: we wish you a merry christmas
Robin en ik hadden hem na afloop goed zitten, dat dit is wat er nu van kerstfeest gemaakt wordt. Waarom wordt er überhaupt nog Kerst gevierd in Nederland, als men niet gelooft in de reden van Kerst (het woord Kerst is tenslotte afgeleid van het woord Christus)?
Na deze kerstviering gingen Robin en ik even samen naar Amersfoort om mijn nieuwe bril op te halen (de opticien was hoogst-verbaasd dat ik geen bril droeg, want ik had zonder bril 30% minder zicht). Ik ging ook nog even de H&M in, omdat ik vond dat ik toch ook nog even nieuwe kleren voor mezelf en voor de kinderen moest kopen voor Kerst. Dat hóórt tenslotte zo. Maar na de ervaring eerder die ochtend kwam ik zonder kerstkleren weer de winkel uit; ik besloot om niet meer mee te doen met dat circus rondom Kerst.
De afgelopen jaren hebben we het Nederlandse kerstfeest heel erg gemist: de kaarsjes, de kerstboom, de kerstliedjes, enz. Maar als ik nu terugkijk hadden we zonder dat alles méér oog voor de essentie van Kerst, namelijk het Kindje in de kribbe. En om heel eerlijk te zijn kijken we er best wel naar uit om volgend jaar weer onze eigen invulling aan het kerstfeest te kunnen geven.
En zo slaan we ons, met vallen en opstaan, door onze eerste reversed culture shock heen....
dinsdag 27 december 2011
dinsdag 20 december 2011
Opvoeden
Op veel plaatsen zie ik posters en foldertjes van Triple P, het programma dat Positief Opvoeden als speerpunt heeft. Geen idee of het iets nieuws is, het is in ieder geval nieuw voor mij. Je hoort zo vaak: "Positief gedrag belonen, negatief gedrag negeren." Eerlijk gezegd best wel eens moeilijk: hoe kan ik het nou negeren als Juda zijn zusje een klap of schop verkoopt? Ook op TV is er tegenwoordig veel aandacht voor opvoeden: Schatjes, de Babyfluisteraar, Eerste Hulp bij Opvoeden, enzovoorts. Ook hartstikke goed natuurlijk.
Maar tegelijkertijd zie ik de trend dat veel kinderen hun week doorbrengen bij het kinderdagveblijf of de BSO. Dus dan vraag ik me af: hebben ouders eigenlijk nog wel tijd om op te voeden? Wie voedt nu eigenlijk de kinderen van tegenwoordig op? De pedagogisch medewerkster van het kinderdagverblijf? De TV? Of moet ik zelfs vragen: worden kinderen nog wel opgevoed? Want voelt een oppas/juf/pedagogisch medewerkster zich daar wel verantwoordelijk voor als ouders er geen tijd voor hebben?
Laatst las ik dit in een tijdschrift, waarbij mijn mond van ongeloof openviel: "Mijn man en ik houden allebei van luxe. Mede daarom - en omdat ik mijn werk leuk vind - ben ik na de geboorte van onze zoon vier dagen blijven werken. We willen ons kind alles kunnen geven. Als ik een leuk shirtje zie voor hem, dan koop ik dat, ook al kost het €50. Laatst kwam mijn moeder met een skipakje dat ze van kennissen had gekregen. Leuk ding, maar tweedehands en dat willen we liever niet voor ons kind."
Oké, prima dat je vier dagen blijft werken. Ook prima dat je geen tweedehands kleding wilt. Maar de zin We willen ons kind alles kunnen geven stuitte me echt tegen de borst. Wat een kind echt nodig heeft is jouw liefde, tijd en aandacht als ouder. Wat moet een kind nou met al die luxe als dat ten koste gaat van de tijd en aandacht die een ouder aan hem/haar kan geven?
Even voor de goede orde: ik heb niks tegen werkende moeders hoor, en ook niet tegen kinderdagverblijven of BSO's, maar ik zou zelf niet zo snel kiezen voor een baan van 4 of 5 dagen in de week.
Een vriendin die veel met kinderen werkt, maakte onlangs de volgende opmerking: tegenwoordig proberen veel ouders hun schuldgevoel tegenover hun kinderen af te kopen door het geven van mooie spullen. Ouders voelen zich schuldig over het feit dat ze nog maar zo weinig tijd voor hun kinderen hebben en dat proberen ze goed te maken door ze te overladen met duur speelgoed of andere gadgets. Voor mij wel herkenbaar: ik heb wel eens het (onterechte!) gevoel dat we onze kinderen tekort zouden doen met ons leven in Azië en dan verwen ik ze extra om het goed te maken.
Ik vraag mezelf wel eens af hoe ons leven eruit zou zien als we niet naar Azië waren verhuisd. Welke keuzes zou ik maken? Zou ik blijven werken als ik drie kleine kinderen had? En zo ja, hoeveel uur? In wat voor huis zouden we wonen? In wat voor auto zouden we rijden? Het blijven vragen. Misschien zullen we het wel nooit weten, als we tot ons pensioen in Azië blijven wonen. Maar misschien keren we als gezin wel eerder terug naar Nederland en zullen we het zien.
Maar tegelijkertijd zie ik de trend dat veel kinderen hun week doorbrengen bij het kinderdagveblijf of de BSO. Dus dan vraag ik me af: hebben ouders eigenlijk nog wel tijd om op te voeden? Wie voedt nu eigenlijk de kinderen van tegenwoordig op? De pedagogisch medewerkster van het kinderdagverblijf? De TV? Of moet ik zelfs vragen: worden kinderen nog wel opgevoed? Want voelt een oppas/juf/pedagogisch medewerkster zich daar wel verantwoordelijk voor als ouders er geen tijd voor hebben?
Laatst las ik dit in een tijdschrift, waarbij mijn mond van ongeloof openviel: "Mijn man en ik houden allebei van luxe. Mede daarom - en omdat ik mijn werk leuk vind - ben ik na de geboorte van onze zoon vier dagen blijven werken. We willen ons kind alles kunnen geven. Als ik een leuk shirtje zie voor hem, dan koop ik dat, ook al kost het €50. Laatst kwam mijn moeder met een skipakje dat ze van kennissen had gekregen. Leuk ding, maar tweedehands en dat willen we liever niet voor ons kind."
Oké, prima dat je vier dagen blijft werken. Ook prima dat je geen tweedehands kleding wilt. Maar de zin We willen ons kind alles kunnen geven stuitte me echt tegen de borst. Wat een kind echt nodig heeft is jouw liefde, tijd en aandacht als ouder. Wat moet een kind nou met al die luxe als dat ten koste gaat van de tijd en aandacht die een ouder aan hem/haar kan geven?
Even voor de goede orde: ik heb niks tegen werkende moeders hoor, en ook niet tegen kinderdagverblijven of BSO's, maar ik zou zelf niet zo snel kiezen voor een baan van 4 of 5 dagen in de week.
Een vriendin die veel met kinderen werkt, maakte onlangs de volgende opmerking: tegenwoordig proberen veel ouders hun schuldgevoel tegenover hun kinderen af te kopen door het geven van mooie spullen. Ouders voelen zich schuldig over het feit dat ze nog maar zo weinig tijd voor hun kinderen hebben en dat proberen ze goed te maken door ze te overladen met duur speelgoed of andere gadgets. Voor mij wel herkenbaar: ik heb wel eens het (onterechte!) gevoel dat we onze kinderen tekort zouden doen met ons leven in Azië en dan verwen ik ze extra om het goed te maken.
Ik vraag mezelf wel eens af hoe ons leven eruit zou zien als we niet naar Azië waren verhuisd. Welke keuzes zou ik maken? Zou ik blijven werken als ik drie kleine kinderen had? En zo ja, hoeveel uur? In wat voor huis zouden we wonen? In wat voor auto zouden we rijden? Het blijven vragen. Misschien zullen we het wel nooit weten, als we tot ons pensioen in Azië blijven wonen. Maar misschien keren we als gezin wel eerder terug naar Nederland en zullen we het zien.
dinsdag 13 december 2011
Extra large
Ten eerste wil ik nog even terugkomen op mijn stukje van twee weken geleden. Ik heb daarmee niet willen suggereren dat wij Nederlanders niet meer eerlijk tegen elkaar moeten zijn of dat ik geen voorstander ben van gerechtigheid. Wat ik eigenlijk wilde zeggen is: waar zoeken we naar als we kijken naar de ander? Naar positieve of negatieve dingen? Benadrukken we goede of slechte eigenschappen van de ander? We hoeven niet te gaan liegen, maar we hebben wel de keuze hoe we tegen anderen en tegen situaties aankijken. Vorige week las ik in een tijdschrift het volgende: "Het is niet de Aanleiding die bepaalt hoe wij ons voelen (=Consequentie), maar de Bril waardoor we naar de situatie kijken." ABC; makkelijk te onthouden. Toevallig las ik vanmiddag nog in een tijdschrift een interview met een Canadese vrouw die naar Nederland was geëmigreerd. Volgens haar was het grootste verschil tussen Nederlanders en Canadezen dat zoveel Nederlanders zich met elkaar bemoeien, elkaar be- en veroordelen.
Dan nu een wat luchtiger onderwerp.
Vanuit Vrede Stad had ik een lekkere joggingbroek meegenomen, speciaal voor de dagen na de bevalling. Toen ik hem echter vlak na de geboorte van Salomé aan wilde trekken, moest ik helaas concluderen dat het nog niet de juiste tijd was voor dit modelletje met een strakke band om de taille. Een blik in het label deed me niet veel goeds: XL. Nu moet ik erbij zeggen dat het hier ging om een Aziatische XL en ja, voor Aziatische begrippen ben ik ook wel Extra Large. Maar toch.
Nu hoor je vaak "Ach, met borstvoeding raak je die kilo's zo weer kwijt." Nou, ik weet niet wie dat ooit verzonnen heeft, maar de praktijk heeft dat bij mij nog nooit uitgewezen. Het mag dan wel zo zijn dat borstvoeding iets van vijfhonderd kilocalorieën per dag kost, maar tegelijkertijd voelt het ook alsof je maag een bodemloze put is en dat je dus oneindig kunt eten zonder een verzadigd gevoel te krijgen. Vaak las ik 's avonds voordat ik naar bed ga nog een vierde maaltijd in om 's nachts maar niet wakker te liggen van de honger (als ik tenminste vóór die tijd nog niet de keukenkastjes heb geplunderd op zoek naar koek, snoep en chocola).
5 jaar geleden heb ik al mijn kleding bij mijn ouders op zolder in een kast gelegd. Echt heel veel kleding. Wie weet komt het nog eens van pas, dacht ik toen. Vorige maand trok ik die kast weer open om uit te zoeken welke kleding ik nog wilde bewaren. Ik was snel klaar: álles was maat S of maar 36. Heel bewust gaf ik die hoop op en meldde aan mijn moeder dat alles mee kon naar Roemenië, Bulgarije, het Leger des Heils of de Voedselbank. Een beetje confronterend maar ook wel bevrijdend: dat is gewoon een gepasseerd station.
Helaas helpt het ook niet om een man te hebben die alles kan eten wat los en vast zit, maar die in onze (bijna) tien jaar huwelijk nog geen grammetje vet erbij heeft gekregen. Als dan tijdens het koffie- of theedrinken de stroopwafels op tafel komen, dan heb ik echt te weinig discipline. Gelukkig hebben we de weegschaal in Vrede Stad laten staan, dus hoe groot de 'schade' echt is, zal ik pas over een maand of drie ontdekken. Ach, en daar is men toch minder bezig met het be- en veroordelen van elkaar, dus daar maakt het ook weer niet zoveel uit :-)
Dan nu een wat luchtiger onderwerp.
Vanuit Vrede Stad had ik een lekkere joggingbroek meegenomen, speciaal voor de dagen na de bevalling. Toen ik hem echter vlak na de geboorte van Salomé aan wilde trekken, moest ik helaas concluderen dat het nog niet de juiste tijd was voor dit modelletje met een strakke band om de taille. Een blik in het label deed me niet veel goeds: XL. Nu moet ik erbij zeggen dat het hier ging om een Aziatische XL en ja, voor Aziatische begrippen ben ik ook wel Extra Large. Maar toch.
Nu hoor je vaak "Ach, met borstvoeding raak je die kilo's zo weer kwijt." Nou, ik weet niet wie dat ooit verzonnen heeft, maar de praktijk heeft dat bij mij nog nooit uitgewezen. Het mag dan wel zo zijn dat borstvoeding iets van vijfhonderd kilocalorieën per dag kost, maar tegelijkertijd voelt het ook alsof je maag een bodemloze put is en dat je dus oneindig kunt eten zonder een verzadigd gevoel te krijgen. Vaak las ik 's avonds voordat ik naar bed ga nog een vierde maaltijd in om 's nachts maar niet wakker te liggen van de honger (als ik tenminste vóór die tijd nog niet de keukenkastjes heb geplunderd op zoek naar koek, snoep en chocola).
5 jaar geleden heb ik al mijn kleding bij mijn ouders op zolder in een kast gelegd. Echt heel veel kleding. Wie weet komt het nog eens van pas, dacht ik toen. Vorige maand trok ik die kast weer open om uit te zoeken welke kleding ik nog wilde bewaren. Ik was snel klaar: álles was maat S of maar 36. Heel bewust gaf ik die hoop op en meldde aan mijn moeder dat alles mee kon naar Roemenië, Bulgarije, het Leger des Heils of de Voedselbank. Een beetje confronterend maar ook wel bevrijdend: dat is gewoon een gepasseerd station.
Helaas helpt het ook niet om een man te hebben die alles kan eten wat los en vast zit, maar die in onze (bijna) tien jaar huwelijk nog geen grammetje vet erbij heeft gekregen. Als dan tijdens het koffie- of theedrinken de stroopwafels op tafel komen, dan heb ik echt te weinig discipline. Gelukkig hebben we de weegschaal in Vrede Stad laten staan, dus hoe groot de 'schade' echt is, zal ik pas over een maand of drie ontdekken. Ach, en daar is men toch minder bezig met het be- en veroordelen van elkaar, dus daar maakt het ook weer niet zoveel uit :-)
dinsdag 6 december 2011
Met andere ogen
Toen we in juni terugkwamen bekeken we Nederland met andere ogen: met de ogen van iemand die drieëneenhalf jaar weggeweest is. Dan vallen dingen ineens op die je eigenlijk nooit eerder had gezien.
Deze week bekijken we Nederland met nóg andere ogen: met de ogen van iemand die nog nooit in Nederland is geweest. Afgelopen zaterdag mochten we namelijk goede vrienden uit Vrede Stad hier verwelkomen; op weg naar de Verenigde Staten maken zij een tussenstop van twee weken in Europa. Naast Nederland willen ze ook graag iets meer van Europa zien. Toen ze vorige maand plannen aan het maken waren, schreven ze dat ze in de tweede week graag België, Luxemburg, Parijs, Londen, Zwitserland, Italië en Duitsland zouden bezoeken. Misschien een beetje te ambitieus, hebben we toen geantwoord. Maar het zegt wel iets over hoe Amerikanen naar Europa kijken: klein en alles binnen handbereik. Parijs is om de hoek, Londen ook.
Het herziene programma is gelukkig wat realistischer, want alleen België, Frankrijk, Engeland, Luxemburg en Duitsland zullen worden aangedaan. Ook nog druk (met drie kinderen), maar wel haalbaar.
Maar eerst een paar dagen in Nederland de toerist uithangen dus. Nog net een paar dagen van de Sinterklaasgekte meepikken, pannenkoeken eten bij het Jagershuys in Zeist, koffie drinken bij het (nieuwe?) Douwe Egberts-café op het Neude, slenteren langs de Oude Gracht, ons vergapen aan de hoogte van de Domtoren. En de komende dagen staan nog het Corrie ten Boomhuis in Haarlem en natuurlijk een dagje Amsterdam op het programma. En dan vertrekken ze al, eerder dan gepland, naar België.
Maar er is nog zoveel meer te zien in Nederland! Je kunt toch niet zeggen dat je Nederland hebt gezien als je alleen Amsterdam, Haarlem en Utrecht hebt gezien?! Oja, en Putten, Ermelo en Houten niet te vergeten... Nou ja, ze hebben in ieder geval sfeer geproefd, want die was er gistermiddag zeker in hartje Utrecht! Ik had wel de hele middag kunnen blijven luisteren naar die Britse straatmuzikant die de sterren van de hemel zong vlak voor het stadhuis. Ja, Utrecht is 's zomers beregezellig met zijn terrasjes aan de gracht, maar zo'n grauwe, koude decemberdag heeft toch ook wel iets.
En zo bekeek ik de stad Utrecht, die toch al 29 jaar lang een soort thuis voor me is, gisteren met andere ogen en genoot met volle teugen van het in Nederland zijn.
Deze week bekijken we Nederland met nóg andere ogen: met de ogen van iemand die nog nooit in Nederland is geweest. Afgelopen zaterdag mochten we namelijk goede vrienden uit Vrede Stad hier verwelkomen; op weg naar de Verenigde Staten maken zij een tussenstop van twee weken in Europa. Naast Nederland willen ze ook graag iets meer van Europa zien. Toen ze vorige maand plannen aan het maken waren, schreven ze dat ze in de tweede week graag België, Luxemburg, Parijs, Londen, Zwitserland, Italië en Duitsland zouden bezoeken. Misschien een beetje te ambitieus, hebben we toen geantwoord. Maar het zegt wel iets over hoe Amerikanen naar Europa kijken: klein en alles binnen handbereik. Parijs is om de hoek, Londen ook.
Het herziene programma is gelukkig wat realistischer, want alleen België, Frankrijk, Engeland, Luxemburg en Duitsland zullen worden aangedaan. Ook nog druk (met drie kinderen), maar wel haalbaar.
Maar eerst een paar dagen in Nederland de toerist uithangen dus. Nog net een paar dagen van de Sinterklaasgekte meepikken, pannenkoeken eten bij het Jagershuys in Zeist, koffie drinken bij het (nieuwe?) Douwe Egberts-café op het Neude, slenteren langs de Oude Gracht, ons vergapen aan de hoogte van de Domtoren. En de komende dagen staan nog het Corrie ten Boomhuis in Haarlem en natuurlijk een dagje Amsterdam op het programma. En dan vertrekken ze al, eerder dan gepland, naar België.
Maar er is nog zoveel meer te zien in Nederland! Je kunt toch niet zeggen dat je Nederland hebt gezien als je alleen Amsterdam, Haarlem en Utrecht hebt gezien?! Oja, en Putten, Ermelo en Houten niet te vergeten... Nou ja, ze hebben in ieder geval sfeer geproefd, want die was er gistermiddag zeker in hartje Utrecht! Ik had wel de hele middag kunnen blijven luisteren naar die Britse straatmuzikant die de sterren van de hemel zong vlak voor het stadhuis. Ja, Utrecht is 's zomers beregezellig met zijn terrasjes aan de gracht, maar zo'n grauwe, koude decemberdag heeft toch ook wel iets.
En zo bekeek ik de stad Utrecht, die toch al 29 jaar lang een soort thuis voor me is, gisteren met andere ogen en genoot met volle teugen van het in Nederland zijn.
dinsdag 29 november 2011
Opstekers en afbrekers
De basisschool waar Juda op zit volgt het programma van De Vreedzame School, een programma dat kinderen wil opvoeden tot verantwoordelijke en actieve leden van de gemeenschap. Al na twee dagen school kwam Juda thuis met de termen opsteker en afbreker. Het was even doorvragen, maar al gauw concludeerden we dat een opsteker een compliment is en een afbreker, tja zoiets als een belediging of afkraker (wat is eigenlijk het tegenovergestelde van een compliment?). Intussen zijn deze twee woorden deel uit gaan maken van het algemeen vocabulaire bij ons thuis en proberen we met z'n allen te werken aan een vreedzaam gezin.
Vanavond woonde ik een lezing bij van een Amerikaan die zijn visie op identiteitsontwikkeling binnen de opvoeding gaf. Toen er na afloop gelegenheid was tot vragen stellen, kwam er eigenlijk meer kritiek op zijn verhaal dan dat er vragen kwamen. Zo van: "Dat kun je wel allemaal mooi zeggen, maar zo werkt dat helemaal niet in Nederland." Ik betrap mezelf er ook vaak op dat ik tijdens het luisteren naar een presentatie of preek al meteen zit te denken: klopt het wel wat hij/zij zegt? Op welke manier kan ik zijn/haar standpunt onderuit halen? Zo Nederlands!
Een veelgestelde vraag nu we op verlof zijn is: "Wat is er nou het meest veranderd in Nederland?" Nu weet ik niet of er echt zoveel veranderd is in de afgelopen 5 jaar, of dat dingen ons nu gewoon meer opvallen. Maar we verbazen ons in ieder geval over de scherpe en kritische uitingen die we overal om ons heen horen. En dan heb ik het niet alleen over meneer Wilders die regelmatig een stapje te ver gaat met zijn tact- en respectloze uitspraken. Dan heb ik het ook over grapjes tussen vrienden onderling met daarin een scherpte die ik niet (meer) gewend ben.
In Azië hebben wij veel contact met Amerikanen en die lijken helemaal geen moeite te hebben met het geven van opstekers. Als je een negatief zelfbeeld hebt moet je eens een tijdje met wat Amerikanen optrekken, want die vinden altijd alles he-le-maal fantastisch (tot in het overdrevene toe). Zo ben ik bijvoorbeeld helemaal geen keukenprinses, maar als ik zelf iets gebakken of gekookt heb, zijn onze Amerikaanse vrienden er altijd helemaal lyrisch over en willen meteen het recept van die soep, die taart of die broodjes hebben.
Wij Nederlanders hebben waarheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid hoog in het vaandel staan. Maar wat als dit ten koste gaat van liefde en respect? Ik heb geen pasklaar antwoord, maar het is in ieder geval iets om over na te denken.
Vanavond woonde ik een lezing bij van een Amerikaan die zijn visie op identiteitsontwikkeling binnen de opvoeding gaf. Toen er na afloop gelegenheid was tot vragen stellen, kwam er eigenlijk meer kritiek op zijn verhaal dan dat er vragen kwamen. Zo van: "Dat kun je wel allemaal mooi zeggen, maar zo werkt dat helemaal niet in Nederland." Ik betrap mezelf er ook vaak op dat ik tijdens het luisteren naar een presentatie of preek al meteen zit te denken: klopt het wel wat hij/zij zegt? Op welke manier kan ik zijn/haar standpunt onderuit halen? Zo Nederlands!
Een veelgestelde vraag nu we op verlof zijn is: "Wat is er nou het meest veranderd in Nederland?" Nu weet ik niet of er echt zoveel veranderd is in de afgelopen 5 jaar, of dat dingen ons nu gewoon meer opvallen. Maar we verbazen ons in ieder geval over de scherpe en kritische uitingen die we overal om ons heen horen. En dan heb ik het niet alleen over meneer Wilders die regelmatig een stapje te ver gaat met zijn tact- en respectloze uitspraken. Dan heb ik het ook over grapjes tussen vrienden onderling met daarin een scherpte die ik niet (meer) gewend ben.
In Azië hebben wij veel contact met Amerikanen en die lijken helemaal geen moeite te hebben met het geven van opstekers. Als je een negatief zelfbeeld hebt moet je eens een tijdje met wat Amerikanen optrekken, want die vinden altijd alles he-le-maal fantastisch (tot in het overdrevene toe). Zo ben ik bijvoorbeeld helemaal geen keukenprinses, maar als ik zelf iets gebakken of gekookt heb, zijn onze Amerikaanse vrienden er altijd helemaal lyrisch over en willen meteen het recept van die soep, die taart of die broodjes hebben.
Wij Nederlanders hebben waarheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid hoog in het vaandel staan. Maar wat als dit ten koste gaat van liefde en respect? Ik heb geen pasklaar antwoord, maar het is in ieder geval iets om over na te denken.
dinsdag 22 november 2011
Vriendschappen
Afgelopen vrijdag ging ik naar een reünie van mijn klas van de basisschool. Helaas kwam nog niet eens de helft opdagen, maar met diegenen die er wel waren, had ik een hele gezellige avond. Geen van de aanwezigen had ik na groep 8 ooit nog gezien, dus het was voor het eerst in ruim 17 jaar dat ik ze weer eens zag. Opmerkelijk was dat ik de enige van het gezelschap was die al kinderen had, terwijl de gemiddelde leeftijd waarop een Nederlandse vrouw een kind krijgt toch echt 29,4 jaar is (wat ik toevallig net ben).
Wat betreft mijn klasgenoten van de basisschool ging het gezegde "Uit het oog, uit het hart" absoluut op. Je trekt acht jaar lang met een groep kinderen op, je deelt lief en leed met elkaar, je schuifelt met elkaar op dansfeestjes, je verzint geheime clubjes, je schrijft elkaar brieven in geheimtaal, maar met het nieuwe begin van de middelbare school sloot ik blijkbaar ook heel resoluut mijn basisschooltijd af. Ach zo gaat dat in het leven; je kunt niet iedereen te vriend houden. Ik vind het dan ook prima dat het zo gelopen is.
Waar ik meer moeite mee heb, is dat onze jaren in het buitenland er ook toe hebben bijgedragen dat wij en sommige vrienden uit elkaar gegroeid zijn. Natuurlijk is het onvermijdelijk: ons leven is verdergegaan, we hebben honderden nieuwe mensen ontmoet en tientallen nieuwe vrienden gemaakt. En na ons vertrek ging hun leven ook gewoon door. Zonder ons. Maar nu we weer terug zijn in Nederland, doet het toch wel een beetje pijn om straal voorbijgelopen te worden door iemand die ik een paar jaar geleden een vriendin had genoemd. Of als ik een gesprek heb met iemand, maar merk dat het gesprek niet echt loopt, omdat de vroegere raakvlakken er niet meer zijn. Het lijkt een continu aftasten: hoe benaderen we elkaar? Hoe verhouden we ons tot elkaar? Bevinden we ons nog in de inner circle of zijn we verplaatst naar de outer circle? De lege plek die wij 5 jaar geleden achterlieten toen we naar Engeland vertrokken, is vanzelfsprekend opgevuld. En wij kunnen nu bij onze terugkomst niet verwachten dat we diezelfde plek weer kunnen innemen in de levens van mensen.
Dit is gewoon hoe dingen gaan en het is ook een tweezijdig proces. Want ja, tijdens het opbouwen van ons nieuwe leven in Azië, zijn de relaties met mensen in Nederland ook wat naar de achtergrond geraakt en hebben we daar niet voldoende tijd in geïnvesteerd. Maar, zoals gezegd, het is dus wel een beetje pijnlijk om hiermee geconfronteerd te worden nu we terug zijn. Al voordat we terugkwamen naar Nederland werden we ervoor gewaarschuwd: Azië zal nooit helemaal thuis worden, maar Nederland zal ook niet meer helemaal als thuis voelen. En de boeken voorspellen dan het volgende gevoel: Waar hoor ik nu eigenlijk thuis?
Heel herkenbaar.
Wat betreft mijn klasgenoten van de basisschool ging het gezegde "Uit het oog, uit het hart" absoluut op. Je trekt acht jaar lang met een groep kinderen op, je deelt lief en leed met elkaar, je schuifelt met elkaar op dansfeestjes, je verzint geheime clubjes, je schrijft elkaar brieven in geheimtaal, maar met het nieuwe begin van de middelbare school sloot ik blijkbaar ook heel resoluut mijn basisschooltijd af. Ach zo gaat dat in het leven; je kunt niet iedereen te vriend houden. Ik vind het dan ook prima dat het zo gelopen is.
Waar ik meer moeite mee heb, is dat onze jaren in het buitenland er ook toe hebben bijgedragen dat wij en sommige vrienden uit elkaar gegroeid zijn. Natuurlijk is het onvermijdelijk: ons leven is verdergegaan, we hebben honderden nieuwe mensen ontmoet en tientallen nieuwe vrienden gemaakt. En na ons vertrek ging hun leven ook gewoon door. Zonder ons. Maar nu we weer terug zijn in Nederland, doet het toch wel een beetje pijn om straal voorbijgelopen te worden door iemand die ik een paar jaar geleden een vriendin had genoemd. Of als ik een gesprek heb met iemand, maar merk dat het gesprek niet echt loopt, omdat de vroegere raakvlakken er niet meer zijn. Het lijkt een continu aftasten: hoe benaderen we elkaar? Hoe verhouden we ons tot elkaar? Bevinden we ons nog in de inner circle of zijn we verplaatst naar de outer circle? De lege plek die wij 5 jaar geleden achterlieten toen we naar Engeland vertrokken, is vanzelfsprekend opgevuld. En wij kunnen nu bij onze terugkomst niet verwachten dat we diezelfde plek weer kunnen innemen in de levens van mensen.
Dit is gewoon hoe dingen gaan en het is ook een tweezijdig proces. Want ja, tijdens het opbouwen van ons nieuwe leven in Azië, zijn de relaties met mensen in Nederland ook wat naar de achtergrond geraakt en hebben we daar niet voldoende tijd in geïnvesteerd. Maar, zoals gezegd, het is dus wel een beetje pijnlijk om hiermee geconfronteerd te worden nu we terug zijn. Al voordat we terugkwamen naar Nederland werden we ervoor gewaarschuwd: Azië zal nooit helemaal thuis worden, maar Nederland zal ook niet meer helemaal als thuis voelen. En de boeken voorspellen dan het volgende gevoel: Waar hoor ik nu eigenlijk thuis?
Heel herkenbaar.
dinsdag 15 november 2011
Herinneringen maken
Ik was eens op een workshop die ging over Third Culture Kids. Dit zijn kinderen die opgroeien in twee verschillende culturen en daardoor hun eigen derde cultuur creëren. Ik was toen zwanger van Juda, maar ik was er al best veel mee bezig wat voor toekomst we ons kind zouden geven door naar het buitenland te verhuizen. Tenminste één ding is me bijgebleven van die workshop: we moeten herinneringen maken voor ons kind (to create memories). Ik weet niet eens meer of dit nu specifiek ging over TCK's of over kinderen in het algemeen, maar volgens ervaringsdeskundigen was dit in elk geval erg belangrijk.
Nu, 4½ jaar later, krijgt dit begrip pas echt betekenis voor mij. Waarom rijden we in de zomervakantie voor een paar uurtjes Parijs in en parkeren we bijna ónder de Eiffeltoren? Omdat ik weet dat het Juda bij zal blijven. Waarom reed ik afgelopen vrijdagavond met drie kinderen naar de kop van Noord-Holland om Sint-Maarten te lopen? Omdat ik weet dat Juda het er nog máánden over zal hebben. Ponyrijden, Sinterklaas, Aviodrome, Ouwehands Dierenpark, Franse kastelen, de stoomtrein, het indianenbos, schat zoeken: het zijn allemaal dingen die zó speciaal zijn voor Juda, dat ik hoop dat hij een voorraadje herinneringen zal aanleggen waarop hij de komende jaren in Azië kan teren.
Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me opnieuw dat kinderen een belangrijke plek innemen in de Nederlandse samenleving. In Vrede Stad moeten we veel meer ons best doen om leuke uitjes te verzinnen voor de kinderen. Veel verder dan vliegeren en picknicken komen we eigenlijk niet. Tja, als ze eenmaal oud genoeg zijn om bergen te beklimmen of om te raften, dan wordt het echt interessant voor ze.
Het is dan ook niet raar dat ik volop geniet van deze weken voorafgaand aan Sinterklaas. Juda maakt het allemaal voor het eerst mee en kijkt zijn ogen uit. En ik heb het gevoel dat ik mijn eigen jeugd een beetje herleef. Ik heb tenslotte al 22 jaar niet meer serieus meegedaan aan Sinterklaas. Juda snapt het nog niet helemaal; hij dacht bijvoorbeeld dat het zetten van zijn schoen afgelopen zaterdag het hoogtepunt van het Sinterklaasfeest was. Hij maakte een mooie tekening van een raket en liet mij opschrijven: "Lieve Sinterklaas, dank u wel dat ik een playmobil-raket krijg." Toen hij de volgende morgen zijn pakje openmaakte en ontdekte dat er slechts een tiental Toy Story-figuurtjes in zat, reageerde hij verontwaardigd (bijna boos): "Maar dit had ik niet gevraagd!"
Volgend verlof (2014) zal Juda al zeven zijn en waarschijnlijk niet meer zo opgaan in het hele gebeuren. Nu maar extra genieten dus, want in ons geval kan het maar één keer.
Nu, 4½ jaar later, krijgt dit begrip pas echt betekenis voor mij. Waarom rijden we in de zomervakantie voor een paar uurtjes Parijs in en parkeren we bijna ónder de Eiffeltoren? Omdat ik weet dat het Juda bij zal blijven. Waarom reed ik afgelopen vrijdagavond met drie kinderen naar de kop van Noord-Holland om Sint-Maarten te lopen? Omdat ik weet dat Juda het er nog máánden over zal hebben. Ponyrijden, Sinterklaas, Aviodrome, Ouwehands Dierenpark, Franse kastelen, de stoomtrein, het indianenbos, schat zoeken: het zijn allemaal dingen die zó speciaal zijn voor Juda, dat ik hoop dat hij een voorraadje herinneringen zal aanleggen waarop hij de komende jaren in Azië kan teren.
Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me opnieuw dat kinderen een belangrijke plek innemen in de Nederlandse samenleving. In Vrede Stad moeten we veel meer ons best doen om leuke uitjes te verzinnen voor de kinderen. Veel verder dan vliegeren en picknicken komen we eigenlijk niet. Tja, als ze eenmaal oud genoeg zijn om bergen te beklimmen of om te raften, dan wordt het echt interessant voor ze.
Het is dan ook niet raar dat ik volop geniet van deze weken voorafgaand aan Sinterklaas. Juda maakt het allemaal voor het eerst mee en kijkt zijn ogen uit. En ik heb het gevoel dat ik mijn eigen jeugd een beetje herleef. Ik heb tenslotte al 22 jaar niet meer serieus meegedaan aan Sinterklaas. Juda snapt het nog niet helemaal; hij dacht bijvoorbeeld dat het zetten van zijn schoen afgelopen zaterdag het hoogtepunt van het Sinterklaasfeest was. Hij maakte een mooie tekening van een raket en liet mij opschrijven: "Lieve Sinterklaas, dank u wel dat ik een playmobil-raket krijg." Toen hij de volgende morgen zijn pakje openmaakte en ontdekte dat er slechts een tiental Toy Story-figuurtjes in zat, reageerde hij verontwaardigd (bijna boos): "Maar dit had ik niet gevraagd!"
Volgend verlof (2014) zal Juda al zeven zijn en waarschijnlijk niet meer zo opgaan in het hele gebeuren. Nu maar extra genieten dus, want in ons geval kan het maar één keer.
dinsdag 8 november 2011
Infobesitas
Zondagavond. Ik neem mezelf voor om even snel twee e-mailtjes te tikken en dan direct de computer weer uit te zetten. Het is tenslotte zondag en Robin heeft deze dag bestempeld als zijn computer-vrije dag en eigenlijk vind ik dat wel een mooi principe. Maar ik kan me tóch niet beheersen: als de twee berichtjes de deur uit zijn, even snel op Facebook kijken. Nou ja, en dan ook nog maar even op NU.nl. O, ik zie dat de nieuwe (digitale) Kruidvat-folder uit is; eventjes het maar liefst 84 pagina's tellende reclameboekwerk doorkijken, want ik wil natuurlijk niet een goede aanbieding mislopen. Oja, en een vriendin zou nog een update over haar zieke zoontje op haar blog plaatsen. Ook nog maar even snel lezen.
Hoppa, we zijn zo anderhalf uur verder. Even snel twee e-mailtjes tikken. Ja ja...
Als ik mezelf de vraag stel waarom ik eigenlijk van mijn 300+ Facebookvrienden wil weten wat ze die dag gedaan hebben en of ze vanavond wel of geen appelmoes bij hun aardappels gegeten hebben, dan moet ik mezelf het antwoord schuldig blijven. Kijk, als het nu ging om goede vrienden, vooruit. Maar ik kan niet beweren dat ik 327 goede vrienden heb. Sterker nog: sommige van mijn beste vrienden zitten niet eens op Facebook!
Toen ik nog bij Kodak werkte en de hele dag achter de computer zat, checkte ik meerdere malen per dag NU.nl, want stel je voor dat ik niet helemaal op de hoogte was van het wereldnieuws!
En elke avond klik ik even op het tabblad Blogs in mijn browser, waarna ik de melding krijg "You are about to open 20 tabs. ..." Ja, ik check vrijwel elke avond of mijn 20 bloggende vrienden iets nieuws te melden hebben.
Gisteren las ik in een tijdschrift dat 80% van de mensen geen weerstand kan bieden aan het piepje dat een mailprogramma geeft wanneer er een nieuwe e-mail binnenkomt. Je móet gewoon direct kijken.
Laatst kwam ik ergens de term infobesitas tegen en ik realiseerde me dat dat mijn probleem misschien wel is. En waarschijnlijk niet alleen mijn probleem, maar ook het probleem van een heel aantal mede-landgenoten. Mijn hoofd zit vol met informatie. Té vol. Ik wil van té veel dingen op de hoogte blijven, ik ben té bang om ook maar iets te missen. Infobesitas; ik had zelf geen mooier woord kunnen verzinnen.
Ik heb wel eens nagedacht over de aanschaf van een iPhone. Niet dat we daar geld voor zouden hebben, maar dat terzijde. Maar zou ik daarmee niet die hunkering naar directe, altijd en overal beschikbare informatie alleen maar voeden?
Als ik ons leven hier vergelijk met het leven van onze Aziatische vrienden, dan kom ik tot de conclusie dat het in hun hoofd een stuk rustiger is, omdat hun wereldje veel kleiner is. Ze weten niet wat er buiten de dorpsgrenzen gebeurt en zijn alleen geïnteresseerd in het wel-en-wee van hun naaste familieleden. Geen computers, geen internet, geen iPhones. Nóg niet....
Hoppa, we zijn zo anderhalf uur verder. Even snel twee e-mailtjes tikken. Ja ja...
Als ik mezelf de vraag stel waarom ik eigenlijk van mijn 300+ Facebookvrienden wil weten wat ze die dag gedaan hebben en of ze vanavond wel of geen appelmoes bij hun aardappels gegeten hebben, dan moet ik mezelf het antwoord schuldig blijven. Kijk, als het nu ging om goede vrienden, vooruit. Maar ik kan niet beweren dat ik 327 goede vrienden heb. Sterker nog: sommige van mijn beste vrienden zitten niet eens op Facebook!
Toen ik nog bij Kodak werkte en de hele dag achter de computer zat, checkte ik meerdere malen per dag NU.nl, want stel je voor dat ik niet helemaal op de hoogte was van het wereldnieuws!
En elke avond klik ik even op het tabblad Blogs in mijn browser, waarna ik de melding krijg "You are about to open 20 tabs. ..." Ja, ik check vrijwel elke avond of mijn 20 bloggende vrienden iets nieuws te melden hebben.
Gisteren las ik in een tijdschrift dat 80% van de mensen geen weerstand kan bieden aan het piepje dat een mailprogramma geeft wanneer er een nieuwe e-mail binnenkomt. Je móet gewoon direct kijken.
Laatst kwam ik ergens de term infobesitas tegen en ik realiseerde me dat dat mijn probleem misschien wel is. En waarschijnlijk niet alleen mijn probleem, maar ook het probleem van een heel aantal mede-landgenoten. Mijn hoofd zit vol met informatie. Té vol. Ik wil van té veel dingen op de hoogte blijven, ik ben té bang om ook maar iets te missen. Infobesitas; ik had zelf geen mooier woord kunnen verzinnen.
Ik heb wel eens nagedacht over de aanschaf van een iPhone. Niet dat we daar geld voor zouden hebben, maar dat terzijde. Maar zou ik daarmee niet die hunkering naar directe, altijd en overal beschikbare informatie alleen maar voeden?
Als ik ons leven hier vergelijk met het leven van onze Aziatische vrienden, dan kom ik tot de conclusie dat het in hun hoofd een stuk rustiger is, omdat hun wereldje veel kleiner is. Ze weten niet wat er buiten de dorpsgrenzen gebeurt en zijn alleen geïnteresseerd in het wel-en-wee van hun naaste familieleden. Geen computers, geen internet, geen iPhones. Nóg niet....
dinsdag 1 november 2011
De kwast
Gistermorgen, zondagmorgen, stonden wij als gezin In Focus, zoals dat zo mooi heet. Op alle stoelen lagen foldertjes met daarop een foto van ons gezin en met grote letters onze namen. Heel erg goed bedoeld natuurlijk, maar ik stoorde me er eerlijk gezegd aan. Alsof het om ons zou gaan. Alsof het geld waarmee deze groep mensen ons ondersteunt als einddoel ons gezin zou hebben.
Ik hoop dat mensen verder kunnen kijken. Dat ze niet achter ons staan uit liefde voor ons, maar uit liefde voor Hem en uit bewogenheid voor het verlorene. Als mensen hun hoop op ons stellen, dan zullen ze absoluut teleurgesteld raken. Wij zijn geen fantastische mensen. Ook wij maken fouten, ook wij hebben te maken met gevoelens van trots, onzekerheid, twijfel, hebberigheid en jaloezie. Ook wij doen wel eens dingen met verkeerde motieven. Tja, we blijven tenslotte mens.
Later tijdens de dienst moest ik denken aan een schilder die een schilderij schildert. Wat komt er uiteindelijk in het museum terecht? Juist ja, het schilderij met daarbij een bordje met de naam van de schilder. De kwast? Die wordt vergeten. Zelfs weggegooid waarschijnlijk. Ik heb nog nooit een kwast naast een schilderij zien hangen met daarbij de tekst 'En met deze kwast werd dit kunstwerk geschilderd'. Wij zijn slechts het instrument, de kwast, maar het gaat uiteindelijk om de Artiest en om het kunstwerk dat Hij aan het maken is.
Járen geleden hoopte ik wel eens dat er ooit een boek over ons geschreven zou worden, zoiets als De Dappere Heldendaden van Robin en Tanja in Azië. Maar nu realiseer ik me dat dat een heel saai en oninteressant boek zou worden. Nu hoop ik dat er ooit een boek zal verschijnen met als titel De wonderbaarlijke werken van Hem in Azië. En dat dit boek vol zal staan met verhalen over wonderen, tekenen, genezingen en bekeringen. En dat op iedere bladzij door zal klinken dat het Zijn werk was en dat ook alleen Hem alle eer daarvoor toekomt.
Ik hoop dat mensen verder kunnen kijken. Dat ze niet achter ons staan uit liefde voor ons, maar uit liefde voor Hem en uit bewogenheid voor het verlorene. Als mensen hun hoop op ons stellen, dan zullen ze absoluut teleurgesteld raken. Wij zijn geen fantastische mensen. Ook wij maken fouten, ook wij hebben te maken met gevoelens van trots, onzekerheid, twijfel, hebberigheid en jaloezie. Ook wij doen wel eens dingen met verkeerde motieven. Tja, we blijven tenslotte mens.
Later tijdens de dienst moest ik denken aan een schilder die een schilderij schildert. Wat komt er uiteindelijk in het museum terecht? Juist ja, het schilderij met daarbij een bordje met de naam van de schilder. De kwast? Die wordt vergeten. Zelfs weggegooid waarschijnlijk. Ik heb nog nooit een kwast naast een schilderij zien hangen met daarbij de tekst 'En met deze kwast werd dit kunstwerk geschilderd'. Wij zijn slechts het instrument, de kwast, maar het gaat uiteindelijk om de Artiest en om het kunstwerk dat Hij aan het maken is.
Járen geleden hoopte ik wel eens dat er ooit een boek over ons geschreven zou worden, zoiets als De Dappere Heldendaden van Robin en Tanja in Azië. Maar nu realiseer ik me dat dat een heel saai en oninteressant boek zou worden. Nu hoop ik dat er ooit een boek zal verschijnen met als titel De wonderbaarlijke werken van Hem in Azië. En dat dit boek vol zal staan met verhalen over wonderen, tekenen, genezingen en bekeringen. En dat op iedere bladzij door zal klinken dat het Zijn werk was en dat ook alleen Hem alle eer daarvoor toekomt.
dinsdag 25 oktober 2011
Nederlaag
Vanavond maar eens, voor het eerst sinds ons verblijf in Nederland, stamppot gemaakt. Lekker met blokjes kaas erdoor en rookworst en jus erbij. Oké ik zou er geen prijs mee hebben gewonnen, maar op zich vonden zowel Robin als ik het niet vies.
Normaal gesproken krijgen de kinderen de helft van hun vlees bij hun eten en als hun bord leeg is de andere helft. Maar Robin gooide het vanavond over een andere boeg en gaf ze allebei direct al hun vlees. "Het tweede stukje mag je pas opeten als je bord leeg is," zei hij er nog bij. Maar dat is natuurlijk de kat op het spek binden. Of beter gezegd: het kind op de worst. Natuurlijk aten ze allebei direct hun vlees op, om vervolgens zonder enige interesse naar het overgebleven hoopje stamppot rauwe andijvie met jus te blijven kijken. Nu is Juda altijd wel makkelijk te chanteren/manipuleren met een beloning (= waterijsje als toetje) en die had uiteindelijk redelijk rap zijn bord leeg. Maar Zoë hield haar kaken stijf op elkaar. Ik zei tegen Robin, die altijd naast Zoë zit: "Ga maar even aan de kant, dan zal ik haar wel even helpen." Robin nam plaats aan de andere kant van de tafel en sloeg het schouwspel geamuseerd gade.
"Oké Zoë, mondje open." Geen reactie. "Eén-nul voor Zoë," klinkt het vanuit het publiek.
"Zoë, ga je goed naar mama luisteren?" Nog geen reactie. "Twee-nul voor Zoë," vervolgt de commentator zijn verslag.
"Zoë, moet mama je even meenemen naar je kamer?" "Nee, ikke goed luisteren!"
Ja, nu komen we ergens! Maar nee hoor, het mondje blijft toch stijf dicht. Drie-nul.
Als ouder moet je natuurlijk consequent zijn en doen wat je zegt en dus sjor ik Zoë uit haar kinderstoel en neem haar mee naar haar kamer. Na een stevige vermaning zegt Zoë dat ze goed zal luisteren en goed zal gaan eten. Maar zodra ze weer in haar kinderstoel zit, bedenkt ze zich en kijkt zwijgend uit het raam. Dochterlief heeft intussen vier punten gescoord, terwijl het scorebord van moeders nog steeds op nul staat.
"Als je je bord leeg hebt, mag je ook een ijsje." Ook de herhaaldelijk noemen van het chantagemiddel maakt geen indruk. Vijf-nul.
"Juda, wat heb jij goed je bord leeggegeten!" (volgens Robin een niet-toegestane vergelijking, maar volgens mezelf gewoon een legitieme observatie). Hiermee komt de tussenstand op zes-nul.
Robin vindt het natuurlijk schitterend dat het mij ook niet lukt om er zelfs maar één hap in te krijgen bij onze puber-peuter.
Maar de strijd is wat mij betreft nog niet gestreden.
"Zoë, wil je nóg een keer mee naar je kamer?" En opnieuw til ik haar uit haar kinderstoel en spreek haar op haar kamer stevig toe, waarna ze beterschap belooft. Mooi niet dus. Zeven-nul.
Ik voel dat ik afsteven op een nederlaag.
"Oké Zoë, drie happen dan." Acht-nul.
"Nou, als het eten zó gaat, dan wordt er voortaan niet meer gesnoept." Negen-nul.
Hoe we uiteindelijk bij tien-nul zijn gekomen weet ik niet meer, maar natuurlijk moest ik het onderspit delven en bleef het prakje onaangeroerd.
Robin en ik kijken elkaar aan en schieten in de lach, terwijl ik toch ook wel tranen van frustratie in m'n ogen krijg. Als we de voorgaande 10 minuten hadden gefilmd, was het mooi materiaal geweest voor The Nanny of Schatjes, om te laten zien hoe het niet moet. Juda vraagt waarom papa en mama zo moeten lachen en Robin antwoordt: "Omdat papa en mama zo houden van opvoeden."
Robin kijkt Zoë serieus aan en zegt: "Jij, jongedame," er klinkt een dreigende stilte, "bent vanavond het onderwerp van mama's blog."
Gelukkig maakte het (opnieuw) zien van dit youtube-filmpje mijn avond weer goed, want wat is er mooier dan het moederschap?
Normaal gesproken krijgen de kinderen de helft van hun vlees bij hun eten en als hun bord leeg is de andere helft. Maar Robin gooide het vanavond over een andere boeg en gaf ze allebei direct al hun vlees. "Het tweede stukje mag je pas opeten als je bord leeg is," zei hij er nog bij. Maar dat is natuurlijk de kat op het spek binden. Of beter gezegd: het kind op de worst. Natuurlijk aten ze allebei direct hun vlees op, om vervolgens zonder enige interesse naar het overgebleven hoopje stamppot rauwe andijvie met jus te blijven kijken. Nu is Juda altijd wel makkelijk te chanteren/manipuleren met een beloning (= waterijsje als toetje) en die had uiteindelijk redelijk rap zijn bord leeg. Maar Zoë hield haar kaken stijf op elkaar. Ik zei tegen Robin, die altijd naast Zoë zit: "Ga maar even aan de kant, dan zal ik haar wel even helpen." Robin nam plaats aan de andere kant van de tafel en sloeg het schouwspel geamuseerd gade.
"Oké Zoë, mondje open." Geen reactie. "Eén-nul voor Zoë," klinkt het vanuit het publiek.
"Zoë, ga je goed naar mama luisteren?" Nog geen reactie. "Twee-nul voor Zoë," vervolgt de commentator zijn verslag.
"Zoë, moet mama je even meenemen naar je kamer?" "Nee, ikke goed luisteren!"
Ja, nu komen we ergens! Maar nee hoor, het mondje blijft toch stijf dicht. Drie-nul.
Als ouder moet je natuurlijk consequent zijn en doen wat je zegt en dus sjor ik Zoë uit haar kinderstoel en neem haar mee naar haar kamer. Na een stevige vermaning zegt Zoë dat ze goed zal luisteren en goed zal gaan eten. Maar zodra ze weer in haar kinderstoel zit, bedenkt ze zich en kijkt zwijgend uit het raam. Dochterlief heeft intussen vier punten gescoord, terwijl het scorebord van moeders nog steeds op nul staat.
"Als je je bord leeg hebt, mag je ook een ijsje." Ook de herhaaldelijk noemen van het chantagemiddel maakt geen indruk. Vijf-nul.
"Juda, wat heb jij goed je bord leeggegeten!" (volgens Robin een niet-toegestane vergelijking, maar volgens mezelf gewoon een legitieme observatie). Hiermee komt de tussenstand op zes-nul.
Robin vindt het natuurlijk schitterend dat het mij ook niet lukt om er zelfs maar één hap in te krijgen bij onze puber-peuter.
Maar de strijd is wat mij betreft nog niet gestreden.
"Zoë, wil je nóg een keer mee naar je kamer?" En opnieuw til ik haar uit haar kinderstoel en spreek haar op haar kamer stevig toe, waarna ze beterschap belooft. Mooi niet dus. Zeven-nul.
Ik voel dat ik afsteven op een nederlaag.
"Oké Zoë, drie happen dan." Acht-nul.
"Nou, als het eten zó gaat, dan wordt er voortaan niet meer gesnoept." Negen-nul.
Hoe we uiteindelijk bij tien-nul zijn gekomen weet ik niet meer, maar natuurlijk moest ik het onderspit delven en bleef het prakje onaangeroerd.
Robin en ik kijken elkaar aan en schieten in de lach, terwijl ik toch ook wel tranen van frustratie in m'n ogen krijg. Als we de voorgaande 10 minuten hadden gefilmd, was het mooi materiaal geweest voor The Nanny of Schatjes, om te laten zien hoe het niet moet. Juda vraagt waarom papa en mama zo moeten lachen en Robin antwoordt: "Omdat papa en mama zo houden van opvoeden."
Robin kijkt Zoë serieus aan en zegt: "Jij, jongedame," er klinkt een dreigende stilte, "bent vanavond het onderwerp van mama's blog."
Gelukkig maakte het (opnieuw) zien van dit youtube-filmpje mijn avond weer goed, want wat is er mooier dan het moederschap?
dinsdag 18 oktober 2011
Spitsuur met drie kinderen
"Oké jongens, papa gaat nu weg en dat betekent dat mama er alleen voor staat. Jullie moeten dus goed naar mama luisteren en mama goed helpen. Afgesproken?" Terwijl ik het mezelf hoor zeggen, denk ik: andere moeders in mijn vriendenkring zouden me eens moeten horen. Ze zouden zeggen: "Dus je staat er een dagje alleen voor met de kinderen? So what? Dat is voor mij dagelijkse realiteit!" of "Dus je moet twee kinderen naar bed brengen terwijl nummer drie op de achtergrond ligt te huilen? Ja en?"
Hoewel we qua opvoeding best een aantal dingen moeten opgeven door het 'beroep' dat we gekozen hebben, hebben we één ding mee: Robin is er vrijwel altijd tijdens de spitsuur-momenten. Toen Robin in Vrede Stad Engelse les gaf, ging hij pas na het ontbijt weg, was voor de lunch weer terug en aan het eind van de middag was hij ook weer terug voordat ik begon met koken. En ook nu in Nederland is Robin veel thuis en kookt hij vaak, neemt vaak de zorg voor Juda en Zoë op zich of loopt met een onrustige Salomé op zijn arm (die overigens de hele dag slaapt, alleen tussen 17.00 en 20.00 een paar onrustige uurtjes heeft). Een luxepositie dus. En regelmatig denk ik: hoe doen andere moeders dat dan? Als je een pasgeboren baby hebt en er zijn kinderen die naar school gebracht moeten worden? Of als er gekookt moet worden terwijl er een kind ligt te blèren? Of als je je kind zit te voeden en een peuter roept dat haar billen afgeveegd moeten worden? Het is me een raadsel. Dus ik heb wel makkelijk praten als ik zeg: "Zo'n derde doe je er effe bij," want in feite ben ik natuurlijk hartstikke verwend met zo'n man die vaak thuis is.
Zaterdag zat ik een beetje te mopperen op Robin die al voor de TWEEDE keer een basketbalwedstrijd tijdens het avond-spitsuur moest spelen. Moest ik alwéér (waarschijnlijk de derde keer sinds Salomé's geboorte) de kinderen alleen naar bed brengen terwijl Salomé lag te jammeren. Daar zat ik weer met m'n pity-party (zelfmedelijden-feestje). Volledig onterecht natuurlijk.
En voor de vrouwen van wie de mannen regelmatig laat thuis zijn of zelfs op reis zijn: ik heb diep respect en bewondering voor jullie. Het is geen makkie!
Hoewel we qua opvoeding best een aantal dingen moeten opgeven door het 'beroep' dat we gekozen hebben, hebben we één ding mee: Robin is er vrijwel altijd tijdens de spitsuur-momenten. Toen Robin in Vrede Stad Engelse les gaf, ging hij pas na het ontbijt weg, was voor de lunch weer terug en aan het eind van de middag was hij ook weer terug voordat ik begon met koken. En ook nu in Nederland is Robin veel thuis en kookt hij vaak, neemt vaak de zorg voor Juda en Zoë op zich of loopt met een onrustige Salomé op zijn arm (die overigens de hele dag slaapt, alleen tussen 17.00 en 20.00 een paar onrustige uurtjes heeft). Een luxepositie dus. En regelmatig denk ik: hoe doen andere moeders dat dan? Als je een pasgeboren baby hebt en er zijn kinderen die naar school gebracht moeten worden? Of als er gekookt moet worden terwijl er een kind ligt te blèren? Of als je je kind zit te voeden en een peuter roept dat haar billen afgeveegd moeten worden? Het is me een raadsel. Dus ik heb wel makkelijk praten als ik zeg: "Zo'n derde doe je er effe bij," want in feite ben ik natuurlijk hartstikke verwend met zo'n man die vaak thuis is.
Zaterdag zat ik een beetje te mopperen op Robin die al voor de TWEEDE keer een basketbalwedstrijd tijdens het avond-spitsuur moest spelen. Moest ik alwéér (waarschijnlijk de derde keer sinds Salomé's geboorte) de kinderen alleen naar bed brengen terwijl Salomé lag te jammeren. Daar zat ik weer met m'n pity-party (zelfmedelijden-feestje). Volledig onterecht natuurlijk.
En voor de vrouwen van wie de mannen regelmatig laat thuis zijn of zelfs op reis zijn: ik heb diep respect en bewondering voor jullie. Het is geen makkie!
dinsdag 11 oktober 2011
Hoe het afliep
Eerder dit jaar schreef ik al twee keer over een vriendin van mij die in hetzelfde land woont als ons (zie de stukjes Gedeelde smart is halve smart en Het verhaal gaat verder). Onze oudste kinderen (allebei jongens) schelen drie weken, onze tweede kinderen (allebei meisjes) werden ook drie weken na elkaar geboren. Zelfs onze miskramen vonden bijna vier weken na elkaar plaats en nu werd haar zoontje Boaz drie weken na onze dochter Salomé geboren. Toen ze ons belden en ons vertelden dat ze hun kindje Boaz hadden genoemd, schoot ik in de lach en zei: "Het is maar goed dat wij geen jongetje hebben gekregen, anders hadden jullie op zoek gemoeten naar een andere naam, want wij hadden ook Boaz als jongensnaam!" Over toeval gesproken...
Dan nog even een update over ons wel-en-wee. Op dit moment zijn de drie meest-gestelde vragen: "Hoe gaat het met Salomé?", "Kom je 's nachts nog een beetje aan je rust toe?" en "Hoe vindt Juda het op school?"
Dan nu de antwoorden.
Salomé is een heerlijk rustig kind. Soms denk ik echt van: is dit wel normaal? Want met de andere twee had ik heel andere ervaringen. Ze slaapt veel, huilt weinig en kan prima alleen in de box liggen. Geen kind aan dus. Ook 's nachts slaapt ze als een blok. Ze komt halverwege de nacht nog wel een keer om een voeding, maar daarna kan ik haar weer zo terugleggen en slaapt ze weer verder. Op die manier word ik zelf ook nog wel redelijk uitgerust wakker 's ochtends.
En dan Juda. Die bloeit helemaal op op school en zit daar echt op z'n plek. Hij is veel socialer en vrolijker geworden sinds hij naar school gaat. Ook voor ons genieten dus.
Nou ja, als ik het toch over Salomé en Juda heb, dan ook nog maar even over Zoë. Een eigenwijze, dwarse peuterpuber, maar toch ook heel lief en schattig. Wat betreft zindelijkheid heb ik inderdaad te vroeg gejuicht: na de geboorte van Salomé is ze weer in haar broek gaan plassen. Ik had het ook wel kunnen weten, want dat soort terugvallen hebben we ook vaak bij Juda gezien. Geduld, geduld, geduld. Als ze achttien is zal ze vast niet meer in haar broek plassen.
Tenslotte dan nog Robin. Die is weer begonnen met basketballen en kon zich zo weer aansluiten bij zijn oude team. Dus die traint twee avonden in de week en speelt in het weekend vaak een wedstrijd.
En ik? Ik ben druk met voeden, huishouden, boodschappen en hoop in de loop van deze week eindelijk weer eens een nieuwsbrief de (elektronische) deur uit te doen. Maar voor de trouwe lezers van mijn blog zal daar helaas weinig nieuws in staan...
Dan nog even een update over ons wel-en-wee. Op dit moment zijn de drie meest-gestelde vragen: "Hoe gaat het met Salomé?", "Kom je 's nachts nog een beetje aan je rust toe?" en "Hoe vindt Juda het op school?"
Dan nu de antwoorden.
Salomé is een heerlijk rustig kind. Soms denk ik echt van: is dit wel normaal? Want met de andere twee had ik heel andere ervaringen. Ze slaapt veel, huilt weinig en kan prima alleen in de box liggen. Geen kind aan dus. Ook 's nachts slaapt ze als een blok. Ze komt halverwege de nacht nog wel een keer om een voeding, maar daarna kan ik haar weer zo terugleggen en slaapt ze weer verder. Op die manier word ik zelf ook nog wel redelijk uitgerust wakker 's ochtends.
En dan Juda. Die bloeit helemaal op op school en zit daar echt op z'n plek. Hij is veel socialer en vrolijker geworden sinds hij naar school gaat. Ook voor ons genieten dus.
Nou ja, als ik het toch over Salomé en Juda heb, dan ook nog maar even over Zoë. Een eigenwijze, dwarse peuterpuber, maar toch ook heel lief en schattig. Wat betreft zindelijkheid heb ik inderdaad te vroeg gejuicht: na de geboorte van Salomé is ze weer in haar broek gaan plassen. Ik had het ook wel kunnen weten, want dat soort terugvallen hebben we ook vaak bij Juda gezien. Geduld, geduld, geduld. Als ze achttien is zal ze vast niet meer in haar broek plassen.
Tenslotte dan nog Robin. Die is weer begonnen met basketballen en kon zich zo weer aansluiten bij zijn oude team. Dus die traint twee avonden in de week en speelt in het weekend vaak een wedstrijd.
En ik? Ik ben druk met voeden, huishouden, boodschappen en hoop in de loop van deze week eindelijk weer eens een nieuwsbrief de (elektronische) deur uit te doen. Maar voor de trouwe lezers van mijn blog zal daar helaas weinig nieuws in staan...
dinsdag 4 oktober 2011
Schoolplein
Had ik al eens geschreven dat ik een introvert ben? Volgens mij wel, maar misschien ook wel niet. Anyway, zo ben ik geboren en zo zal ik waarschijnlijk ook dood gaan. Hoe vaak heb ik in het verleden wel niet gewild dat dit anders was, heb ik gebeden dat ik wat meer extravert mocht worden. Want op school gold: de meisjes die het hardst schreeuwden, waren het populairst. Ik dacht: extraverte mensen hebben de toekomst, als introvert kom je nergens. Gelukkig heb ik ermee leren leven en heb ik het geaccepteerd. Sterker nog, ik heb het leren zien als toch wel een hele waardevolle eigenschap. Introverte mensen hebben niet mindere kwaliteiten dan extraverten, maar andere.
Maar het belangrijkste is dat ik weet dat God me zo gemaakt heeft en dat Hij daarmee een doel had. Niet om ermee te leren leven, maar om ermee tot bloei te komen. Hij wil dat ik het onderste uit de pan haal van deze eigenschap, dat ik het ten volle benut en dat ik anderen ermee tot zegen ben. Hoe? Misschien wel door mensen een luisterend oor te bieden, misschien wel door mensen een moment van rust en stilte te bieden, misschien wel door het schrijven van deze blog (want in mijn eentje achter de computer zitten gaat me nu eenmaal makkelijker af dan me onder de mensen begeven), misschien wel door voor mensen te bidden, misschien wel door het schrijven van e-mails en waarschijnlijk op nog heel veel meer manieren die ik nu niet zie.
Waarom ik dit stukje nou 'schoolplein' genoemd heb? Nou, omdat ik het schoolplein op het moment een best wel vervelende plaats vind. Regelmatig haal ik Juda op van school, deels om Robin te ontzien, deels om de extra pondjes rond mijn buik en heupen eraf te fietsen, maar vooral om die superblije blik van Juda te zien zodra hij me op het schoolplein gespot heeft en om te zien hoe enthousiast hij dan op me afrent. That makes my day. Maar de minuten die daaraan voorafgaan vind ik echt zenuwslopend. Ik ken nog geen van de andere moeders en weet ook niet welke moeders een kind in Juda's klas hebben. Om me heen zie ik overal groepjes moeders kletsen en gezellig doen, terwijl ik daar sta en mezelf onzichtbaar probeer te maken. Bah, bah, bah. Ik weet dat deze periode tijdelijk is en dat zodra ik wat vaker m'n gezicht laat zien op school, ik ook meer mensen zal leren kennen en binnen de kortste keren ook gezellig mee sta te kletsen. Maar vooralsnog sta ik nog even in gedachten op mezelf te schelden: stomme introvert.
Onee, niet stom , waardevol.
Maar het belangrijkste is dat ik weet dat God me zo gemaakt heeft en dat Hij daarmee een doel had. Niet om ermee te leren leven, maar om ermee tot bloei te komen. Hij wil dat ik het onderste uit de pan haal van deze eigenschap, dat ik het ten volle benut en dat ik anderen ermee tot zegen ben. Hoe? Misschien wel door mensen een luisterend oor te bieden, misschien wel door mensen een moment van rust en stilte te bieden, misschien wel door het schrijven van deze blog (want in mijn eentje achter de computer zitten gaat me nu eenmaal makkelijker af dan me onder de mensen begeven), misschien wel door voor mensen te bidden, misschien wel door het schrijven van e-mails en waarschijnlijk op nog heel veel meer manieren die ik nu niet zie.
Waarom ik dit stukje nou 'schoolplein' genoemd heb? Nou, omdat ik het schoolplein op het moment een best wel vervelende plaats vind. Regelmatig haal ik Juda op van school, deels om Robin te ontzien, deels om de extra pondjes rond mijn buik en heupen eraf te fietsen, maar vooral om die superblije blik van Juda te zien zodra hij me op het schoolplein gespot heeft en om te zien hoe enthousiast hij dan op me afrent. That makes my day. Maar de minuten die daaraan voorafgaan vind ik echt zenuwslopend. Ik ken nog geen van de andere moeders en weet ook niet welke moeders een kind in Juda's klas hebben. Om me heen zie ik overal groepjes moeders kletsen en gezellig doen, terwijl ik daar sta en mezelf onzichtbaar probeer te maken. Bah, bah, bah. Ik weet dat deze periode tijdelijk is en dat zodra ik wat vaker m'n gezicht laat zien op school, ik ook meer mensen zal leren kennen en binnen de kortste keren ook gezellig mee sta te kletsen. Maar vooralsnog sta ik nog even in gedachten op mezelf te schelden: stomme introvert.
Onee, niet stom , waardevol.
dinsdag 27 september 2011
Gewoon?
Dit is dus waar we wonen. Nee, dit is niet een foto die we maakten tijdens een verre vakantie, dit is thuis. Ik heb heel wat van de wereld gezien, maar ik vind dat er weinig plekken op de wereld zijn die zo mooi zijn als onze provincie. Maar als je de gemiddelde inwoner van Vrede Stad zou vragen of hij de omgeving mooi vindt, zou hij waarschijnlijk zijn schouders ophalen en je aankijken met zo'n blik van: wat bedoel je? Want de gemiddelde inwoner van Vrede Stad komt de stad nooit uit. En als hij al de stad uitkomt, dan misschien naar de hoofdstad van onze provincie, maar echt niet verder. Vrijwel niemand is ooit in de hoofdstad van het land geweest en nóg minder mensen hebben zich ooit over de landsgrens begeven. Waarom wij het landschap daar zo mooi vinden? Omdat we weten dat het anders en uniek is. Maar als je nooit iets anders hebt gezien, dan zul je ergens ook niet de schoonheid van in kunnen zien.
Als het nooit winter zou zijn, zouden we dan net zo veel van de zomer genieten?
Als we niet 3,5 jaar zonder hagelslag hadden gezeten, zou een boterham met deze zoete lekkernij dan net zo lekker smaken?
Als we nooit ziek zouden zijn, zouden we dan net zo dankbaar zijn voor de dagen dat we gezond zijn?
Doet de confrontatie met de dood ons niet extra genieten van elke dag van dit leven?
Doet het verlies van een kind je niet extra beseffen dat het leven een groot wonder is? Dat elke hartslag en elke ademhaling een geschenk is?
Is de schaduw niet het bewijs dat de zon schijnt?
Geniet van het gewone, want misschien kom je er ooit wel achter dat het gewone eigenlijk wel heel bijzonder was.
(geïnspireerd door de preek van Jason Upton gistermorgen)
Klik hier voor het vervolg van de fotoserie van afgelopen zomer
Als het nooit winter zou zijn, zouden we dan net zo veel van de zomer genieten?
Als we niet 3,5 jaar zonder hagelslag hadden gezeten, zou een boterham met deze zoete lekkernij dan net zo lekker smaken?
Als we nooit ziek zouden zijn, zouden we dan net zo dankbaar zijn voor de dagen dat we gezond zijn?
Doet de confrontatie met de dood ons niet extra genieten van elke dag van dit leven?
Doet het verlies van een kind je niet extra beseffen dat het leven een groot wonder is? Dat elke hartslag en elke ademhaling een geschenk is?
Is de schaduw niet het bewijs dat de zon schijnt?
Geniet van het gewone, want misschien kom je er ooit wel achter dat het gewone eigenlijk wel heel bijzonder was.
(geïnspireerd door de preek van Jason Upton gistermorgen)
Klik hier voor het vervolg van de fotoserie van afgelopen zomer
dinsdag 20 september 2011
What's in a name?
Het blijft een gek moment: de naam van je baby voor het eerst hardop uitspreken. De verpleegkundige in het ziekenhuis vroeg: "En hoe moet dit meisje gaan heten?" En met het antwoord bepaal je hoe zo'n kersverse baby misschien wel voor de komende tachtig jaar door het leven zal gaan. Salomé dus, daar moet ze het mee doen. Als je van tevoren het geslacht van je baby al weet, kun je tijdens de zwangerschap al een beetje oefenen met de naam en eraan gewend raken. Maar als het geslacht tot het moment van de geboorte nog een verrassing is, dan is het zeg maar meteen voor het echie. En als ons kind nou Emma of Sofie had geheten, dan was het misschien niet zo onwennig geweest om de naam uit te spreken. Maar hoewel wij Salomé een supermooie naam vinden, kennen we niemand die zo heet en was het voor ons in het begin dus ook best wel wennen om deze naam te gebruiken voor onze dochter.
Intussen zijn we drie weken verder en is Salomé voor ons de normaalste naam van de wereld geworden.

In eerste instantie hadden we een andere naam voor onze baby en Salomé als tweede naam. Maar een paar weken voor de bevalling zijn we toch nog geswitcht. Naast dat we de naam op zich heel mooi vinden, hebben we hem ook gekozen vanwege de betekenis, die varieert van 'vrede' tot 'vrede van Sion' tot 'de vreedzame'. Hoe het ook zij, het heeft in ieder geval iets met vrede (shalom) te maken. In de Bijbel is Salome één van de vrouwen die Jezus tijdens zijn reizen door Galilea volgden en voor hem zorgden. Zij was aanwezig bij de kruisiging en was, samen met de twee Maria's, de eerste die het lege graf op zondagmorgen ontdekte. Verondersteld wordt dat de dochter van koning Herodes ook Salome heette en dat zij degene was die vroeg om de onthoofding van Johannes de Doper. Hmm... niet zo'n fijne associatie. Wij denken liever aan de trouwe volgelinge van Jezus dan aan deze wrede prinses (die in de Bijbel niet eens bij naam genoemd wordt).
Daarnaast is Salomé ook nog de naam van een Noord-Franse gemeente, van een Zwitsers druivenras, van een helikopter in Aviodrome, van een tijdschrift dat niet meer bestaat en van een narcissensoort.
En voor de getallen-freaks onder ons: in 2010 werd in Nederland de naam Salomé (soms anders gespeld) 20 keer aan een meisje gegeven (bron: www.svb.nl). In totaal lopen er op dit moment in Nederland zo'n 260 vrouwen/meisjes rond die als eerste naam Salomé hebben (bron: www.meertens.knaw.nl).
Intussen zijn we drie weken verder en is Salomé voor ons de normaalste naam van de wereld geworden.

Daarnaast is Salomé ook nog de naam van een Noord-Franse gemeente, van een Zwitsers druivenras, van een helikopter in Aviodrome, van een tijdschrift dat niet meer bestaat en van een narcissensoort.

dinsdag 13 september 2011
Verloren onschuld
In Vrede Stad kunnen we onze kinderen heerlijk beschermd opvoeden. Het enige Nederlands dat ze horen is van ons en het enige Engels dat ze horen is van onze gelijkgezinde vrienden. Totdat we naar Nederland kwamen was lelijk en vies taalgebruik onze kinderen dus vreemd. Het duurde niet lang of Juda hoorde een jongetje tegen zijn broertje zeggen: "Jij bent stom!"; een zin die nog lang bleef hangen en duidelijk indruk op hem maakte. En hoewel je weet dat het onvermijdelijk is, schrik je toch wel een beetje als je kleuter voor het eerst tegen je zegt: "Jij bent stom!"
En na de eerste twee weken school lijkt het hek van de dam: elke zin lijkt te beginnen met 'poep', halverwege horen we 'scheet' en aan het eind komt 'plas'. En ondertussen ligt Juda onder zijn stoel van het lachen. Dit is overdreven natuurlijk, maar de poep-en-plas-grapjes hebben hun intrede gedaan in Huize Weltevree. Ook het woord 'stommerik' wordt te pas en te onpas gebruikt en ineens is ALLES wat op tafel komt vies. Heel irritant, want Juda was altijd een prima eter.
Tijdens de eerste schooldag was er op school al een oudere leerling geweest die tegen Juda had gezegd dat hij niet mocht plassen op de WC en hij had ook nog expres het licht uitgedaan en Juda in een donkere WC achtergelaten. Een beetje pech, zo op je eerste schooldag. Afgelopen week had een leerling uit een andere klas aan Juda gevraagd: "Hoe heet je?" Toen Juda zijn naam had gezegd, had het jongetje gezegd dat het een stomme naam was. Arme jongen. Het liefst zou ik dat gevoelige en kwetsbare kinderhart beschermen tegen alle gemene mensen (en kinderen) op deze wereld, maar dat kan ik niet. Dan maar ervoor zorgen dat we onze kinderen hier thuis zoveel liefde en bevestiging meegeven, dat ze daarbuiten in die 'gemene' wereld tegen een stootje zullen kunnen.
Loslaten: pffff... moeilijk hoor.
Klik hier voor een aantal al wat oudere foto's van de afgelopen zomer
En na de eerste twee weken school lijkt het hek van de dam: elke zin lijkt te beginnen met 'poep', halverwege horen we 'scheet' en aan het eind komt 'plas'. En ondertussen ligt Juda onder zijn stoel van het lachen. Dit is overdreven natuurlijk, maar de poep-en-plas-grapjes hebben hun intrede gedaan in Huize Weltevree. Ook het woord 'stommerik' wordt te pas en te onpas gebruikt en ineens is ALLES wat op tafel komt vies. Heel irritant, want Juda was altijd een prima eter.
Tijdens de eerste schooldag was er op school al een oudere leerling geweest die tegen Juda had gezegd dat hij niet mocht plassen op de WC en hij had ook nog expres het licht uitgedaan en Juda in een donkere WC achtergelaten. Een beetje pech, zo op je eerste schooldag. Afgelopen week had een leerling uit een andere klas aan Juda gevraagd: "Hoe heet je?" Toen Juda zijn naam had gezegd, had het jongetje gezegd dat het een stomme naam was. Arme jongen. Het liefst zou ik dat gevoelige en kwetsbare kinderhart beschermen tegen alle gemene mensen (en kinderen) op deze wereld, maar dat kan ik niet. Dan maar ervoor zorgen dat we onze kinderen hier thuis zoveel liefde en bevestiging meegeven, dat ze daarbuiten in die 'gemene' wereld tegen een stootje zullen kunnen.
Loslaten: pffff... moeilijk hoor.
Klik hier voor een aantal al wat oudere foto's van de afgelopen zomer
dinsdag 6 september 2011
Kraamweek
Drie kinderen, die keer een kraamtijd. De eerste weken na de geboorte van Juda ervoer ik echt als een gekkenhuis. Ik zat zeker op een wolk, maar of die roze was? Borstvoeding wilde niet lukken en we kwamen om in de kraamvisite. De kraamtijd van Zoë daarentegen was juist superrustig, maar vond ik emotioneel gezien daarom erg moeilijk en eenzaam. We zaten in een kleine Thaise houten paalwoning, tijdens de warmste periode van het jaar.
En nu? Nu vind ik het allemaal goed te behappen. Juda gaat naar school, Zoë gaat twee ochtenden per week naar de peuterspeelzaal, Salomé slaapt bijna de hele dag en de borstvoeding gaat prima. Het huisje waarin we wonen is zo klein dat de kraamverzorgster binnen no-time klaar is met schoonmaken en ze hoeft mij ook niks meer te vertellen over luiers verschonen, badderen, borstvoeding, etc. De afgelopen week viel de hoeveelheid kraamvisite heel erg mee (misschien is een derde al niet meer zo interessant?) en dus wist de kraamverzorgster vaak van ellende niet wat ze moest doen. We maken dan ook niet gebruik van het aantal geïndiceerde uren kraamzorg, want er bestaat ook nog zoiets als een eigen bijdrage.
Ik vond het allemaal zó goed gaan, dat we besloten om het geplande kinderfeestje van Juda gistermiddag maar gewoon door te laten gaan. Op zaterdagmorgen was Juda al flink verwend door de opa's en oma's en gistermiddag om drie uur stonden twee vriendjes en één vriendinnetje samen met hun ouders op de stoep om Juda's verjaardag te vieren. Na de taart en cadeautjes gingen de kinderen samen met de vaders het bos in om aan de hand van een schatkaart de schat te zoeken. Ze waren zó enthousiast. Zoiets simpels, maar toch zó leuk! Nadat de schat was gevonden, keerde iedereen terug naar ons huisje om nog lekker patat met bitterballen te eten en zodoende was Juda's kinderfeestje heel eenvoudig, maar toch heel geslaagd en was Juda een tevreden mens.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
En nu? Nu vind ik het allemaal goed te behappen. Juda gaat naar school, Zoë gaat twee ochtenden per week naar de peuterspeelzaal, Salomé slaapt bijna de hele dag en de borstvoeding gaat prima. Het huisje waarin we wonen is zo klein dat de kraamverzorgster binnen no-time klaar is met schoonmaken en ze hoeft mij ook niks meer te vertellen over luiers verschonen, badderen, borstvoeding, etc. De afgelopen week viel de hoeveelheid kraamvisite heel erg mee (misschien is een derde al niet meer zo interessant?) en dus wist de kraamverzorgster vaak van ellende niet wat ze moest doen. We maken dan ook niet gebruik van het aantal geïndiceerde uren kraamzorg, want er bestaat ook nog zoiets als een eigen bijdrage.
Ik vond het allemaal zó goed gaan, dat we besloten om het geplande kinderfeestje van Juda gistermiddag maar gewoon door te laten gaan. Op zaterdagmorgen was Juda al flink verwend door de opa's en oma's en gistermiddag om drie uur stonden twee vriendjes en één vriendinnetje samen met hun ouders op de stoep om Juda's verjaardag te vieren. Na de taart en cadeautjes gingen de kinderen samen met de vaders het bos in om aan de hand van een schatkaart de schat te zoeken. Ze waren zó enthousiast. Zoiets simpels, maar toch zó leuk! Nadat de schat was gevonden, keerde iedereen terug naar ons huisje om nog lekker patat met bitterballen te eten en zodoende was Juda's kinderfeestje heel eenvoudig, maar toch heel geslaagd en was Juda een tevreden mens.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
zaterdag 3 september 2011
De bevalling
Maandagavond zat ik met een vriendin thee te drinken en we hadden het er nog over hoe bizar het eigenlijk is dat de komst van een baby (meestal) zo onverwachts is. Ik zei nog gekscherend: "Ja, misschien heb ik morgen wel een kind."
En jawel, de volgende ochtend om een uur of acht voelde ik de eerste wee en drie kwartier later kwamen ze al om de vijf minuten. Toen om kwart over negen een vriendin de kinderen kwam halen en de verloskundige op de stoep stond, waren mijn vliezen al gebroken, kwamen de weeën om de 3 minuten en had ik al 5 a 6 centimeter ontsluiting. Dat gaat geen uur meer duren, dacht de verloskundige en alles werd snel klaargezet en de kraamverzorgster werd gebeld. Terwijl Robin gezellig met de verloskundige en de kraamverzorgster zat te keuvelen aan de keukentafel, zuchtte ik in de slaapkamer wee na wee weg. Maar het ging allemaal niet zo vlot als in eerste instantie was verwacht en om twaalf uur besloot de verloskundige dat we toch maar naar het ziekenhuis zouden rijden, omdat ik pas acht centimeter ontsluiting had. Dat was geen prettig ritje, ook al duurde het maar tien minuten. Spoorbomen ook nog dicht; ik wist niet meer hoe ik het had. Om half één lag ik op de verloskamer in het ziekenhuis van Harderwijk en werd de procedure uitgelegd: infuus erin, banden om mijn buik, hartslagmeter op het hoofdje van de baby..... Waarschijnlijk schrokken deze dingen mij zo af, dat ik dacht: ja dag, dat trek ik niet. En spontaan had ik persdrang en binnen een paar minuten werd ons meisje geboren, gelukkig zonder medische poes-pas dus.
Een meisje dus. Tegen al mijn verwachtingen in. Ik had tegen iedereen zitten verkondigen dat ik bijna zeker wist dat het een jongetje was. Vooral omdat de verloskundige van tevoren al had ingeschat dat het geen kleintje zou zijn, maar ook omdat ik m'n buik weer helemaal naar voren droeg. Wat een verrassing toen de verloskundige zei: "Goed gedaan, meisje!" (ik dacht nog even dat ze het tegen mij had). Maar een meisje was natuurlijk net zo goed welkom en we zijn er net zo blij mee.
Diezelfde middag waren we om kwart over vier alweer thuis en zat de kraamverzorgster al voor de deur te wachten. Het toeval wil dat we dezelfde kraamverzorgster hebben als vier jaar geleden bij Juda, dus we hoefden niet echt te wennen aan elkaar.
Het voelt een beetje alsof de baby tussen de bedrijven doorkomt. Juda is aan het wennen op school en viert dit weekend zijn verjaardag. Zoë is ook net voor het eerst naar de peuterspeelzaal geweest en is al sinds afgelopen weekend een beetje ziek en erg verkouden. Voor de kinderen is het dus heel wat, zoveel nieuwe en vreemde situaties. Maar ze zijn gek op hun zusje en vooral Zoë is niet bij haar weg te slaan. De spanningen reageren ze gelukkig op ons af en niet op de baby :-)
En jawel, de volgende ochtend om een uur of acht voelde ik de eerste wee en drie kwartier later kwamen ze al om de vijf minuten. Toen om kwart over negen een vriendin de kinderen kwam halen en de verloskundige op de stoep stond, waren mijn vliezen al gebroken, kwamen de weeën om de 3 minuten en had ik al 5 a 6 centimeter ontsluiting. Dat gaat geen uur meer duren, dacht de verloskundige en alles werd snel klaargezet en de kraamverzorgster werd gebeld. Terwijl Robin gezellig met de verloskundige en de kraamverzorgster zat te keuvelen aan de keukentafel, zuchtte ik in de slaapkamer wee na wee weg. Maar het ging allemaal niet zo vlot als in eerste instantie was verwacht en om twaalf uur besloot de verloskundige dat we toch maar naar het ziekenhuis zouden rijden, omdat ik pas acht centimeter ontsluiting had. Dat was geen prettig ritje, ook al duurde het maar tien minuten. Spoorbomen ook nog dicht; ik wist niet meer hoe ik het had. Om half één lag ik op de verloskamer in het ziekenhuis van Harderwijk en werd de procedure uitgelegd: infuus erin, banden om mijn buik, hartslagmeter op het hoofdje van de baby..... Waarschijnlijk schrokken deze dingen mij zo af, dat ik dacht: ja dag, dat trek ik niet. En spontaan had ik persdrang en binnen een paar minuten werd ons meisje geboren, gelukkig zonder medische poes-pas dus.
Een meisje dus. Tegen al mijn verwachtingen in. Ik had tegen iedereen zitten verkondigen dat ik bijna zeker wist dat het een jongetje was. Vooral omdat de verloskundige van tevoren al had ingeschat dat het geen kleintje zou zijn, maar ook omdat ik m'n buik weer helemaal naar voren droeg. Wat een verrassing toen de verloskundige zei: "Goed gedaan, meisje!" (ik dacht nog even dat ze het tegen mij had). Maar een meisje was natuurlijk net zo goed welkom en we zijn er net zo blij mee.
Diezelfde middag waren we om kwart over vier alweer thuis en zat de kraamverzorgster al voor de deur te wachten. Het toeval wil dat we dezelfde kraamverzorgster hebben als vier jaar geleden bij Juda, dus we hoefden niet echt te wennen aan elkaar.
Het voelt een beetje alsof de baby tussen de bedrijven doorkomt. Juda is aan het wennen op school en viert dit weekend zijn verjaardag. Zoë is ook net voor het eerst naar de peuterspeelzaal geweest en is al sinds afgelopen weekend een beetje ziek en erg verkouden. Voor de kinderen is het dus heel wat, zoveel nieuwe en vreemde situaties. Maar ze zijn gek op hun zusje en vooral Zoë is niet bij haar weg te slaan. De spanningen reageren ze gelukkig op ons af en niet op de baby :-)
donderdag 1 september 2011
Salomé
38 weken en 1 dag: ik had niet verbaasd moeten zijn, maar toch kwam het voor m'n gevoel nog als een donderslag bij heldere hemel. Op dinsdag 30 augustus is onze dochter Salomé Abigail geboren om 13.00 uur 's middags in het ziekenhuis van Harderwijk. Ze woog bij de geboorte 3640 gram en is gelukkig helemaal gezond en zó mooi (zoals elke kersverse ouder van zijn pasgeboren baby zegt).
Het uitgebreide bevallingsverhaal volgt later (voor de liefhebbers), maar foto's kun je hier al wel bekijken.
Het uitgebreide bevallingsverhaal volgt later (voor de liefhebbers), maar foto's kun je hier al wel bekijken.
dinsdag 30 augustus 2011
Erfenis van onschatbare waarde
Twee weken geleden blogte ik over mijn ene opa, dit keer maar eens over mijn andere. Deze opa, de vader van mijn moeder, is drie jaar geleden overleden op 80-jarige leeftijd. Hij liet mijn oma achter, die overigens nog behoorlijk fit is, vorig jaar zelfs nog naar Nieuw-Zeeland reisde en mijn oudste friend is op Facebook. Afgelopen weekend kwam de familie van mijn moeders kant bij elkaar in Vierhouten voor het jaarlijkse familieweekend. Wat was het leuk om er weer eens bij te kunnen zijn! Ondanks het regenachtige weer, konden de geplande buitenactiviteiten toch plaatsvinden, zoals een fietspuzzeltocht, een barbecue, een nachtspel en een klimavontuur in Klimbos Ermelo.
Hoewel mijn opa er dus al drie jaar niet meer is, moest ik er verschillende keren aan denken wat voor erfenis hij (samen met mijn oma) heeft nagelaten. En dan heb ik het niet over geld. Hij laat (tot nu toe) 6 kinderen, 18 kleinkinderen en 9 (bijna 10) achterkleinkinderen na. Inclusief aanhang waren we dus met zo'n 50 mensen bij elkaar. Maar nog meer dan een 'vleselijke' erfenis, laat hij ook een geestelijke erfenis van onschatbare waarde na. Als ik zo naar die familie bij elkaar keek, dacht ik: "Er moet iets zijn dat mijn opa en oma goed hebben gedaan, dat de familie zo hecht en liefdevol is en dat ze allemaal gepassioneerd zijn voor God. Deze groep mensen bidt trouw voor ons, ondersteunt ons financieel, is oprecht geïnteresseerd in wat we doen en denkt met ons mee. En ik realiseerde me dat wat je in geestelijk opzicht aan je kinderen meegeeft, je niet alleen aan hun meegeeft, maar ook aan de generaties erna. De invloed die je hebt stopt niet bij je kinderen, maar gaat nog vele generaties door. Mede dankzij het standvastige geloof van mijn opa en oma, horen hun achterkleinkinderen nu al op jonge leeftijd over God. En hopelijk zullen zij het weer aan hun kinderen vertellen. En ga zo maar door.
Een enorme geestelijke erfenis dus en ik ben dankbaar dat ik daarin mag meedelen en dat onze kinderen daar op hun beurt ook weer de vruchten van plukken.
Ik zou willen dat ik de gelegenheid had om mijn opa te bedanken; wie weet later in de hemel. Maar bij deze wil ik in ieder geval zeggen: oma, bedankt! (want ik weet dat u een trouwe volgster van mijn blog bent)
Hoewel mijn opa er dus al drie jaar niet meer is, moest ik er verschillende keren aan denken wat voor erfenis hij (samen met mijn oma) heeft nagelaten. En dan heb ik het niet over geld. Hij laat (tot nu toe) 6 kinderen, 18 kleinkinderen en 9 (bijna 10) achterkleinkinderen na. Inclusief aanhang waren we dus met zo'n 50 mensen bij elkaar. Maar nog meer dan een 'vleselijke' erfenis, laat hij ook een geestelijke erfenis van onschatbare waarde na. Als ik zo naar die familie bij elkaar keek, dacht ik: "Er moet iets zijn dat mijn opa en oma goed hebben gedaan, dat de familie zo hecht en liefdevol is en dat ze allemaal gepassioneerd zijn voor God. Deze groep mensen bidt trouw voor ons, ondersteunt ons financieel, is oprecht geïnteresseerd in wat we doen en denkt met ons mee. En ik realiseerde me dat wat je in geestelijk opzicht aan je kinderen meegeeft, je niet alleen aan hun meegeeft, maar ook aan de generaties erna. De invloed die je hebt stopt niet bij je kinderen, maar gaat nog vele generaties door. Mede dankzij het standvastige geloof van mijn opa en oma, horen hun achterkleinkinderen nu al op jonge leeftijd over God. En hopelijk zullen zij het weer aan hun kinderen vertellen. En ga zo maar door.
Een enorme geestelijke erfenis dus en ik ben dankbaar dat ik daarin mag meedelen en dat onze kinderen daar op hun beurt ook weer de vruchten van plukken.
Ik zou willen dat ik de gelegenheid had om mijn opa te bedanken; wie weet later in de hemel. Maar bij deze wil ik in ieder geval zeggen: oma, bedankt! (want ik weet dat u een trouwe volgster van mijn blog bent)
dinsdag 23 augustus 2011
Kleine kinderen worden groot
Aan de vooravond van de komst van ons derde kind, worden onze andere twee kinderen 'ineens' groot.
Zo beginnen Juda en Zoë allebei aanstaande woensdag op hun nieuwe school: Zoë op de peuterspeelzaal en Juda op de basisschool. Ik hoef er niet eens over na te denken of Juda het leuk zal gaan vinden, want als je de Chinese school al leuk vindt, dan vind je de Nederlandse school helemáál leuk. Vorige week kwam zijn nieuwe juf, juf Rosalie, bij ons thuis kennismaken en later in die week woonde ik ook een ouderavond op school bij. Hij komt in een klas met 8 andere kinderen, die nu in augustus allemaal voor het eerst naar school zijn gegaan. Lekker veel persoonlijke en gerichte aandacht dus. Alle kinderen die in de loop van komend jaar vier worden, stromen in deze klas in. Voor het eerst sinds onze terugkomst in Nederland dacht ik: ik wil niet meer terug naar Azië! De Nederlandse school lijkt me zó leuk, dat ik het bijna niet over m'n hart kan verkrijgen om Juda in maart weer naar een Chinese school te sturen. Als alles volgens plan verloopt gaan we volgend jaar natuurlijk wel terug naar Azië, maar ik realiseerde me wel dat scholing van de kinderen echt een offer is dat we brengen.
Vorige week wilde Zoë ineens van haar luiers af. Na het slopende proces van zindelijkheidstraining van Juda (wat anderhalf jaar duurde), zag ik er erg tegenop om aan Zoë het potje te introduceren en was ik eigenlijk van plan om dat uit te stellen tot na de bevalling. Maar ja, als je dochter zelf aangeeft er klaar voor te zijn, dan moet je die gelegenheid toch met beide handen aangrijpen. En zo was Zoë van de een op de andere dag droog, zonder beloningsstickers of andere motivatietechnieken. Zelfs 's nachts slaapt ze zonder luier en met grote ogen sta ik iedere ochtend te kijken dat haar bed nog droog is. En zo is Zoë nog eerder volledig uit de luiers dan haar grote broer.... Een beetje een vreemde gewaarwording. En sinds ik haar gisteren in de kerk op een gewone WC heb gezet om te plassen, heeft het potje ook afgedaan en wil ze alleen nog maar op de WC. Nu weet ik intussen uit ervaring dat ik niet te vroeg moet juichen, maar ik juich stiekempjes toch wel.
En tenslotte is vandaag de mijlpaal van 37 weken zwangerschap bereikt. Dat betekent dat ik vanaf vandaag thuis mag bevallen! Vanmorgen nog bij de verloskundige geweest en vanavond is de kraamverzorgster alvast kennis komen maken en ik heb nu echt zoiets van: laat maar komen die baby! Ik ben er klaar voor en heb er zin in! Juda en Zoë zijn allebei met 38 weken geboren (Juda spontaan en Zoë ingeleid), dus wie weet zijn we volgende week al met z'n vijfjes. Maar het kan natuurlijk ook nog vijf weken duren, dus ik moet me maar niet te veel instellen op een geboorte met 38 weken, anders kunnen die vier weken erna nog héle lange weken worden. We houden jullie op de hoogte!
Zo beginnen Juda en Zoë allebei aanstaande woensdag op hun nieuwe school: Zoë op de peuterspeelzaal en Juda op de basisschool. Ik hoef er niet eens over na te denken of Juda het leuk zal gaan vinden, want als je de Chinese school al leuk vindt, dan vind je de Nederlandse school helemáál leuk. Vorige week kwam zijn nieuwe juf, juf Rosalie, bij ons thuis kennismaken en later in die week woonde ik ook een ouderavond op school bij. Hij komt in een klas met 8 andere kinderen, die nu in augustus allemaal voor het eerst naar school zijn gegaan. Lekker veel persoonlijke en gerichte aandacht dus. Alle kinderen die in de loop van komend jaar vier worden, stromen in deze klas in. Voor het eerst sinds onze terugkomst in Nederland dacht ik: ik wil niet meer terug naar Azië! De Nederlandse school lijkt me zó leuk, dat ik het bijna niet over m'n hart kan verkrijgen om Juda in maart weer naar een Chinese school te sturen. Als alles volgens plan verloopt gaan we volgend jaar natuurlijk wel terug naar Azië, maar ik realiseerde me wel dat scholing van de kinderen echt een offer is dat we brengen.
Vorige week wilde Zoë ineens van haar luiers af. Na het slopende proces van zindelijkheidstraining van Juda (wat anderhalf jaar duurde), zag ik er erg tegenop om aan Zoë het potje te introduceren en was ik eigenlijk van plan om dat uit te stellen tot na de bevalling. Maar ja, als je dochter zelf aangeeft er klaar voor te zijn, dan moet je die gelegenheid toch met beide handen aangrijpen. En zo was Zoë van de een op de andere dag droog, zonder beloningsstickers of andere motivatietechnieken. Zelfs 's nachts slaapt ze zonder luier en met grote ogen sta ik iedere ochtend te kijken dat haar bed nog droog is. En zo is Zoë nog eerder volledig uit de luiers dan haar grote broer.... Een beetje een vreemde gewaarwording. En sinds ik haar gisteren in de kerk op een gewone WC heb gezet om te plassen, heeft het potje ook afgedaan en wil ze alleen nog maar op de WC. Nu weet ik intussen uit ervaring dat ik niet te vroeg moet juichen, maar ik juich stiekempjes toch wel.
En tenslotte is vandaag de mijlpaal van 37 weken zwangerschap bereikt. Dat betekent dat ik vanaf vandaag thuis mag bevallen! Vanmorgen nog bij de verloskundige geweest en vanavond is de kraamverzorgster alvast kennis komen maken en ik heb nu echt zoiets van: laat maar komen die baby! Ik ben er klaar voor en heb er zin in! Juda en Zoë zijn allebei met 38 weken geboren (Juda spontaan en Zoë ingeleid), dus wie weet zijn we volgende week al met z'n vijfjes. Maar het kan natuurlijk ook nog vijf weken duren, dus ik moet me maar niet te veel instellen op een geboorte met 38 weken, anders kunnen die vier weken erna nog héle lange weken worden. We houden jullie op de hoogte!
maandag 15 augustus 2011
Benjamin Button
Een aantal jaar geleden keken we de film The Curious Case of Benjamin Button. Ik geloof niet dat ik het eens was met alles wat er in de film gebeurde, maar toch vond ik het een hele mooie film en zat ik aan het eind te huilen. De film zette zó treffend neer dat we ons leven eindigen zoals we ook beginnen: afhankelijk en hulpbehoevend.
Vorige week kwam de realiteit hiervan heel erg dichtbij. Samen met mijn vader bezochten we voor het eerst in drieëneenhalf jaar mijn pake (= Fries voor 'opa'), die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Pake was in het verleden altijd gek met ons. We waren jarenlang de enige drie kleinkinderen en hij speelde met ons buiten, stoeide met ons en nam ons mee de hort op. Logeren bij pake en oma was altijd een feest. Precies tien jaar geleden overleed mijn oma onverwachts op 69-jarige leeftijd en al gauw daarna deden de eerste tekenen van Alzheimer zich voor. Vlak voordat we naar Azië vertrokken bezochten we hem in het verpleeghuis en toen herkende hij ons nog en was hartstikke trots dat hij voor het eerst 'oerpake' (overgroot-opa) was geworden. Wat een verschil met de pake die we vorige week aantroffen. Hij was al twee jaar lang zijn bed niet meer uit geweest en lag grotendeels onverstaanbare verhalen te verkondigen. Er was geen spoor van herkenning te zien toen Robin en ik binnenkwamen. Zoals hij erbij lag en aan het praten was, moest ik telkens denken aan de gelijkenis met een klein kind. En moest ik dus ook steeds denken aan het verhaal van Benjamin Button: we eindigen zoals we ook beginnen. Ik had ook een fototoestel meegenomen om een foto van pake te nemen, maar ik heb het niet gedaan. Voor mijn gevoel deed het vastleggen van dit moment geen recht aan wie pake écht was en bovendien hadden we foto's van zijn verjaardag in maart ontvangen waarop hij een stuk beter stond. Dan bekijken we die wel als we nog eens aan deze moeilijke periode herinnerd willen worden.
Natuurlijk ben ik vaak verdrietig geweest dat mijn oma relatief jong overleden is, maar aan de andere kant ben ik ook wel dankbaar dat het haar bespaard is gebleven om deze achteruitgang bij mijn pake te zien. De moeder van pake was ook dement en op Wikipedia lees ik dat de erfelijkheid van Alzheimer naar schatting 76% bedraagt. Nu nog even niet over nadenken.....
2004 |
![]() |
Pake en ik in januari 2008 |
Natuurlijk ben ik vaak verdrietig geweest dat mijn oma relatief jong overleden is, maar aan de andere kant ben ik ook wel dankbaar dat het haar bespaard is gebleven om deze achteruitgang bij mijn pake te zien. De moeder van pake was ook dement en op Wikipedia lees ik dat de erfelijkheid van Alzheimer naar schatting 76% bedraagt. Nu nog even niet over nadenken.....
dinsdag 9 augustus 2011
Zwangerschapsverlof
35 weken zwanger nu. Als ik een 'echte' baan had gehad, was ik nu zo ongeveer met verlof gegaan. Maar goed, van het moederschap en het huishouden kun je toch geen verlof nemen, en dus maak ik me toch nog wel moe met wassen, boodschappen doen, verhaaltjes voorlezen, luiers verschonen, brandjes blussen, opruimen, koken, afwassen, enzovoorts. Gelukkig gelooft Robin intussen dat het echt best wel een beetje zwaar voor me is, en dus helpt hij zoveel hij kan en dwingt hij me om 's middags even te rusten.
Het klaarmaken van de babyspullen heb ik zo lang mogelijk uitgesteld. Een stukje zelfbescherming denk ik, voor het geval het toch nog mis zou gaan. Afgelopen weekend vroeg een vriendin: "Ben je nog veel bezig met het verlies van Mika?" Nee, maar ik merk wel dat ik dóór dat verlies deze zwangerschap emotioneel gezien heel anders meemaak. Ik besef me meer dan ooit tevoren dat een levend kind op de wereld zetten absoluut geen vanzelfsprekendheid is, maar dat je eerder mag spreken van een wonder. Maar ja, op een gegeven moment komt er toch een dame langs om te checken of alles gereed is voor de baby en dan moet ik de boel natuurlijk wel op orde hebben, dus ik ben vorige week begonnen met kleertjes wassen en de nodige inkopen doen.
Toen de verloskundige me vroeg: "Wil je thuis of in het ziekenhuis bevallen?", aarzelde ik even met antwoorden. Bij de bevallingen van Juda en Zoë had ik op zich prima ervaringen in het ziekenhuis gehad en ik vind het ook wel een veilig idee. Maar aan de andere kant zou ik het toch wel leuk vinden om te weten hoe het is om thuis te bevallen. En wie weet is dit wel de laatste kans, en dus ga ik het er toch op wagen, ook al vind ik het wel een beetje spannend. Daarnaast lijkt het me ook wel eens leuk om een 'gewone' bevalling mee te maken. Juda lag in stuit en daarom lag ik aan een infuus met weeënopwekkers. Bij Zoë werd ik ingeleid en lag ik dus opnieuw aan de apparaten. Ik ben dus wel benieuwd hoe een bevalling zonder medische poespas verloopt en hoe een natuurlijke wee voelt. We zullen het zien, over een week of vijf. En als het toch weer een ziekenhuisbevalling wordt? Ach, dan vind ik dat ook prima; een levend kind is het belangrijkste.
Het klaarmaken van de babyspullen heb ik zo lang mogelijk uitgesteld. Een stukje zelfbescherming denk ik, voor het geval het toch nog mis zou gaan. Afgelopen weekend vroeg een vriendin: "Ben je nog veel bezig met het verlies van Mika?" Nee, maar ik merk wel dat ik dóór dat verlies deze zwangerschap emotioneel gezien heel anders meemaak. Ik besef me meer dan ooit tevoren dat een levend kind op de wereld zetten absoluut geen vanzelfsprekendheid is, maar dat je eerder mag spreken van een wonder. Maar ja, op een gegeven moment komt er toch een dame langs om te checken of alles gereed is voor de baby en dan moet ik de boel natuurlijk wel op orde hebben, dus ik ben vorige week begonnen met kleertjes wassen en de nodige inkopen doen.
Toen de verloskundige me vroeg: "Wil je thuis of in het ziekenhuis bevallen?", aarzelde ik even met antwoorden. Bij de bevallingen van Juda en Zoë had ik op zich prima ervaringen in het ziekenhuis gehad en ik vind het ook wel een veilig idee. Maar aan de andere kant zou ik het toch wel leuk vinden om te weten hoe het is om thuis te bevallen. En wie weet is dit wel de laatste kans, en dus ga ik het er toch op wagen, ook al vind ik het wel een beetje spannend. Daarnaast lijkt het me ook wel eens leuk om een 'gewone' bevalling mee te maken. Juda lag in stuit en daarom lag ik aan een infuus met weeënopwekkers. Bij Zoë werd ik ingeleid en lag ik dus opnieuw aan de apparaten. Ik ben dus wel benieuwd hoe een bevalling zonder medische poespas verloopt en hoe een natuurlijke wee voelt. We zullen het zien, over een week of vijf. En als het toch weer een ziekenhuisbevalling wordt? Ach, dan vind ik dat ook prima; een levend kind is het belangrijkste.
maandag 1 augustus 2011
Meteen de deur uit
Als kind kon ik er eeuwig ruzie om maken met mijn ouders: dat er zoveel tekenfilms waren die ik niet mocht kijken. Dan ging het vooral over filmpjes met daarin heksen, tovenaars en trollen. Wat een onrecht werd mij aangedaan! En natuurlijk mochten al mijn vriendinnen op school al die series wel kijken en had ik het idee dat ik echt wat miste.
En nu ik zelf moeder ben? Is het net alsof ik mijn ouders hoor praten als ik de filmpjes van onze kinderen beoordeel. Wat mij betreft gaan tekenfilms die over tovenaars en heksen gaan meteen de deur uit en gelukkig deelt Robin deze mening met mij. Misschien best wel extreem en drastisch volgens sommigen, maar we hebben er wel onze goed doordachte redenen voor (en het is dus niet alleen een resultaat van mijn eigen opvoeding).
Ten eerste is het Woord er heel duidelijk over: onze Vader houdt niet van toverij, waarzeggerij, geestenbezwering en magie. Hij walgt ervan en gebiedt ons om ons er niet mee bezig te houden.
Ten tweede merk ik dat enge filmpjes over spoken, monsters en aliens een slechte invloed op Juda hebben: hij wordt er 's nachts bang van en denkt overal in zijn slaapkamer zwarte monsters te zien.
Ten derde is Juda nog te jong om fantasie van werkelijkheid te scheiden. Hij gelooft me niet als ik hem vertel dat sommige dingen niet echt, maar verzonnen zijn. Hoe vaak we hem ook vertellen dat aliens en draken echt niet bestaan, hij heeft het in een filmpje gezien en dus is het voor hem werkelijkheid.
Tenslotte zijn sommige zaken die als fantasie gepresenteerd worden wel degelijk realiteit. Zo hebben wij in Azië genoeg gezien en gehoord over de praktijken van toverdokters om te weten dat hun werk vernietigend is voor de mensen die hem/haar raadplegen en hebben we de angst gezien die mensen hebben voor de geesten van overledenen. Maar ook in Nederland is hekserij een wezenlijk iets en worden er door heksen de meest walgelijke praktijken uitgevoerd. Dit zijn serieuze zaken, geen zaken om peuterfilmpjes over te maken.
Waarom ik nu eigenlijk dit stukje schrijf, is om mijn frustratie te uiten over de hoeveelheid 'rommel' die we tegenkomen op DVDtjes die op het eerste gezicht zo onschuldig lijken. Zowel Winnie de Poeh als Thomas de Stoomlocomotief als Brandweerman Sam vieren Halloween, Calimero gaat naar de waarzegger, Pat & Stan maken elkaar bang met verhalen over zombies die uit graven opstaan en ogen uitzuigen, bij Brandweerman Sam maken ze elkaar bang met verhalen over aliens van Venus, in Thuishaven (Elias) is iedereen bang voor de Spookstraat, Dora en Boots moeten de betovering van de een gemene tovenaar verbreken, in Sesamstraat vinden we de vampier Dracula en ga zo nog maar even door.
En dan doet een christelijke kindertheatermaker er nog een schepje bovenop door een nummer te zingen dat heet "We kunnen toveren." Proberen wij Juda bij te brengen dat God echt niet blij is met toveren, en dan hoort hij zo'n liedje op een verder prima christelijk verantwoorde CD. Ja, dan maak je het ons als ouders wel een beetje moeilijk.
Goed, dit is dus een persoonlijke overtuiging en iedereen mag er van mij het zijne van denken. Ik hoop alleen dat iedereen wel op een bewuste manier mee bezig is met de invloed die (teken)films (en ook boeken) hebben op zijn/haar kind.
En nu ik zelf moeder ben? Is het net alsof ik mijn ouders hoor praten als ik de filmpjes van onze kinderen beoordeel. Wat mij betreft gaan tekenfilms die over tovenaars en heksen gaan meteen de deur uit en gelukkig deelt Robin deze mening met mij. Misschien best wel extreem en drastisch volgens sommigen, maar we hebben er wel onze goed doordachte redenen voor (en het is dus niet alleen een resultaat van mijn eigen opvoeding).
Ten eerste is het Woord er heel duidelijk over: onze Vader houdt niet van toverij, waarzeggerij, geestenbezwering en magie. Hij walgt ervan en gebiedt ons om ons er niet mee bezig te houden.
Ten tweede merk ik dat enge filmpjes over spoken, monsters en aliens een slechte invloed op Juda hebben: hij wordt er 's nachts bang van en denkt overal in zijn slaapkamer zwarte monsters te zien.
Ten derde is Juda nog te jong om fantasie van werkelijkheid te scheiden. Hij gelooft me niet als ik hem vertel dat sommige dingen niet echt, maar verzonnen zijn. Hoe vaak we hem ook vertellen dat aliens en draken echt niet bestaan, hij heeft het in een filmpje gezien en dus is het voor hem werkelijkheid.
Tenslotte zijn sommige zaken die als fantasie gepresenteerd worden wel degelijk realiteit. Zo hebben wij in Azië genoeg gezien en gehoord over de praktijken van toverdokters om te weten dat hun werk vernietigend is voor de mensen die hem/haar raadplegen en hebben we de angst gezien die mensen hebben voor de geesten van overledenen. Maar ook in Nederland is hekserij een wezenlijk iets en worden er door heksen de meest walgelijke praktijken uitgevoerd. Dit zijn serieuze zaken, geen zaken om peuterfilmpjes over te maken.
Waarom ik nu eigenlijk dit stukje schrijf, is om mijn frustratie te uiten over de hoeveelheid 'rommel' die we tegenkomen op DVDtjes die op het eerste gezicht zo onschuldig lijken. Zowel Winnie de Poeh als Thomas de Stoomlocomotief als Brandweerman Sam vieren Halloween, Calimero gaat naar de waarzegger, Pat & Stan maken elkaar bang met verhalen over zombies die uit graven opstaan en ogen uitzuigen, bij Brandweerman Sam maken ze elkaar bang met verhalen over aliens van Venus, in Thuishaven (Elias) is iedereen bang voor de Spookstraat, Dora en Boots moeten de betovering van de een gemene tovenaar verbreken, in Sesamstraat vinden we de vampier Dracula en ga zo nog maar even door.
En dan doet een christelijke kindertheatermaker er nog een schepje bovenop door een nummer te zingen dat heet "We kunnen toveren." Proberen wij Juda bij te brengen dat God echt niet blij is met toveren, en dan hoort hij zo'n liedje op een verder prima christelijk verantwoorde CD. Ja, dan maak je het ons als ouders wel een beetje moeilijk.
Goed, dit is dus een persoonlijke overtuiging en iedereen mag er van mij het zijne van denken. Ik hoop alleen dat iedereen wel op een bewuste manier mee bezig is met de invloed die (teken)films (en ook boeken) hebben op zijn/haar kind.
dinsdag 26 juli 2011
Luxe vs. eenvoud
"Hoe is het nou om weer in Nederland te zijn?" is absoluut de meest-gestelde vraag van de afgelopen 6 weken. Ja, leuk natuurlijk! Meer dan ooit tevoren realiseer ik me dat Nederland best een fijn land is om in te wonen. Op veel terreinen moet ik denken aan het woord walhalla. Nederland is een walhalla op het gebied van onderwijs, voorzieningen voor kinderen, veiligheid, gezondheidszorg, verzekeringen, recreatie, veilig voedsel. Is het leven in Vrede Stad dan zo erg? Nee, eigenlijk helemaal niet. Maar we moeten ons wel beseffen dat Nederland in de wereldranglijst van meest ontwikkelde landen op nummer 7 staat en Middenland (zo zal ik voortaan het land noemen waarin we werken) op nummer 89 (van de 158). Het leven is daar dus helemaal niet slecht als je het vergelijkt met ontwikkelingslanden als Sierra Leone, Soedan, Myanmar en Nepal (bron: website van de Verendigde Naties). Maar het verschil tussen de nummer 7 en de nummer 89 van de lijst is toch best wel groot. Ook een ander onderzoek wijst uit dat Nederlandse kinderen de gelukkigste kinderen ter wereld zijn (bron: ranglijst van Unicef).
Een andere vraag die vaak gesteld wordt is: "Wat mis je het meest van je leven in Vrede Stad?" Ten eerste missen we ons appartement. Gewoon een plek die je zelf ingericht hebt, vol met spullen van jezelf, in plaats van vol met geleend spul (hoewel we heel erg dankbaar zijn voor de spullen die iedereen uitgeleend heeft hoor). Maar het meest missen we nog wel de eenvoud van ons leven daar. Onze vrienden- en kennissenkring daar is niet zo groot, dus we hebben ook niet zoveel 'sociale verplichtingen'. Hier in Nederland hebben we 200 contacten die weer 'bijgeschaafd' moeten worden, wat zorgt voor een redelijk volle agenda. Qua recreatie is er eigenlijk weinig tot niks te doen in Vrede Stad, dus daar wordt onze agenda ook niet mee gevuld. Met winkelen ben je in Vrede Stad ook snel klaar, want je weet gewoon dat er toch niks van je gading bij zit. Ik hoef me niet af te vragen: naar welke supermarkt kan ik het beste gaan? Wat voor toetje zullen we vanavond eten? Naar welk pretpark of welke dierentuin zullen we vandaag gaan? Het leven in Vrede Stad biedt dus veel minder keuzemogelijkheden, wat in eerste instantie een gebrek lijkt, maar bij nader inzien misschien toch wel een luxe is, want er zijn veel minder keuzes die gemaakt hoeven te worden. Hoewel het leven in Vrede Stad weer andere uitdagingen heeft, kampen we daar in ieder geval niet met het probleem van een volle agenda of het niet kunnen maken van een keuze. Lekker simpel.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
Een andere vraag die vaak gesteld wordt is: "Wat mis je het meest van je leven in Vrede Stad?" Ten eerste missen we ons appartement. Gewoon een plek die je zelf ingericht hebt, vol met spullen van jezelf, in plaats van vol met geleend spul (hoewel we heel erg dankbaar zijn voor de spullen die iedereen uitgeleend heeft hoor). Maar het meest missen we nog wel de eenvoud van ons leven daar. Onze vrienden- en kennissenkring daar is niet zo groot, dus we hebben ook niet zoveel 'sociale verplichtingen'. Hier in Nederland hebben we 200 contacten die weer 'bijgeschaafd' moeten worden, wat zorgt voor een redelijk volle agenda. Qua recreatie is er eigenlijk weinig tot niks te doen in Vrede Stad, dus daar wordt onze agenda ook niet mee gevuld. Met winkelen ben je in Vrede Stad ook snel klaar, want je weet gewoon dat er toch niks van je gading bij zit. Ik hoef me niet af te vragen: naar welke supermarkt kan ik het beste gaan? Wat voor toetje zullen we vanavond eten? Naar welk pretpark of welke dierentuin zullen we vandaag gaan? Het leven in Vrede Stad biedt dus veel minder keuzemogelijkheden, wat in eerste instantie een gebrek lijkt, maar bij nader inzien misschien toch wel een luxe is, want er zijn veel minder keuzes die gemaakt hoeven te worden. Hoewel het leven in Vrede Stad weer andere uitdagingen heeft, kampen we daar in ieder geval niet met het probleem van een volle agenda of het niet kunnen maken van een keuze. Lekker simpel.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
dinsdag 19 juli 2011
Een voorrecht om thuis te blijven
De meesten hebben het waarschijnlijk al door, maar waarschijnlijk loont het méér de moeite om op dinsdag de blog te bekijken dan op maandag, omdat ik altijd pas op maandagavond een stukje schrijf. Nu was dat in het Oosten niet zo'n probleem, want we hadden te maken met 6/7 uur tijdsverschil, maar nu kan het zomaar 11 uur 's avonds zijn, voordat ik uiteindelijk op "Publish post" klik.
Om ons heen is het momenteel een komen en gaan van vrienden en familie die op vakantie gaan. Ik gun het iedereen van harte, maar ben absoluut niet jaloers. Hoe heerlijk is het voor ons om niet op reis te hoeven, om lekker máánden achter elkaar thuis te zijn zonder weer de koffers te hoeven pakken en in een ander bed te moeten slapen. Sowieso is op vakantie gaan natuurlijk een luxe die alleen maar is weggelegd voor een heel klein percentage van de wereldbevolking, maar daarnaast realiseerde ik me ook hoeveel mensen er wereldwijd op de vlucht zijn en die er alles voor over zouden hebben om niet te hoeven reizen, om maanden- of zelfs jarenlang op één plek te kunnen verblijven. Die gedachte zette reizen / thuisblijven voor mij in een heel ander daglicht.
Maar stiekem hebben Robin en ik toch wel een heel klein reisje gemaakt hoor: afgelopen nacht maakten we ons eerste nachtje weg mee in bijna 4 jaar tijd. Dat was een cadeautje van mijn ouders en als extra cadeautje kwamen ze ook nog eens op de kleinkinderen passen. Jammer dat het weer niet meewerkte, want anders hadden we natuurlijk lekker een stuk gewandeld in de Vierhoutense bossen, maar ondanks dat hebben we er vooral van genoten om even ruim 24 uur lang niet continu te horen: "Mama kom eens kijken!", "Mama kom eens helpen!" of "Mama hij/zij heeft me zeer gedaan!" We kozen met opzet een restaurant uit waar we nooit met kinderen zouden zijn gaan eten (vanwege het exclusieve menu en de chique aankleding) en vanmorgen kozen we ook voor een activiteit die er nauwelijks van komt mét kinderen: winkelen in Amersfoort. Hoewel het gezellig was, was het winkelen toch een andere ervaring dan een jaar of vijf geleden, bijvoorbeeld omdat ons budget tegenwoordig anders is (toen hadden we allebei een full-time baan), omdat onze kijk op goedkoop/duur nogal veranderd is in Azië (nu vinden we alles hier (te) duur), omdat ik na tien minuten lopen al last krijg van allerlei spieren, banden en pezen in mijn bekken en onderrug (en het drop-moment van shop-till-you-drop dus al heel snel bereikt werd), omdat het regende en omdat het maandagmorgen was en de meeste winkels, op de V&D en Hema na, dus pas om één uur open gingen en toen was ik al gedropt. We waren dus alweer om 3 uur terug in Ermelo, waar we nog even twee uurtjes van de rust genoten voordat de kinderen met opa en oma thuiskwamen.
Wat me wel weer heel erg goed deed was om te horen/zien dat de kinderen zich prima vermaakt en gedragen hadden met opa en oma (ondanks de opkomende waterpokken bij Juda). Ze waren naar het bos geweest, hadden diertjes beschilderd, hadden wafels gebakken, waren naar het Dolfinarium geweest en waren vooral heel, heel erg verwend.
Om ons heen is het momenteel een komen en gaan van vrienden en familie die op vakantie gaan. Ik gun het iedereen van harte, maar ben absoluut niet jaloers. Hoe heerlijk is het voor ons om niet op reis te hoeven, om lekker máánden achter elkaar thuis te zijn zonder weer de koffers te hoeven pakken en in een ander bed te moeten slapen. Sowieso is op vakantie gaan natuurlijk een luxe die alleen maar is weggelegd voor een heel klein percentage van de wereldbevolking, maar daarnaast realiseerde ik me ook hoeveel mensen er wereldwijd op de vlucht zijn en die er alles voor over zouden hebben om niet te hoeven reizen, om maanden- of zelfs jarenlang op één plek te kunnen verblijven. Die gedachte zette reizen / thuisblijven voor mij in een heel ander daglicht.
Maar stiekem hebben Robin en ik toch wel een heel klein reisje gemaakt hoor: afgelopen nacht maakten we ons eerste nachtje weg mee in bijna 4 jaar tijd. Dat was een cadeautje van mijn ouders en als extra cadeautje kwamen ze ook nog eens op de kleinkinderen passen. Jammer dat het weer niet meewerkte, want anders hadden we natuurlijk lekker een stuk gewandeld in de Vierhoutense bossen, maar ondanks dat hebben we er vooral van genoten om even ruim 24 uur lang niet continu te horen: "Mama kom eens kijken!", "Mama kom eens helpen!" of "Mama hij/zij heeft me zeer gedaan!" We kozen met opzet een restaurant uit waar we nooit met kinderen zouden zijn gaan eten (vanwege het exclusieve menu en de chique aankleding) en vanmorgen kozen we ook voor een activiteit die er nauwelijks van komt mét kinderen: winkelen in Amersfoort. Hoewel het gezellig was, was het winkelen toch een andere ervaring dan een jaar of vijf geleden, bijvoorbeeld omdat ons budget tegenwoordig anders is (toen hadden we allebei een full-time baan), omdat onze kijk op goedkoop/duur nogal veranderd is in Azië (nu vinden we alles hier (te) duur), omdat ik na tien minuten lopen al last krijg van allerlei spieren, banden en pezen in mijn bekken en onderrug (en het drop-moment van shop-till-you-drop dus al heel snel bereikt werd), omdat het regende en omdat het maandagmorgen was en de meeste winkels, op de V&D en Hema na, dus pas om één uur open gingen en toen was ik al gedropt. We waren dus alweer om 3 uur terug in Ermelo, waar we nog even twee uurtjes van de rust genoten voordat de kinderen met opa en oma thuiskwamen.
Wat me wel weer heel erg goed deed was om te horen/zien dat de kinderen zich prima vermaakt en gedragen hadden met opa en oma (ondanks de opkomende waterpokken bij Juda). Ze waren naar het bos geweest, hadden diertjes beschilderd, hadden wafels gebakken, waren naar het Dolfinarium geweest en waren vooral heel, heel erg verwend.
donderdag 14 juli 2011
Waar computers niet van houden
Net na het lang-verwachte telefoontje van mijn broer dat mijn schoonzusje de dag na de uitgerekende datum bevallen was van een dochter, Ella Evita, trok één van onze peuters (ik zal geen namen noemen) boos de laptop van tafel en gooide hem op de grond. Daar houden computers niet van. En dus zaten we afgelopen week, voor het eerst in weet-ik-het-hoeveel jaar, zonder toegang tot e-mail en internet. Serieus, ik denk dat we sinds de aanschaf van onze eerste laptop 5 jaar geleden nooit langer dan een dag afgesneden zijn geweest van de buitenwereld (want zo voelt het), zelfs niet op vakantie. En dan heb je 's avonds ineens tijd over. Geen nieuws, e-mails, blogs, websites en Facebook die gelezen moeten worden, geen e-mails en blogs die geschreven moeten worden..... Dan kom je nog eens toe aan het lezen van een boek en kun je vroeg naar bed.
Financieel gezien is het goede nieuws dat het slechts de harde schijf was die gesneuveld was en niet de computer zelf. Dus met de aanschaf van een nieuwe harde schijf bleek het probleem opgelost. Goed nieuws is ook dat Robin best wel trouw is in het maken van back-ups en dat we daardoor slechts de wijzigingen en toevoegingen van de afgelopen drie weken kwijt zijn. Dus mocht je ons tussen 17 juni en 7 juli een mail gestuurd hebben en je wacht nog op antwoord, zou je dan je mail nogmaals kunnen sturen? Alvast bedankt!
Verder nog het goede nieuws dat we er komende zondag voor het eerst sinds de geboorte van Juda met z'n tweetjes één nachtje tussenuit gaan. Daar hebben we heel lang naar uitgekeken. En dat betekent dus ook dat de kinderen voor het eerst in hun leven een nachtje oppas hebben. Om die reden vonden we één nachtje ook wel genoeg. En we gaan, jawel, naar Vierhouten. Op slechts 20 km afstand van Ermelo. Maar goed, zelfs de Heerlickheijd van Ermelo (hier letterlijk om de hoek) was prima geweest, het gaat tenslotte om het samen weg-zijn.
Financieel gezien is het goede nieuws dat het slechts de harde schijf was die gesneuveld was en niet de computer zelf. Dus met de aanschaf van een nieuwe harde schijf bleek het probleem opgelost. Goed nieuws is ook dat Robin best wel trouw is in het maken van back-ups en dat we daardoor slechts de wijzigingen en toevoegingen van de afgelopen drie weken kwijt zijn. Dus mocht je ons tussen 17 juni en 7 juli een mail gestuurd hebben en je wacht nog op antwoord, zou je dan je mail nogmaals kunnen sturen? Alvast bedankt!
Verder nog het goede nieuws dat we er komende zondag voor het eerst sinds de geboorte van Juda met z'n tweetjes één nachtje tussenuit gaan. Daar hebben we heel lang naar uitgekeken. En dat betekent dus ook dat de kinderen voor het eerst in hun leven een nachtje oppas hebben. Om die reden vonden we één nachtje ook wel genoeg. En we gaan, jawel, naar Vierhouten. Op slechts 20 km afstand van Ermelo. Maar goed, zelfs de Heerlickheijd van Ermelo (hier letterlijk om de hoek) was prima geweest, het gaat tenslotte om het samen weg-zijn.
dinsdag 5 juli 2011
Meisje
Tot grote verbazing van onze Amerikaanse vrienden wilden wij er in Thailand niet achter komen of ik een jongen of een meisje in mijn buik draag. Volgens hun gewoonte zou je er wél achter moeten komen, zou je dat ook overal bekend maken en zelfs al vertellen hoe het gaat heten.
Mij maakt het niks uit wat het gaat worden. Volgens de verloskundige lag dat aan het feit dat we een kindje verloren hadden; "Dan ben je blij dat het leeft, wat het ook is". Anderen zeggen: "Ja, je hebt er tenslotte al één van allebei." Wat ook de reden moge zijn, ik geef er niks om en heb er ook nooit iets om gegeven. Oké, ik zag mezelf niet persé als meisjesmoeder: ik loop liever in een spijkerbroek dan een rokje, loop liever op gympen dan op hakschoenen en kan echt geen úren tuttend voor de spiegel doorbrengen. Ik weet zelfs niet eens hoe je een invlecht moet maken! Dus als wij gezegend waren geweest met drie jongens, dan was ik denk ik heel gelukkig geweest.
En toch doet het me wat, zo'n meisje als Zoë. Het eerste jurkje kopen, het eerste staartje maken (nee, geen invlecht dus). Of toen ik laatst mijn teennagels aan het lakken was en zij me vroeg "Mama, Zoë ook?" en ik voor het eerst die pieter-peuterige teennageltjes aan het lakken was. En ik glimlach elke keer weer als ze met haar baby (ik mag het beslist geen 'pop' noemen) door het huis loopt en het verzorgt als een echt moedertje. Of als ze met ieder schoonmaakdoekje dat ze te pakken kan krijgen het huis een grondige beurt gaat geven. Of als ze, nadat ik haar een mooi jurkje heb aangetrokken, zegt: "Papa zien?" (= aan papa laten zien?). Ze wil graag mooi zijn voor haar vader, heel typisch. Het zorgen, het schoonmaken, het mooi willen zijn voor de mannen: het zit er gewoon ín. Wanneer we bij mijn ouders binnenkomen, rent Juda meteen naar de vrachtwagen met race-auto's toe en Zoë naar de kinderwagen met pop. Bijzonder om te zien dat dit verschil al op zo'n jonge leeftijd duidelijk wordt, zonder dat wij hen daarin gestimuleerd hebben (voor zover ik me bewust ben).
Dus hoewel ik me in het verleden niet persé als meisjesmoeder zag, vind ik het hebben van een meisje toch véél leuker dan ik dacht.
Mij maakt het niks uit wat het gaat worden. Volgens de verloskundige lag dat aan het feit dat we een kindje verloren hadden; "Dan ben je blij dat het leeft, wat het ook is". Anderen zeggen: "Ja, je hebt er tenslotte al één van allebei." Wat ook de reden moge zijn, ik geef er niks om en heb er ook nooit iets om gegeven. Oké, ik zag mezelf niet persé als meisjesmoeder: ik loop liever in een spijkerbroek dan een rokje, loop liever op gympen dan op hakschoenen en kan echt geen úren tuttend voor de spiegel doorbrengen. Ik weet zelfs niet eens hoe je een invlecht moet maken! Dus als wij gezegend waren geweest met drie jongens, dan was ik denk ik heel gelukkig geweest.
En toch doet het me wat, zo'n meisje als Zoë. Het eerste jurkje kopen, het eerste staartje maken (nee, geen invlecht dus). Of toen ik laatst mijn teennagels aan het lakken was en zij me vroeg "Mama, Zoë ook?" en ik voor het eerst die pieter-peuterige teennageltjes aan het lakken was. En ik glimlach elke keer weer als ze met haar baby (ik mag het beslist geen 'pop' noemen) door het huis loopt en het verzorgt als een echt moedertje. Of als ze met ieder schoonmaakdoekje dat ze te pakken kan krijgen het huis een grondige beurt gaat geven. Of als ze, nadat ik haar een mooi jurkje heb aangetrokken, zegt: "Papa zien?" (= aan papa laten zien?). Ze wil graag mooi zijn voor haar vader, heel typisch. Het zorgen, het schoonmaken, het mooi willen zijn voor de mannen: het zit er gewoon ín. Wanneer we bij mijn ouders binnenkomen, rent Juda meteen naar de vrachtwagen met race-auto's toe en Zoë naar de kinderwagen met pop. Bijzonder om te zien dat dit verschil al op zo'n jonge leeftijd duidelijk wordt, zonder dat wij hen daarin gestimuleerd hebben (voor zover ik me bewust ben).
Dus hoewel ik me in het verleden niet persé als meisjesmoeder zag, vind ik het hebben van een meisje toch véél leuker dan ik dacht.
dinsdag 28 juni 2011
Regelen, verbazen en schamen
"Ga je nu dan nog wel door met je weblog?" werd mij gevraagd. Over die vraag had ik zelf ook al wel nagedacht. Ik schrijf tenslotte om de mensen thuis op de hoogte te houden van ons leven in Azië. Nou, dat gaat nu even niet op, maar zolang ik nog inspiratie heb, zal ik mijn gedachten en onze belevenissen nog blijven toevertrouwen aan het wereld wijde web.
Gelukkig voelen we ons al niet meer zo vreemd en onwennig als een week geleden. Gelukkig zijn de kinderen over hun jetlag heen en worden nu netjes om 7.00 uur wakker. Gelukkig is het niet zo koud meer als vorige week. Gelukkig zijn we intussen ingeschreven bij de Gemeentelijke Basis Administratie (met uitzondering van Zoë, omdat die in Thailand is geboren) en kunnen we dus aan de slag met het aanmelden bij een huisarts, een afspraak maken bij het consultatiebureau, Juda inschrijven voor de basisschool, mijn zwangerschap melden bij de zorgverzekering, een nieuw rijbewijs voor mij aanvragen, de auto op onze naam zetten, enz. enz. Maar ondertussen houden we wel tijd over om mensen te bezoeken, te acclimatiseren en Juda's lijst met 'eerste keren' langer en langer te maken (bijv. voor het eerst op een zeilboot varen, voor het eerst frikadellen, kersen, sandwichspread en roggebrood eten, voor het eerst eendjes brood voeren, voor het eerst met waterballonnen spelen, voor het eerst dennenappels zoeken).
Robin en ik hebben ons verbaasd over die grote, robuuste fietsen met kratten voorop, over het aanbod van artikelen in de supermarkten (Andrélon voor in laagjes geknipt haar, griezelpasta en speculaas voor op brood), over de dure diesel (toen wij zes jaar geleden een auto kochten was de diesel nog 88 cent, nu 1,26 Euro) en over de postzegels met een grote één erop (wij waren even in de veronderstelling dat je nu 1 Euro moest betalen voor het versturen van een kaart).
En mijn grootste schaamtemoment was niet in de winkel bij het pinautomaat, maar bij mijn tante thuis toen ik mijn nichtje van 14 niet meer herkende en mezelf aan haar voorstelde. Ik stond er versteld van hoeveel iemand verandert tussen de leeftijd van 10 en 14 jaar: een verandering van kind naar jonge vrouw. Maar goed, ik voelde me wel echt heel dom.
Gelukkig voelen we ons al niet meer zo vreemd en onwennig als een week geleden. Gelukkig zijn de kinderen over hun jetlag heen en worden nu netjes om 7.00 uur wakker. Gelukkig is het niet zo koud meer als vorige week. Gelukkig zijn we intussen ingeschreven bij de Gemeentelijke Basis Administratie (met uitzondering van Zoë, omdat die in Thailand is geboren) en kunnen we dus aan de slag met het aanmelden bij een huisarts, een afspraak maken bij het consultatiebureau, Juda inschrijven voor de basisschool, mijn zwangerschap melden bij de zorgverzekering, een nieuw rijbewijs voor mij aanvragen, de auto op onze naam zetten, enz. enz. Maar ondertussen houden we wel tijd over om mensen te bezoeken, te acclimatiseren en Juda's lijst met 'eerste keren' langer en langer te maken (bijv. voor het eerst op een zeilboot varen, voor het eerst frikadellen, kersen, sandwichspread en roggebrood eten, voor het eerst eendjes brood voeren, voor het eerst met waterballonnen spelen, voor het eerst dennenappels zoeken).
Robin en ik hebben ons verbaasd over die grote, robuuste fietsen met kratten voorop, over het aanbod van artikelen in de supermarkten (Andrélon voor in laagjes geknipt haar, griezelpasta en speculaas voor op brood), over de dure diesel (toen wij zes jaar geleden een auto kochten was de diesel nog 88 cent, nu 1,26 Euro) en over de postzegels met een grote één erop (wij waren even in de veronderstelling dat je nu 1 Euro moest betalen voor het versturen van een kaart).
En mijn grootste schaamtemoment was niet in de winkel bij het pinautomaat, maar bij mijn tante thuis toen ik mijn nichtje van 14 niet meer herkende en mezelf aan haar voorstelde. Ik stond er versteld van hoeveel iemand verandert tussen de leeftijd van 10 en 14 jaar: een verandering van kind naar jonge vrouw. Maar goed, ik voelde me wel echt heel dom.
dinsdag 21 juni 2011
Thuiskomen
Jarenlang heb ik uitgekeken naar dit moment: thuiskomen. En eerlijk is eerlijk: het viel best wel tegen. De eerste dagen voelde Nederland absoluut niet als thuis en dacht ik: ik voel me nog meer thuis in Azië dan hier in Nederland. Het voelde gewoon heel vreemd en onwennig. Maar het grappige was dat het met vrienden en familie juist weer was alsof we nooit waren weggeweest. Alsof we vorige week nog bij ze op de koffie waren geweest. En datzelfde zeiden mensen ook steeds tegen ons: "Jullie zijn ook niks veranderd. Het is als vanouds."
Na een lange dag van toen al 19 uur arriveerden we vorige week maandag op het vliegveld van Düsseldorf. We werden daar opgewacht door een welkomstcomité van maar liefst 15 mensen vergezeld door slingers, ballonnen en cadeautjes. Natuurlijk was het wel even een emotioneel moment, maar aan de andere kant was het dus ook meteen weer heel vertrouwd en gezellig. De aankomst in ons huisje was al even verrassend en hartverwarmend: de woonkamer was versierd met slingers, er hing een lange rij met kaarten, er lagen boekjes, puzzels en speelgoed voor de kinderen, de koelkast was gevuld met allemaal lekkers, er stonden bossen bloemen en er lagen allemaal cadeautjes op ons te wachten. Er hing zelfs een naambordje bij de deur! Iedereen bedankt voor zijn/haar aandeel in dit warme welkom!
Waren de eerste dagen voor ons wat onwennig, voor Juda leek het echt een verschrikking te zijn. Voor hem was natuurlijk alles nieuw: de mensen, het huisje, de taal, het landschap, de winkels, het eten. Elke plek waar we kwamen en bijna ieder persoon die we ontmoetten was nieuw voor hem. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij na twee dagen alleen nog maar terug naar huis wilde. Naar waar zijn kiepwagen was. Het was voor hem een week van eerste keren: voor het eerst zijn opa Rob ontmoeten, voor het eerst zijn neefjes en nichtje ontmoeten, voor het eerst kroketten eten en Fristi drinken, voor het eerst een molen zien, voor het eerst in een huis met tuin wonen, voor het eerst een fietsenrek zien, voor het eerst in een pannenkoekenrestaurant eten. De eerste dagen hoorden we dan ook elke 5 seconden: "Wow, moet je dat zien!", "Mama, wat is dat?" en "Papa, kijk!" (niet alleen vermoeiend voor hemzelf, maar ook voor ons).
Wijzelf moeten ook weer aan een aantal dingen wennen: we kunnen weer water uit de kraan drinken, we kunnen weer toiletpapier door de WC spoelen, we kunnen weer halfvolle verse melk drinken in plaats van volle houdbare melk. We hebben ook al een heel aantal hoe-zat-dat-ook-alweer-momenten gehad, bijvoorbeeld met het scheiden van afval, het vinden van de weg, het parkeren van de auto. Wat ons in positieve zin opvalt is hoe beleefd en vriendelijk mensen zijn. We zijn helemaal niet meer gewend dat een kassamedewerkster je begroet, bedankt of gedag-zegt. Sterker nog, ik ben het echt een beetje verleerd. Wat ons een beetje beangstigd is hoe verzorgd en trendy mensen erbij lopen. Tip-top volgens de laatste mode, met het haar keurig in model en het gezicht netjes opgemaakt. Ik voel me echt een slons als ik door de winkelstraat loop, terwijl ik me in Azië juist best modieus voelde.
Ik zou een heel boek kunnen schrijven over de indrukken van de afgelopen week, maar ik hou het even hierbij, want waar ik ook wel achter ben: Nederlanders zijn gewoon heel druk en hebben dus geen tijd om ellenlange blogposts te lezen.
Tot slot: nog een aantal nieuwe foto's.
Oja, en dan ben ik nog vergeten om het koude weer, de jetlag en de fietsen met kratten voorop te noemen.....
Na een lange dag van toen al 19 uur arriveerden we vorige week maandag op het vliegveld van Düsseldorf. We werden daar opgewacht door een welkomstcomité van maar liefst 15 mensen vergezeld door slingers, ballonnen en cadeautjes. Natuurlijk was het wel even een emotioneel moment, maar aan de andere kant was het dus ook meteen weer heel vertrouwd en gezellig. De aankomst in ons huisje was al even verrassend en hartverwarmend: de woonkamer was versierd met slingers, er hing een lange rij met kaarten, er lagen boekjes, puzzels en speelgoed voor de kinderen, de koelkast was gevuld met allemaal lekkers, er stonden bossen bloemen en er lagen allemaal cadeautjes op ons te wachten. Er hing zelfs een naambordje bij de deur! Iedereen bedankt voor zijn/haar aandeel in dit warme welkom!
Waren de eerste dagen voor ons wat onwennig, voor Juda leek het echt een verschrikking te zijn. Voor hem was natuurlijk alles nieuw: de mensen, het huisje, de taal, het landschap, de winkels, het eten. Elke plek waar we kwamen en bijna ieder persoon die we ontmoetten was nieuw voor hem. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij na twee dagen alleen nog maar terug naar huis wilde. Naar waar zijn kiepwagen was. Het was voor hem een week van eerste keren: voor het eerst zijn opa Rob ontmoeten, voor het eerst zijn neefjes en nichtje ontmoeten, voor het eerst kroketten eten en Fristi drinken, voor het eerst een molen zien, voor het eerst in een huis met tuin wonen, voor het eerst een fietsenrek zien, voor het eerst in een pannenkoekenrestaurant eten. De eerste dagen hoorden we dan ook elke 5 seconden: "Wow, moet je dat zien!", "Mama, wat is dat?" en "Papa, kijk!" (niet alleen vermoeiend voor hemzelf, maar ook voor ons).
Wijzelf moeten ook weer aan een aantal dingen wennen: we kunnen weer water uit de kraan drinken, we kunnen weer toiletpapier door de WC spoelen, we kunnen weer halfvolle verse melk drinken in plaats van volle houdbare melk. We hebben ook al een heel aantal hoe-zat-dat-ook-alweer-momenten gehad, bijvoorbeeld met het scheiden van afval, het vinden van de weg, het parkeren van de auto. Wat ons in positieve zin opvalt is hoe beleefd en vriendelijk mensen zijn. We zijn helemaal niet meer gewend dat een kassamedewerkster je begroet, bedankt of gedag-zegt. Sterker nog, ik ben het echt een beetje verleerd. Wat ons een beetje beangstigd is hoe verzorgd en trendy mensen erbij lopen. Tip-top volgens de laatste mode, met het haar keurig in model en het gezicht netjes opgemaakt. Ik voel me echt een slons als ik door de winkelstraat loop, terwijl ik me in Azië juist best modieus voelde.
Ik zou een heel boek kunnen schrijven over de indrukken van de afgelopen week, maar ik hou het even hierbij, want waar ik ook wel achter ben: Nederlanders zijn gewoon heel druk en hebben dus geen tijd om ellenlange blogposts te lezen.
Tot slot: nog een aantal nieuwe foto's.
Oja, en dan ben ik nog vergeten om het koude weer, de jetlag en de fietsen met kratten voorop te noemen.....
zondag 12 juni 2011
Leuk, maar vast niet altijd makkelijk
Ik kan het bijna niet geloven: morgen staan we al op Nederlandse bodem (als alles goed gaat)! De afgelopen twee weken waren een goede tussen-periode, een soort ‘vacuüm’. We hadden onze eerste termijn op het veld al afgerond, maar waren nog niet begonnen aan ons verlof. Hierdoor hadden we even goed de tijd om terug te kijken en vooruit te kijken. Als ik denk aan onze terugkeer naar Nederland, dan heb ik er vooral heel veel zin in, maar er zijn ook wel een aantal dingen waar ik tegenop zie. Zoals:
In de supermarkt te staan en als een debiel naar alle briefjes en muntjes te staan kijken om uit te vinden hoe die er ook al weer uit zien. Want ja, dat ben ik echt helemaal vergeten. Gelukkig bereidde een collega ons er deze week al op voor dat je je pinpas tegenwoordig niet meer door een gleuf haalt, maar dat de chip gelezen wordt. Scheelt weer een schaamte-moment....
Dat mensen gaan vragen: “Kun je Chinees koken voor ons?” Ja, dat zou ik wel kunnen, maar hoe de mensen in onze provincie koken is echt niet zoals dat bij de Chinees in Nederland gebeurt en het komt ook niet in de buurt van een Knorr- of Maggi-pakje. Het eten in onze provincie wordt vooral getypeerd door heel veel olie en zout en verder weinig smaak. Niks bijzonders dus en ik denk niet dat ik er iemand blij mee zou maken.
De vraag: “Hoe was China?” Ja ehm, heb je effe? Ik denk niet dat ik dat in één woord kan beschrijven. Nee ook niet in één zin of in één minuut. Sterker nog, ik weet niet of ik het überhaupt onder woorden kan brengen. Het was mooi, het was moeilijk, het was genieten, het was zwaar. We hebben het gevoel dat we helemaal gebroken, maar ook heel veel gegroeid zijn. We hebben veel geleerd, maar voelen ons ook nog steeds als baby’s. Maar goed, het feit dat we nog steeds het verlangen hebben om door te gaan met dit werk, laat denk ik toch wel zien dat het een overwegend positieve ervaring was.
Om erachter te komen hoeveel ‘onze wereld’ verschilt van die van de gemiddelde Nederlander. In ‘onze wereld’ bestaan geen carrières, geen salarissen, geen van-negen-tot-vijf-banen, geen nieuwe keukens of badkamers, geen uitbouwen, geen babykamers, geen zwembaden, geen speelparadijzen, geen dierentuinen, geen warenhuizen. 'Onze wereld' daarentegen kent weer visaproblemen, paspoortproblemen, verlopen vaccinaties, taalbarrières, muggen die enge ziektes overbrengen, hondenbeten die rabiës kunnen veroorzaken, festivals in het teken van geesten en demonen en natuurlijk rijst, rijst en nog eens rijst. Niet dat ik hiermee wil aangeven hoe zielig we zijn (want dat zijn we niet), maar dat we de afgelopen jaren in Azië ons met heel andere zaken hebben beziggehouden dan in de jaren daarvoor.
Ik hoop niet dat ik jullie hiermee ontmoedigd heb om contact met ons te zoeken en met ons te praten. Want ik weet zeker dat we ondanks de verschillen en de niet-beantwoordbare vragen, toch nog heel veel gemeen hebben en hele leuke, interessante gesprekken kunnen hebben. En zoals gezegd: we hebben vooral heel, heel veel zin in ons verlof!
We hopen jullie snel te ontmoeten!
In de supermarkt te staan en als een debiel naar alle briefjes en muntjes te staan kijken om uit te vinden hoe die er ook al weer uit zien. Want ja, dat ben ik echt helemaal vergeten. Gelukkig bereidde een collega ons er deze week al op voor dat je je pinpas tegenwoordig niet meer door een gleuf haalt, maar dat de chip gelezen wordt. Scheelt weer een schaamte-moment....
Dat mensen gaan vragen: “Kun je Chinees koken voor ons?” Ja, dat zou ik wel kunnen, maar hoe de mensen in onze provincie koken is echt niet zoals dat bij de Chinees in Nederland gebeurt en het komt ook niet in de buurt van een Knorr- of Maggi-pakje. Het eten in onze provincie wordt vooral getypeerd door heel veel olie en zout en verder weinig smaak. Niks bijzonders dus en ik denk niet dat ik er iemand blij mee zou maken.
De vraag: “Hoe was China?” Ja ehm, heb je effe? Ik denk niet dat ik dat in één woord kan beschrijven. Nee ook niet in één zin of in één minuut. Sterker nog, ik weet niet of ik het überhaupt onder woorden kan brengen. Het was mooi, het was moeilijk, het was genieten, het was zwaar. We hebben het gevoel dat we helemaal gebroken, maar ook heel veel gegroeid zijn. We hebben veel geleerd, maar voelen ons ook nog steeds als baby’s. Maar goed, het feit dat we nog steeds het verlangen hebben om door te gaan met dit werk, laat denk ik toch wel zien dat het een overwegend positieve ervaring was.
Om erachter te komen hoeveel ‘onze wereld’ verschilt van die van de gemiddelde Nederlander. In ‘onze wereld’ bestaan geen carrières, geen salarissen, geen van-negen-tot-vijf-banen, geen nieuwe keukens of badkamers, geen uitbouwen, geen babykamers, geen zwembaden, geen speelparadijzen, geen dierentuinen, geen warenhuizen. 'Onze wereld' daarentegen kent weer visaproblemen, paspoortproblemen, verlopen vaccinaties, taalbarrières, muggen die enge ziektes overbrengen, hondenbeten die rabiës kunnen veroorzaken, festivals in het teken van geesten en demonen en natuurlijk rijst, rijst en nog eens rijst. Niet dat ik hiermee wil aangeven hoe zielig we zijn (want dat zijn we niet), maar dat we de afgelopen jaren in Azië ons met heel andere zaken hebben beziggehouden dan in de jaren daarvoor.
Ik hoop niet dat ik jullie hiermee ontmoedigd heb om contact met ons te zoeken en met ons te praten. Want ik weet zeker dat we ondanks de verschillen en de niet-beantwoordbare vragen, toch nog heel veel gemeen hebben en hele leuke, interessante gesprekken kunnen hebben. En zoals gezegd: we hebben vooral heel, heel veel zin in ons verlof!
We hopen jullie snel te ontmoeten!
zondag 5 juni 2011
De afgelopen week
Reis
De reis van Vrede Stad naar Chiang Mai (Thailand) verliep wonderbaarlijk goed. Dit kwam ook vooral door een aantal lieve mensen die op ons pad werden gestuurd om ons te helpen. Zo was er een Thais meisje dat op hetzelfde moment van Vrede Stad naar Lente Stad reisde en die ons hielp in de bus, de taxi en de trein. Daarnaast ontmoetten we op het treinstation een Engelse reiziger (de eerste toerist die we ooit in deze uithoek zijn tegengekomen) die ons hielp de koffers de trein in en de trein uit te krijgen. Toen we om 5 uur ‘s ochtends in Lente Stad arriveerden stond daar al een vriend klaar om de koffers in zijn auto te laden en ons naar zijn huis te brengen. Tussen de middag kregen we daar een stevige warme maaltijd en in de loop van de middag werden we naar het vliegveld gebracht. Echt serieus: ikzelf heb de hele reis geen koffer hoeven tillen.
Echo
De dag na aankomst in Chiang Mai konden we onze nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en reden we op ons scootertje meteen naar het ziekenhuis voor een echo. De baby groeide goed en het hart en de hersentjes zagen er in ieder geval goed uit. En daarmee ben ik op dit moment dik tevreden. Daarnaast is er hier gewoon goede medische zorg voorhanden, dus ik voel me al een stuk meer ontspannen dan in Vrede Stad. Op een gegeven moment vroeg de dokter: “Wil je weten of het een jongen of een meisje wordt?” Ik antwoordde: “Nee.” Maar toen hij daarna zei: “Weet je het zeker? Ik kan het nu namelijk heel goed zien,” moest ik toch wel even op mijn tong bijten. Natuurlijk zijn we hartstikke nieuwsgierig, maar we hebben besloten dat er op deze manier nog een leuke verrassing overblijft voor september.
Verjaardag
Op diezelfde dag vierde ik ook mijn 29 verjaardag. Voor het derde jaar op rij viel mijn verjaardag tijdens ons verblijf in Chiang Mai en daardoor ging het toch een beetje ongemerkt voorbij. Gelukkig had mijn moeder een lief pakketje samengesteld en pasten vrienden ‘s avonds op de kinderen, waardoor Robin en ik samen uit eten konden. Tijdens het eten werden ook potentiële babynamen besproken en we zijn blij dat we nu zowel een jongens- als een meisjesnaam hebben.
Tandarts
Op donderdag bracht Juda zijn eerste bezoek aan de tandarts. Hij mocht op Robins buik in de stoel liggen en de tandarts was een lief mens die dik tevreden was. Na afloop mocht Juda een speelgoedje uitkiezen en kreeg hij een ballon mee, dus hopelijk helpen deze herinneringen bij ons volgende tandartsbezoek.
Vaccinaties
Op vrijdag ons laatste medische uitje: naar het ziekenhuis voor vaccinaties van de kinderen. Zoë was na de twee prikjes in haar billen al gauw weer stil, maar Juda was na afloop flink van streek. Hij bleef maar zeggen: “Ik ben zó boos op die zuster. Ik wil haar wel slaan, of duwen, of knijpen!” Na het eten van een ijsje zwakte zijn woede gelukkig gelukkig wat af.
Vakantie
Als je mij een jaar geleden had gevraagd: “Hoe was je vakantie?” dan had ik geantwoord: “Hoezo, heeft een moeder ooit vakantie?” Maar dit jaar kunnen de kinderen allebei zelfstandig eten, zelfstandig spelen, zelfstandig lopen, zelfstandig zwemmen en slapen ze de nachten goed door en komen we eindelijk eens toe aan wat ontspanning tijdens de vakantie. Nog even drie maandjes van dit stadium genieten, voordat we er (hopelijk) weer een klein handenbindertje bij hebben.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
De reis van Vrede Stad naar Chiang Mai (Thailand) verliep wonderbaarlijk goed. Dit kwam ook vooral door een aantal lieve mensen die op ons pad werden gestuurd om ons te helpen. Zo was er een Thais meisje dat op hetzelfde moment van Vrede Stad naar Lente Stad reisde en die ons hielp in de bus, de taxi en de trein. Daarnaast ontmoetten we op het treinstation een Engelse reiziger (de eerste toerist die we ooit in deze uithoek zijn tegengekomen) die ons hielp de koffers de trein in en de trein uit te krijgen. Toen we om 5 uur ‘s ochtends in Lente Stad arriveerden stond daar al een vriend klaar om de koffers in zijn auto te laden en ons naar zijn huis te brengen. Tussen de middag kregen we daar een stevige warme maaltijd en in de loop van de middag werden we naar het vliegveld gebracht. Echt serieus: ikzelf heb de hele reis geen koffer hoeven tillen.
Echo
De dag na aankomst in Chiang Mai konden we onze nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en reden we op ons scootertje meteen naar het ziekenhuis voor een echo. De baby groeide goed en het hart en de hersentjes zagen er in ieder geval goed uit. En daarmee ben ik op dit moment dik tevreden. Daarnaast is er hier gewoon goede medische zorg voorhanden, dus ik voel me al een stuk meer ontspannen dan in Vrede Stad. Op een gegeven moment vroeg de dokter: “Wil je weten of het een jongen of een meisje wordt?” Ik antwoordde: “Nee.” Maar toen hij daarna zei: “Weet je het zeker? Ik kan het nu namelijk heel goed zien,” moest ik toch wel even op mijn tong bijten. Natuurlijk zijn we hartstikke nieuwsgierig, maar we hebben besloten dat er op deze manier nog een leuke verrassing overblijft voor september.
Verjaardag
Op diezelfde dag vierde ik ook mijn 29 verjaardag. Voor het derde jaar op rij viel mijn verjaardag tijdens ons verblijf in Chiang Mai en daardoor ging het toch een beetje ongemerkt voorbij. Gelukkig had mijn moeder een lief pakketje samengesteld en pasten vrienden ‘s avonds op de kinderen, waardoor Robin en ik samen uit eten konden. Tijdens het eten werden ook potentiële babynamen besproken en we zijn blij dat we nu zowel een jongens- als een meisjesnaam hebben.
Tandarts
Op donderdag bracht Juda zijn eerste bezoek aan de tandarts. Hij mocht op Robins buik in de stoel liggen en de tandarts was een lief mens die dik tevreden was. Na afloop mocht Juda een speelgoedje uitkiezen en kreeg hij een ballon mee, dus hopelijk helpen deze herinneringen bij ons volgende tandartsbezoek.
Vaccinaties
Op vrijdag ons laatste medische uitje: naar het ziekenhuis voor vaccinaties van de kinderen. Zoë was na de twee prikjes in haar billen al gauw weer stil, maar Juda was na afloop flink van streek. Hij bleef maar zeggen: “Ik ben zó boos op die zuster. Ik wil haar wel slaan, of duwen, of knijpen!” Na het eten van een ijsje zwakte zijn woede gelukkig gelukkig wat af.
Vakantie
Als je mij een jaar geleden had gevraagd: “Hoe was je vakantie?” dan had ik geantwoord: “Hoezo, heeft een moeder ooit vakantie?” Maar dit jaar kunnen de kinderen allebei zelfstandig eten, zelfstandig spelen, zelfstandig lopen, zelfstandig zwemmen en slapen ze de nachten goed door en komen we eindelijk eens toe aan wat ontspanning tijdens de vakantie. Nog even drie maandjes van dit stadium genieten, voordat we er (hopelijk) weer een klein handenbindertje bij hebben.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
zondag 29 mei 2011
3 jaar en 4 maanden
We staan in de startblokken voor vertrek. Hoewel het voor jullie misschien klinkt als de voorbereiding voor een vakantie of iets dergelijks, is het voor ons een groots moment. Naar dit moment hebben we drie jaar en vier maanden uitgekeken. Want laten we eerlijk zijn: hoeveel we ook van dit land, haar mensen en onze nieuwe vrienden houden, vanaf het moment dat we op 10 februari 2008 onze ouders een laatste knuffel gaven op Schiphol, hebben we uitgekeken naar onze terugkeer op Nederlandse bodem. Ernaar verlangd om niet aangestaard te worden, om weer even gewoon te zijn, om een frikandel speciaal of een kroket met mosterd te eten.
Dit stukje schrijf ik op zondagavond, want als het goed is zitten we morgenavond in de trein op weg naar Lente Stad. Hoe is het inpakken ons vergaan? Toen we twee koffers ingepakt hadden en die bij elkaar al 50 kilo wogen, gaf ik de moed een beetje op. Maar gelukkig kwamen er een aantal 'engelen' op onze weg. Ten eerste waren daar de mensen die via de mail reageerden dat we wel babyspullen konden lenen, met als gevolg dat ik vrijwel alle babyspullen in Vrede Stad achterlaat. Ten tweede was daar de vriendin die gisteren al met de trein naar Lente Stad reisde en aanbood om twee koffers mee te nemen. Scheelt weer een hoop gesjouw in de bus en in de trein. En tenslotte waren er de vrienden die een paar dagen vóór ons naar Nederland hopen te reizen en die aanboden om een koffer van max. 23 kilo mee te nemen. Dus geen zorgen meer over het gewicht.
De afgelopen dagen stonden voor mij in het teken van inpakken, opruimen en het huis klaarmaken voor onze vriendin die acht maanden lang op ons huis zal passen. Voor Robin stonden deze dagen echter in het teken van iets heel anders: de viering van Kinderdag. De Chinezen vieren deze dag jaarlijks op 1 juni en blijkbaar maken alle scholen van de gelegenheid gebruik om een opvoering te organiseren. Juda's school organiseerde gisteravond een voorstelling in het grootste theater van de stad. Hoewel Robin maar drie weken les heeft gegeven op Juda's school, maakten de leraressen van deze gelegenheid dankbaar gebruik om Robin te strikken voor de presentatie van deze avond. Ja, Robin is min of meer de mascotte van deze school geworden.
En dus begaven Juda, Zoë, een vriendin en ik ons gisteravond om zeven uur naar het theater om dit spektakel te aanschouwen. Als gezin hadden we gereserveerde stoelen vooraan gekregen. Voor een publiek van zo'n 1000 toeschouwers praatte Robin, samen met een lerares en twee leerlingen, de avond aan elkaar, die op zich niet eens vervelend was. Want hoewel Chinezen geen sterren zijn in zelf nadenken of creatief zijn, een dans gedisciplineerd instuderen kunnen ze zeker. We keken naar 12 dansen, waarvan één door de leraressen (zie je het in Nederland al voor je??) en de rest door peuters en kleuters van 2 tot 6 jaar, gehuld in weinig verhullende glitter-outfits. Om 22.00 uur waren we weer thuis (en ja hoor, de kinderen waren vanmorgen weer gewoon om 6.45 uur wakker....). Deze avond heeft zeker meegewerkt aan onze gezichtsbekendheid; jammer dat we nu weggaan.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
Dit stukje schrijf ik op zondagavond, want als het goed is zitten we morgenavond in de trein op weg naar Lente Stad. Hoe is het inpakken ons vergaan? Toen we twee koffers ingepakt hadden en die bij elkaar al 50 kilo wogen, gaf ik de moed een beetje op. Maar gelukkig kwamen er een aantal 'engelen' op onze weg. Ten eerste waren daar de mensen die via de mail reageerden dat we wel babyspullen konden lenen, met als gevolg dat ik vrijwel alle babyspullen in Vrede Stad achterlaat. Ten tweede was daar de vriendin die gisteren al met de trein naar Lente Stad reisde en aanbood om twee koffers mee te nemen. Scheelt weer een hoop gesjouw in de bus en in de trein. En tenslotte waren er de vrienden die een paar dagen vóór ons naar Nederland hopen te reizen en die aanboden om een koffer van max. 23 kilo mee te nemen. Dus geen zorgen meer over het gewicht.
De afgelopen dagen stonden voor mij in het teken van inpakken, opruimen en het huis klaarmaken voor onze vriendin die acht maanden lang op ons huis zal passen. Voor Robin stonden deze dagen echter in het teken van iets heel anders: de viering van Kinderdag. De Chinezen vieren deze dag jaarlijks op 1 juni en blijkbaar maken alle scholen van de gelegenheid gebruik om een opvoering te organiseren. Juda's school organiseerde gisteravond een voorstelling in het grootste theater van de stad. Hoewel Robin maar drie weken les heeft gegeven op Juda's school, maakten de leraressen van deze gelegenheid dankbaar gebruik om Robin te strikken voor de presentatie van deze avond. Ja, Robin is min of meer de mascotte van deze school geworden.
En dus begaven Juda, Zoë, een vriendin en ik ons gisteravond om zeven uur naar het theater om dit spektakel te aanschouwen. Als gezin hadden we gereserveerde stoelen vooraan gekregen. Voor een publiek van zo'n 1000 toeschouwers praatte Robin, samen met een lerares en twee leerlingen, de avond aan elkaar, die op zich niet eens vervelend was. Want hoewel Chinezen geen sterren zijn in zelf nadenken of creatief zijn, een dans gedisciplineerd instuderen kunnen ze zeker. We keken naar 12 dansen, waarvan één door de leraressen (zie je het in Nederland al voor je??) en de rest door peuters en kleuters van 2 tot 6 jaar, gehuld in weinig verhullende glitter-outfits. Om 22.00 uur waren we weer thuis (en ja hoor, de kinderen waren vanmorgen weer gewoon om 6.45 uur wakker....). Deze avond heeft zeker meegewerkt aan onze gezichtsbekendheid; jammer dat we nu weggaan.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's
maandag 23 mei 2011
Het verhaal gaat verder
In januari schreef ik in het stukje Gedeelde smart is halve smart over mijn vriendin die vlak na mij een miskraam kreeg. Eigenlijk was dat nog niet eens het hele verhaal. Behalve haar verloren nog drie andere vriendinnen hier in Azië in dezelfde maand een ongeboren kindje. Dat is bij elkaar vijf in één maand dus, allemaal werkzaam in hetzelfde gebied voor dezelfde organisatie. Hoe ver kan toeval gaan, vraag je je af. Of was er meer aan de hand?
Nu, een half jaar later, zijn we alle vijf weer zwanger en verwachten we allemaal dit najaar een kindje. Heel bijzonder, als je het mij vraagt.
Het leuke is dat de eerder genoemde vriendin ook van plan is om in Nederland te gaan bevallen. Ze is 2,5 week na mij uitgerekend. Sterker nog: ze is ook van plan om in Ermelo te gaan bevallen, want ook zij en haar gezin zullen hun verlof in Ermelo doorbrengen, op een vakantiepark vlak achter het onze. En de jongens? Die gaan naar dezelfde basisschool. Niet omdat we ze nu zo nodig op dezelfde basisschool wilden hebben, maar omdat die school nu eenmaal het dichtst bij is.
Heeft Juda tenminste iemand met wie hij z'n Chinees kan oefenen :-)
Nu, een half jaar later, zijn we alle vijf weer zwanger en verwachten we allemaal dit najaar een kindje. Heel bijzonder, als je het mij vraagt.
Het leuke is dat de eerder genoemde vriendin ook van plan is om in Nederland te gaan bevallen. Ze is 2,5 week na mij uitgerekend. Sterker nog: ze is ook van plan om in Ermelo te gaan bevallen, want ook zij en haar gezin zullen hun verlof in Ermelo doorbrengen, op een vakantiepark vlak achter het onze. En de jongens? Die gaan naar dezelfde basisschool. Niet omdat we ze nu zo nodig op dezelfde basisschool wilden hebben, maar omdat die school nu eenmaal het dichtst bij is.
Heeft Juda tenminste iemand met wie hij z'n Chinees kan oefenen :-)
maandag 16 mei 2011
Inpakken
Met nog precies twee weken voor de boeg, kon ik het niet langer uitstellen: het inpakken is begonnen.
Hoe hebben we het ooit gedaan drie jaar geleden: emigreren met slechts twee koffers = 40 kilo? Nu mogen we 4 koffers = 80 kilo meenemen, maar ik zie het nog even niet gebeuren. We zijn van plan om 8 maanden in Nederland te blijven en moeten dus een zomergarderobe en een wintergarderobe mee. En voor mij een positiegarderobe en een post-natale garderobe. Twee jaar geleden waren mijn ouders zo lief om álle babyspullen naar Thailand op te sturen voor Zoë's geboorte, maar dat betekent dat ál die spullen nu ook weer mee moeten naar Nederland. Kinderwagenbak, hydrofiele luiers, lakentjes, dekentjes, kleertjes, rompertjes, speeltjes, flesjes, enz. En dan nog wat cadeautjes, souvenirtjes, 'promotiemateriaal', boeken, toiletspullen, schoenen.
Nog afgezien van de 'kopzorgen' over die 80 kilo, speel ik in mijn hoofd ook steeds de 'film' af van hoe we dat allemaal in Nederland gaan krijgen: 4 grote koffers, 2 koffertjes handbagage, 1 kinderwagen en 2 kinderen. Natuurlijk is het ongepast om je peuters 'bagage' te noemen, maar als je het over reizen met de bus, trein en vliegtuig hebt, dan voelt dat wel degelijk zo. Vanaf Vrede Stad zullen we waarschijnlijk met de bus naar de stad Honderd Kleuren reizen en vanaf daar met de trein verder naar Lente Stad. Vanaf Lente Stad vliegen we dan naar Chiang Mai (Thailand), waar we op drie verschillende locaties zullen verblijven, om tenslotte op 13 juni van Chiang Mai via Bangkok naar Düsseldorf te vliegen. Het is dus niet gewoon een kwestie van al het spul met de auto naar het vliegveld rijden, op een karretje zetten, inchecken, op de plaats van bestemming weer van de bagageband halen, weer op een karretje zetten en weer in een auto laden. Nee, al het spul zal tientallen keren door onze handen gaan (nou ja, Robins handen dan, want sinds die bloeding met 9 weken zwangerschap durf ik nog geen theekopje meer op te tillen...)
Zo'n tijd van inpakken is ook meteen de ultieme gelegenheid om eens wat weg te gooien. Normaal gesproken hoopt rommel zich in rap tempo op in de kasten, laden en dozen van ons huis onder het mom van 'misschien komt het nog eens van pas'. Maar of het nu de lentekriebels zijn of dat het nesteldrang is, ik weet het niet, maar in ieder geval heb ik er in de afgelopen dagen maar weinig moeite mee gehad om dingen weg te gooien. En dan komt Robin thuis uit zijn werk en speurt alle spullen die voor de afvalbak bestemd zijn nauwkeurig door en slaakt continu kreten uit als: "Ga je dit écht weg doen?!" Ik kan niet anders dan zeggen dat Robin een echte verzamelaar is en heel veel moeite heeft met het weggooien van spullen. Het wegdoen van spullen geeft hier sowieso een beter gevoel dan in Nederland, want je weet dat er altijd arme mensen zijn die jouw spullen bij de afvalcontainer vandaan zullen halen om zelf te gebruiken. Je maakt er dus meteen iemand blij mee.
Waarschijnlijk laat ik jullie over een dag of veertien nog wel weten hoe het inpakavontuur verder verlopen is en of alles wat we mee wilden nemen ook binnen die 80 kilo paste.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's.
Hoe hebben we het ooit gedaan drie jaar geleden: emigreren met slechts twee koffers = 40 kilo? Nu mogen we 4 koffers = 80 kilo meenemen, maar ik zie het nog even niet gebeuren. We zijn van plan om 8 maanden in Nederland te blijven en moeten dus een zomergarderobe en een wintergarderobe mee. En voor mij een positiegarderobe en een post-natale garderobe. Twee jaar geleden waren mijn ouders zo lief om álle babyspullen naar Thailand op te sturen voor Zoë's geboorte, maar dat betekent dat ál die spullen nu ook weer mee moeten naar Nederland. Kinderwagenbak, hydrofiele luiers, lakentjes, dekentjes, kleertjes, rompertjes, speeltjes, flesjes, enz. En dan nog wat cadeautjes, souvenirtjes, 'promotiemateriaal', boeken, toiletspullen, schoenen.
Nog afgezien van de 'kopzorgen' over die 80 kilo, speel ik in mijn hoofd ook steeds de 'film' af van hoe we dat allemaal in Nederland gaan krijgen: 4 grote koffers, 2 koffertjes handbagage, 1 kinderwagen en 2 kinderen. Natuurlijk is het ongepast om je peuters 'bagage' te noemen, maar als je het over reizen met de bus, trein en vliegtuig hebt, dan voelt dat wel degelijk zo. Vanaf Vrede Stad zullen we waarschijnlijk met de bus naar de stad Honderd Kleuren reizen en vanaf daar met de trein verder naar Lente Stad. Vanaf Lente Stad vliegen we dan naar Chiang Mai (Thailand), waar we op drie verschillende locaties zullen verblijven, om tenslotte op 13 juni van Chiang Mai via Bangkok naar Düsseldorf te vliegen. Het is dus niet gewoon een kwestie van al het spul met de auto naar het vliegveld rijden, op een karretje zetten, inchecken, op de plaats van bestemming weer van de bagageband halen, weer op een karretje zetten en weer in een auto laden. Nee, al het spul zal tientallen keren door onze handen gaan (nou ja, Robins handen dan, want sinds die bloeding met 9 weken zwangerschap durf ik nog geen theekopje meer op te tillen...)
Zo'n tijd van inpakken is ook meteen de ultieme gelegenheid om eens wat weg te gooien. Normaal gesproken hoopt rommel zich in rap tempo op in de kasten, laden en dozen van ons huis onder het mom van 'misschien komt het nog eens van pas'. Maar of het nu de lentekriebels zijn of dat het nesteldrang is, ik weet het niet, maar in ieder geval heb ik er in de afgelopen dagen maar weinig moeite mee gehad om dingen weg te gooien. En dan komt Robin thuis uit zijn werk en speurt alle spullen die voor de afvalbak bestemd zijn nauwkeurig door en slaakt continu kreten uit als: "Ga je dit écht weg doen?!" Ik kan niet anders dan zeggen dat Robin een echte verzamelaar is en heel veel moeite heeft met het weggooien van spullen. Het wegdoen van spullen geeft hier sowieso een beter gevoel dan in Nederland, want je weet dat er altijd arme mensen zijn die jouw spullen bij de afvalcontainer vandaan zullen halen om zelf te gebruiken. Je maakt er dus meteen iemand blij mee.
Waarschijnlijk laat ik jullie over een dag of veertien nog wel weten hoe het inpakavontuur verder verlopen is en of alles wat we mee wilden nemen ook binnen die 80 kilo paste.
Klik hier voor een aantal nieuwe foto's.
maandag 9 mei 2011
Op gang
Met nog drie weken voor de boeg beginnen dingen hier eindelijk op gang te komen. Nu zijn Robin en ik van nature wat langzame starters: we hebben gewoon wat tijd nodig om een nieuwe omgeving te leren kennen, relaties op te bouwen en visie te ontwikkelen. Maar, als die start eenmaal gemaakt is, dan heb je ook wat (tenminste, zo ging dat in het verleden).
Al sinds onze verhuizing praten we over Robin die gaat lesgeven op een lokale peuter- en kleuterschool. Tussen al het reizen door kwam het er maar niet van om hier daadwerkelijk mee aan de slag te gaan, tot een paar weken geleden. Met als gevolg dat Robin na vandaag zijn derde werkdag achter de rug heeft. Vijf ochtenden per week heet Teacher Robin alle kinderen van Juda's school (2-6 jaar) welkom en probeert ze een paar woorden Engels bij te brengen. Daarnaast kunnen leraressen bij hem terecht als ze vragen hebben. Dat speelt zich af tussen 8.30 en 11.00 uur. Vervolgens wordt hij iedere middag om 16.00 uur weer verwacht om tegen alle kinderen "Good bye" te zeggen, totdat de laatste om 17.30 uur vertrokken is. Robin zelf noemt het "De school voor nederigheid", want dit is niet bepaald waarvoor hij gestudeerd heeft. Het is eigenlijk heel dom en simpel werk. Maar aan de andere kant is het een manier om in contact te komen met kinderen, ouders en leraressen, dus wie weet waartoe dit zal leiden.
(hier stond oorspronkelijk nog een hele alinea over ons 'geestelijke' werk wat eindelijk op gang begint te komen, maar uit veiligheidsoverweging heb ik toch maar besloten om het weg te halen. Jullie lezen erover in de nieuwsbrief van juni!)
Klik hier voor de tweede helft van de foto's die we in april maakten.
Al sinds onze verhuizing praten we over Robin die gaat lesgeven op een lokale peuter- en kleuterschool. Tussen al het reizen door kwam het er maar niet van om hier daadwerkelijk mee aan de slag te gaan, tot een paar weken geleden. Met als gevolg dat Robin na vandaag zijn derde werkdag achter de rug heeft. Vijf ochtenden per week heet Teacher Robin alle kinderen van Juda's school (2-6 jaar) welkom en probeert ze een paar woorden Engels bij te brengen. Daarnaast kunnen leraressen bij hem terecht als ze vragen hebben. Dat speelt zich af tussen 8.30 en 11.00 uur. Vervolgens wordt hij iedere middag om 16.00 uur weer verwacht om tegen alle kinderen "Good bye" te zeggen, totdat de laatste om 17.30 uur vertrokken is. Robin zelf noemt het "De school voor nederigheid", want dit is niet bepaald waarvoor hij gestudeerd heeft. Het is eigenlijk heel dom en simpel werk. Maar aan de andere kant is het een manier om in contact te komen met kinderen, ouders en leraressen, dus wie weet waartoe dit zal leiden.
(hier stond oorspronkelijk nog een hele alinea over ons 'geestelijke' werk wat eindelijk op gang begint te komen, maar uit veiligheidsoverweging heb ik toch maar besloten om het weg te halen. Jullie lezen erover in de nieuwsbrief van juni!)
Klik hier voor de tweede helft van de foto's die we in april maakten.
maandag 2 mei 2011
Hulp
Toen we in 2007 ons budget voor ons leven in Azië voor ogen kregen, was daarin automatisch een post "househelper" opgenomen. Wij meteen die kostenpost wegstrepen: wat een overbodige luxe, dachten we, een hulp in de huishouding. Maar onze directeur verzekerde ons ervan dat we er zeker één nodig zouden hebben tijdens de jaren van taalstudie en het grootbrengen van kinderen. Na onze aankomst in Lente Stad was één van de eerste dingen die onze begeleidster voor ons wilde regelen, jawel, een helper. Nog steeds vond ik het een gek idee om iemand voor je te laten werken, maar al snel kwam ik erachter dat hier in Azië vrijwel alle buitenlanders (in ieder geval diegenen met een gezin) een baomu hadden.
En dus hadden we al een week na aankomst in Lente Stad een Chinese vrouw in huis met wie we geen woord konden wisselen, maar die we toch moesten duidelijk maken hoe we dingen gedaan wilden hebben. Na een week stopte ze er al mee: te druk vond ze. Ná haar 'versleten' we er nog drie. Eentje moesten we 'teruggeven', omdat we haar voor een paar maanden geleend hadden van vrienden die op verlof waren. Met nummer drie klikte het gewoon niet, dus die hebben we ontslagen. Met nummer vier klikte het eigenlijk ook niet, maar met haar hebben we de tijd uitgezeten totdat we naar Vrede Stad gingen verhuizen.
En toen was ik er helemaal klaar mee. Voor mij geen househelper meer, dacht ik. Maar na de verhuizing, een aantal visa-runs en de miskraam merkte ik dat ik er toch wel goed doorheen zat en bovendien wilden we beginnen aan de studie van de Zhuang-taal en dus besloten we toch maar op zoek te gaan naar een nieuwe baomu. Met een vriendin fietste ik naar een naburig dorp en we begonnen gewoon maar wat rond te vragen of er daar nog jonge meiden waren die werk zochten. Maar overal was het antwoord: "Nee, hier zijn geen jonge mensen meer. Alle twintigers zijn vertrokken naar de oostkust om daar te werken in fabrieken." Niet erg hoopgevend. We stonden bijna op het punt om weer terug naar huis te keren, toen we helemaal achterin het dorp een jonge meid op het land aan het werk zagen. We spraken haar aan en zodra ze opkeek en we oogcontact hadden, wist ik: dit is d'r. Maar ze vertelde dat ze niet kon komen werken, omdat ze een kind had waarop ze moest letten. Wat een teleurstelling. Gelukkig had ze wel een nichtje dat werk zocht, dus die kwam ze de volgende dag aan ons voorstellen. Het nichtje wilde wel komen werken, maar tot twee keer toe kwam die niet opdagen. Op dag drie werd er 's ochtends op de deur geklopt en we dachten: hè hè, komt het nichtje toch nog werken. Maar wie stond daar voor de deur? De meid die we in het dorp hadden ontmoet.
En dus komt Joanne al sinds december dagelijks bij ons over de vloer. En elke dag prijzen we onszelf gelukkig dat we dit 'lot in de loterij' gevonden hebben. Ze is trouw, ze werkt hard, is goed met de kinderen, spreekt duidelijk Chinees en heeft een hele rustige persoonlijkheid. The perfect fit for our family.
Goed, het heeft dus drie jaar geduurd voordat ik hierover openlijk durf te schrijven, omdat ik steeds dacht: wat zullen de mensen in Nederland er wel niet van denken? Maar Joanne is nu zo'n wezenlijk deel van ons gezin geworden, zeker nu ze ook een gelovige is, dat ik niet kan blijven doen alsof ze niet bestaat. En laten we wel wezen: wie van mijn lezers zou geen hulp in de huishouding nemen als ze daarvoor maar 50 Eurocent per uur hoefden neer te leggen?
Klik hier voor de eerste helft van de foto's die we in april maakten
En dus hadden we al een week na aankomst in Lente Stad een Chinese vrouw in huis met wie we geen woord konden wisselen, maar die we toch moesten duidelijk maken hoe we dingen gedaan wilden hebben. Na een week stopte ze er al mee: te druk vond ze. Ná haar 'versleten' we er nog drie. Eentje moesten we 'teruggeven', omdat we haar voor een paar maanden geleend hadden van vrienden die op verlof waren. Met nummer drie klikte het gewoon niet, dus die hebben we ontslagen. Met nummer vier klikte het eigenlijk ook niet, maar met haar hebben we de tijd uitgezeten totdat we naar Vrede Stad gingen verhuizen.
En toen was ik er helemaal klaar mee. Voor mij geen househelper meer, dacht ik. Maar na de verhuizing, een aantal visa-runs en de miskraam merkte ik dat ik er toch wel goed doorheen zat en bovendien wilden we beginnen aan de studie van de Zhuang-taal en dus besloten we toch maar op zoek te gaan naar een nieuwe baomu. Met een vriendin fietste ik naar een naburig dorp en we begonnen gewoon maar wat rond te vragen of er daar nog jonge meiden waren die werk zochten. Maar overal was het antwoord: "Nee, hier zijn geen jonge mensen meer. Alle twintigers zijn vertrokken naar de oostkust om daar te werken in fabrieken." Niet erg hoopgevend. We stonden bijna op het punt om weer terug naar huis te keren, toen we helemaal achterin het dorp een jonge meid op het land aan het werk zagen. We spraken haar aan en zodra ze opkeek en we oogcontact hadden, wist ik: dit is d'r. Maar ze vertelde dat ze niet kon komen werken, omdat ze een kind had waarop ze moest letten. Wat een teleurstelling. Gelukkig had ze wel een nichtje dat werk zocht, dus die kwam ze de volgende dag aan ons voorstellen. Het nichtje wilde wel komen werken, maar tot twee keer toe kwam die niet opdagen. Op dag drie werd er 's ochtends op de deur geklopt en we dachten: hè hè, komt het nichtje toch nog werken. Maar wie stond daar voor de deur? De meid die we in het dorp hadden ontmoet.
En dus komt Joanne al sinds december dagelijks bij ons over de vloer. En elke dag prijzen we onszelf gelukkig dat we dit 'lot in de loterij' gevonden hebben. Ze is trouw, ze werkt hard, is goed met de kinderen, spreekt duidelijk Chinees en heeft een hele rustige persoonlijkheid. The perfect fit for our family.
Goed, het heeft dus drie jaar geduurd voordat ik hierover openlijk durf te schrijven, omdat ik steeds dacht: wat zullen de mensen in Nederland er wel niet van denken? Maar Joanne is nu zo'n wezenlijk deel van ons gezin geworden, zeker nu ze ook een gelovige is, dat ik niet kan blijven doen alsof ze niet bestaat. En laten we wel wezen: wie van mijn lezers zou geen hulp in de huishouding nemen als ze daarvoor maar 50 Eurocent per uur hoefden neer te leggen?
Klik hier voor de eerste helft van de foto's die we in april maakten
Abonneren op:
Posts (Atom)